nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet inkomstenbelasting 2001, ter zake van het bevorderen van de financiering
van de eigen woning met eigen middelen (materiële implementatie initiatiefwetsvoorstel
Hillen).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
16 september 2003
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is maatregelen
te treffen om de financiering van de eigen woning met eigen middelen te bevorderen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 3.1, tweede lid, wordt, onder
verlettering van de onderdeelaanduidingen h tot en met j tot onderscheidenlijk
i tot en met k, na onderdeel g een nieuw onderdeel h ingevoegd, dat komt te
luiden:
h. de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (afdeling 3.6a);
B. Na artikel 3.123 wordt een afdeling ingevoegd,
luidende:
Afdeling 3.6a
Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld
Artikel 3.123a Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld
1. Indien de voordelen uit eigen woning, bedoeld in artikel 3.112, meer
bedragen dan de op deze voordelen drukkende aftrekbare kosten, komt de belastingplichtige
in aanmerking voor de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld.
2. De aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld is gelijk aan de
voordelen uit eigen woning, bedoeld in artikel 3.112, verminderd met de op
deze voordelen drukkende aftrekbare kosten.
3. Indien de belastingplichtige een partner heeft, worden voor de toepassing
van dit artikel de voordelen van de belastingplichtige en zijn partner en
de op deze voordelen drukkende aftrekbare kosten samengevoegd. De aftrek wegens
geen of geringe eigenwoningschuld wordt in dat geval gesteld op een evenredig
gedeelte van de in het tweede lid berekende aftrek, bepaald naar de verhouding
waarin de belastbare inkomsten uit eigen woning die worden geacht bij de belastingplichtige
op te komen, staan tot de gezamenlijke belastbare inkomsten uit eigen woning
van hem en zijn partner.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,