29 201
De staat van de Europese Unie

nr. 5
MOTIE VAN HET LID VAN BAALEN C.S.

Voorgesteld 2 oktober 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat het in de toekomst ongewenst is dat, zoals dat in 2004 aan de orde is, toetreding van verschillende kandidaat-lidstaten groepsgewijs plaatsvindt via het aanbieden van één integraal toetredingsverdrag aan de leden van de Europese Unie;

van mening, dat geen toetredingsonderhandelingen met kandidaat-lidstaten kunnen worden geopend voordat volledig wordt voldaan aan de politieke criteria van Kopenhagen en dat zolang aan deze criteria niet is voldaan geen aanvangsdatum voor zulke onderhandeling kan worden overeengekomen;

verzoekt de regering de in deze motie genoemde uitgangspunten tot de hare te maken bij een verdere uitbreiding van de Europese Unie na 2004,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Baalen

Van Dijk

Dittrich

Van den Brink

Rouvoet

Van der Staaij

Karimi

Timmermans

Van Bommel

Naar boven