29 210
Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2004)

nr. 28
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VENDRIK EN BUSSEMAKER

Ontvangen 7 november 2003

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel S, wordt vervangen door:

S. Artikel 8.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel e wordt, onder verlettering van de onderdelen f tot en met l in g tot en met m, een onderdeel ingevoegd, luidende:

f. de aanvullende combinatiekorting (artikel 8.14a);.

2. In het tot onderdeel l verletterde onderdeel k wordt «en» vervangen door een puntkomma.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van het tot onderdeel m verletterde onderdeel l door « en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

n. de korting langdurige minima (artikel 8.21).

II

In artikel I wordt na onderdeel S een onderdeel toegevoegd, luidende

Sa. Artikel 8.8 wordt vervangen door: Artikel 8.8. Maximum gecombineerde heffingskorting

De gecombineerde heffingskorting, met uitzondering van de daarin opgenomen korting langdurige minima, bedraagt maximaal het bedrag van de gecombineerde inkomensheffing.

III

In artikel I wordt na onderdeel Z een onderdeel ingevoegd, luidende:

Za. Na artikel 8.20 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 8.21 Korting langdurige minima

1. De korting langdurige minima geldt voor de belastingplichtige indien hij:

a. in de drie aan het kalenderjaar voorafgaande kalenderjaren een verzamelinkomen heeft dat lager is dan het in het tweede lid genoemde inkomen, en

b. bij het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt maar nog niet de leeftijd 65 jaar heeft bereikt, en

c. in het kalenderjaar:

1°. geen partner heeft, of

2°. recht heeft op de alleenstaande ouderkorting, of

3°. een partner heeft die bij het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt maar nog niet de leeftijd 65 jaar heeft bereikt.

Indien de belastingplichtige een partner heeft geldt als aanvullende voorwaarde dat zijn verzamelinkomen hoger moet zijn dan dat van zijn partner; Indien zijn verzamelinkomen gelijk is aan dat van zijn partner geldt als aanvullende voorwaarde dat hij ouder moet zijn dan zijn partner.

2. Het inkomen, bedoeld in het eerste lid bedraagt:

a. voor de belastingplichtige, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 1°: € 13 133;

b. voor de belastingplichtige, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 2°: € 15 460;

c. voor de belastingplichtige, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 3°: € 17 056.

3. De korting langdurige minima bedraagt € 450.

4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder partner mede verstaan een in artikel 3.91, tweede lid, onderdeel b, onder 2° tot en met 5°, bedoelde verbonden persoon.

IV

Artikel I, onderdeel AA, komt te luiden:

AA. Artikel 9.3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel d wordt, onder verlettering van de onderdelen e tot en met i in f tot en met j, een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. de aanvullende combinatiekorting;.

2. Na het tot onderdeel i verletterde onderdeel h wordt, onder verlettering van het tot onderdeel j verletterde onderdeel i tot onderdeel k, een onderdeel ingevoegd, luidende:

j. de korting langdurige minima;.

V

Artikel I, onderdeel BB, derde lid, wordt vervangen door:

3. «8.18, en 9.4» wordt vervangen door: 8.18, 8.21, derde lid, 9.4, en 10.7.

VI

Aan artikel I wordt na onderdeel CC een onderdeel toegevoegd, luidende:

DD. Na artikel 10.7 wordt een artikel ingevoegd luidende: Artikel 10.7a Indexering bedragen korting langdurige minima

1. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in artikel 8.21, tweede lid, opgenomen bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere percentages.

2. Bij ministeriële regeling wordt bepaald op welke wijze de in het eerste lid bedoelde bedragen worden berekend.

VII

Artikel XXII, eerste lid, wordt vervangen door:

1. In onderdeel c wordt voor «en de jonggehandicaptenkorting» vervangen door: , de jonggehandicaptenkorting en de korting langdurige minima. Voorts wordt de zinsnede «de aanvullende alleenstaande ouderkorting en de combinatiekorting, bedoeld in hoofdstuk 8 van de Wetinkomstenbelasting 2001» vervangen door: de aanvullende alleenstaande ouderkorting, de combinatiekorting en de aanvullende combinatiekorting, bedoeld in hoofdstuk 8 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

VIII

In artikel XXV wordt aan onderdeel B een volzin toegevoegd, luidende:

Voorts wordt «de toetrederskorting» vervangen door: de toetrederskorting, de korting langdurige minima.

Toelichting

Dit amendement voert een korting in voor langdurige minima in ten bedrage van 450 euro. Onder langdurige minima wordt verstaan mensen tussen de 21 en 65 jaar die meer dan 3 jaar van het sociaal minimum moeten rondkomen. Dit amendement leidt tot een budgettaire derving van ongeveer 100 miljoen op jaarbasis.

Vendrik

Bussemaker

Naar boven