Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29200-XIV nr. 89 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29200-XIV nr. 89 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2004
In vervolg op mijn brieven van 20 januari (2003–2004, 29 200 XIV, nr. 68) over moties en toezeggingen LNV-begrotingsbehandeling) en 2 juni jongstleden (jaarverslag/Slotwet LNV 2003) wil ik u informeren over de resultaten van de taskforce (landelijk gebied) tot op heden en de beoogde vervolgaanpak.
Er is beperkt zicht op het vrijspelen van gelden, doordat veel klassieke landinrichtingsprojecten al te ver in de uitvoering zijn en doordat nieuwere projecten al goed aansluiten op de huidige doelstellingen. Met de provincies is afgesproken om waar mogelijk in nieuwere lopende klassieke projecten een modulaire vormgeving te realiseren. Het streven is om te komen tot een versnelde afronding van de klassieke projecten met het oog op de start van het ILG in 2007. Versnelde afronding leidt bovendien tot een efficiëntere inzet van het inrichtingsinstrument en daarbij behorende middelen.
Bij landinrichting wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten projecten:
1. Klassieke landinrichtingsprojecten die voor 1/1/1999 zijn gestart, waarbij de financiële verplichtingen voor de hele projectduur zijn aangegaan.
2. Modulaire landinrichtingsprojecten vanaf 1/1/1999, waarbij verplichtingen worden aangegaan voor periodes van telkens vier jaar.
De afronding van de klassieke landinrichtingsprojecten, de eerste categorie, duurt lang. Bij ongewijzigd beleid worden de laatste projecten naar verwachting tussen 2010 en 2013 afgesloten. Dit vraagt om een behoorlijk kasbeslag. De verplichtingenruimte die met deze projecten nog vastligt bedraagt ongeveer 310 miljoen euro. Daardoor zijn er weinig of geen middelen beschikbaar om nieuwe modules in uitvoering te nemen ter realisatie van vastgesteld beleid.
De beperkt beschikbare kasmiddelen zijn momenteel de bepalende factor voor de voortgang bij de klassieke projecten. Daarnaast versterken de «kostenstijgingen» in de projecten dit effect, mede door de langere uitvoeringsduur. Belangrijkste gevolg is dat er geen of minder ruimte is om nieuwe modules in uitvoering te nemen.
Daarom heb ik samen met de provincies een gezamenlijke taskforce ingesteld om te bezien hoe klassieke landinrichtingsprojecten versneld kunnen worden afgerond.
Ik kan u mededelen dat ik in bestuurlijk overleg met het IPO op 10 juni jongstleden de voorlopige resultaten van de taskforce heb besproken en dat ik met de provincies afspraken gemaakt heb over de vervolgaanpak.
Een delegatie van de Taskforce heeft de afgelopen periode gesprekken gevoerd met de gedeputeerden verantwoordelijk voor landinrichting. Voor deze gesprekken waren alle «klassieke» landinrichtingsprojecten gecategoriseerd aan de hand van het stadium waarin ze zich bevinden (bijlage 1.) en de juridische randvoorwaarden en mogelijkheden die dit biedt om al dan niet in het project in te grijpen.
De zorg over de belemmeringen om de klassieke projecten zo snel mogelijk af te ronden en de noodzaak om hiervoor oplossingen te vinden wordt breed gedeeld door de gedeputeerden.
Het algemeen beeld uit deze ronde is dat de meeste projecten in de afrondende fase verkeren (na het plan van toedeling) en derhalve te ver gevorderd zijn om nog zinvol in te kunnen grijpen. De projecten die in de fase voor het plan van toedeling (plan van toedeling nog niet ter visie gelegd) verkeren, zijn actueel en sluiten qua doelstellingen goed aan bij de huidige prioriteiten. Dit komt omdat de provincies met Drieslag, maar ook daarna steeds maatregelen hebben genomen om de uitvoering goed te laten aansluiten bij de actuele doelstellingen van het beleid. Slechts in beperkte mate zal dus ingegrepen worden.
Met het IPO heb ik afgesproken om te streven naar versnelde afronding van de klassieke projecten, waar mogelijk nog vóór de start van het Investeringsbudget voor het Landelijk Gebied (ILG) op 1 januari 2007. De hoofdlijn hierbij is:
• projecten die in de eindfase verkeren af te ronden vóór 1 januari 2007;
• de uitvoering van projecten in de fase van het plan van toedeling af te ronden in beginsel ook voor 1 januari 2007 en in enkele gevallen vóór 1 januari 2008;
• de overige projecten voor het plan van toedeling om te vormen tot een modulaire opzet, als ze op 1/1/2009 nog niet zijn afgerond.
Zowel financieel als procedureel zijn maatregelen nodig om deze versnelling mogelijk te maken. Samen met de provincies wordt een pakket aan maatregelen en randvoorwaarden onderzocht om dit te kunnen realiseren.
De huidige kasmiddelen bij het Rijk zijn voor de beoogde versnellingsperiode een beperkende factor. Uit een eerste grove analyse blijkt een bedrag van 70 á 75 miljoen euro nodig om de beoogde versnelling te realiseren. De mogelijkheid van voorfinanciering door provincies kan een belangrijke bijdrage aan de oplossingsrichting bieden. De provincies verwachten echter dat deze bijdrage niet voldoende is om de benodigde middelen bij elkaar te brengen. Zij hebben daarom gepleit voor een extra inzet van LNV-zijde.
Ik kan op dit punt echter op voorhand geen concrete toezegging doen, gezien de beperkte financiële mogelijkheden binnen mijn eigen departement en gelet op de huidige financiële situatie bij het Rijk. Maar ik zal de mogelijkheden binnen mijn departement bezien.
Verder vragen de provincies om een evenwichtige financiering, niet alleen gericht op de EHS. Dit omdat de onbalans die dreigt te ontstaan bij een langdurende eenzijdige Rijksfinanciering zal leiden tot verlies aan draagvlak voor de uitvoering en daardoor contraproductief kan uitpakken. Procedurele maatregelen, naast deze financiële inzet, kunnen ook bijdragen aan de beoogde versnelling. Hierbij denk ik aan het vereenvoudigen van procedures en het hanteren van een andere werkwijze, bijvoorbeeld de inzet van gespecialiseerde DLG-teams bij de afronding van projecten. Hiermee wordt tijd gewonnen en wordt efficiënter omgegaan met beschikbare middelen en menskracht. Daar zal ik vanuit mijn departement in ieder geval aan bijdragen.
De voorgestelde maatregelen zullen bijdragen aan een versnelde afronding van het programma van langlopende klassieke landinrichtingsprojecten, maar leveren maar beperkt directe besparingen op. De versnelling van de projecten in de afrondende fase (na het plan van toedeling) leidt tot een efficiëntere inzet van het inrichtingsinstrument en de daarbij behorende middelen (programma en apparaatbudgetten). In de projecten in de fase voor het plan van toedeling (plan van toedeling nog niet ter visie gelegd) is het grootste deel van de reeds aangegane verplichtingen vastgelegd. Deze projecten realiseren veel actuele doelen, met name voor de EHS en het stedelijk groen. Het modulair maken van deze projecten leidt ertoe dat het programma als geheel eenduidiger in de aansturing wordt, omdat hiermee een zelfde werkwijze ontstaat als voor de projecten van na 1 januari 1999. De generieke aanpak is gericht op het modulair maken van deze projecten, in individuele knelgevallen zal ik in overleg met de provincies bezien welke andere oplossingen tot een beter resultaat leiden. Bij deze jongere projecten ontstaat ruimte voor heroverweging van beslissingen.
De maatregelen dragen er aan bij dat het nieuw in te stellen Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) op het moment van invoering aanmerkelijk minder wordt belast met restant-verplichtingen op langlopende klassieke landinrichtingsprojecten.
Ik heb met de provincies afgesproken dat zij met een voorstel komen voor versnelde afronding van klassieke landinrichtingsprojecten en ik laat de mogelijkheden onderzoeken om enkele randvoorwaarden daarvoor te realiseren.
Dit voorstel wordt meegenomen bij de voorbereiding van het Uitvoeringscontract 2005–2006. In bestuurlijk overleg dit najaar over dit uitvoeringscontract blijkt volgens welk tijdpad de beoogde versnelde afronding van klassieke projecten daadwerkelijk mogelijk is, dit mede gelet op de beschikbare middelen vanuit de verschillende partijen.
4. Voorfinanciering inrichting 2004
Met de provincies heb ik onder voorwaarden afspraken gemaakt over voorfinanciering van inrichting door enkele provincies voor 2004. Dit wordt uitgewerkt door mijn ministerie, in afstemming met het ministerie van Financiën, met de betrokken provincies.
Overzicht klassieke landinrichtingsprojecten
| Prov | naam project | blok | fase |
|---|---|---|---|
| Groningen | Pekela's | A | |
| Oude Veenkolonien | Algemeen | A | |
| (Ommelanderwijk) | A | ||
| Wildervank | A | ||
| Gieterveen | A | ||
| Blok C | A | ||
| Blok E | A | ||
| Oldambt | A | ||
| Oude Veenkolonien | Hoogezand | A | |
| Westerwolde | Blok B | A | |
| Blok D | A | ||
| Sauwerd | B | ||
| Westerwolde | Algemeen | B | |
| Blok A | B | ||
| Lutjegast Doezum | C | ||
| Friesland | Wonseradeel-Zuid | A | |
| Tjabbekamp | A | ||
| Midden-Opsterland | A | ||
| Ameland | A | ||
| Damwoude | A | ||
| Twijzel-Buitenpost | B | ||
| Kollumerland | B | ||
| Echtener- en Groote Veenpolders | B | ||
| Wymbritseradeel | B | ||
| Doniawerstal | C | ||
| Baarderadeel | C | ||
| Drenthe | Kanaalstreek | Algemeen | A |
| blok A | A | ||
| blok C | A | ||
| Ruinerwold-Koekange | A | ||
| Mars- en Westerstroom | B | ||
| Emmen | Algemeen | B | |
| Emmen-Noord | Noord | B | |
| Emmen-Zuid | C | ||
| Roden-Norg | C | ||
| Overijssel | Haaksbergen | A | |
| Volthe | A | ||
| Den Ham-Lemele | A | ||
| Marshoek-Hoonhorst | A | ||
| Raarhoek-Veldhoek | B | ||
| Salland-West | B | ||
| Rouveen | C | ||
| Saasveld-Gammelke | C | ||
| Gelderland | Hengelo-Zelhem | A | |
| Brummen-Voorst | A | ||
| Groesbeek | B | ||
| Beltrum-Eibergen | B | ||
| Ooijpolder | B | ||
| Duiven-Westervoort | B | ||
| Hupsel-Zwolle | C | ||
| Overbetuwe-Oost | C | ||
| Utrecht | Eemland | A | |
| Lopikerwaard | A | ||
| Noorderpark | C | ||
| Groenraven-Oost | C | ||
| Noord-Holland | Schagerkogge | A | |
| Waterland | Algemeen | A | |
| Oost | A | ||
| Amstelland | B | ||
| De Gouw | B | ||
| Westzaan | C | ||
| Zuid-Holland | Vijfheerenlanden | A | |
| Krimpen | A | ||
| Hoeksche Waard-Oost | A | ||
| Lickebaert | B | ||
| Gaag | B | ||
| Abtswoude | B | ||
| Bodegraven-Noord | C | ||
| Ouddorp-West | C | ||
| Driebruggen | C | ||
| Boskoop | C | ||
| IJsselmonde | C | ||
| Zeeland | Poortvliet | A | |
| Reuzenhoek | A | ||
| Axel | A | ||
| Oud Vossemeer | A | ||
| Walcheren | A | ||
| Noord-Brabant | St Oedenrode | Liempde-Nijnsel | A |
| Etten-Leur-Rucphen | A | ||
| St Oedenrode | Zijtaart-Vressel | A | |
| St.Oedenrode | Algemeen | B | |
| Schijndel | B | ||
| Zundert | B | ||
| Lage Maaskant | B | ||
| Baarle-Nassau | C | ||
| De Hilver | C | ||
| Limburg | Mergelland | A | |
| Stevol | A | ||
| Land van Thorn | A | ||
| Centraal Plateau | C | ||
| Mergelland-Oost | C |
Toelichting: Projecten na plan van toedeling:
A: projecten in de eindfase na actepassering.
B: projecten in de fase tussen tervisielegging plan van toedeling en actepassering.
Projecten voor plan van toedeling:
C: projecten in de fase voorafgaande aan plan van toedeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29200-XIV-89.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.