29 200 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2004

nr. 82
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2004

Eind vorig jaar heb ik u geïnformeerd (LNV-03-870) over de stand van zaken in het overleg met de visserijsector inzake het vervolg van de aanbevelingen uit de interimrapportage van de heer Nijpels.

Tussen de overheid en vertegenwoordigers van de visserijsector is de afgelopen periode intensief overleg gevoerd over de toekomst van de kottervisserij. Dit vanuit de gezamenlijke overtuiging dat transitie naar een economisch en maatschappelijk verantwoorde visserij noodzakelijk is. De sector en ik hebben de bereidheid vastgelegd hier in gezamenlijkheid aan te werken. In bijgaande intentieverklaring1, die ik aanbied in nauwe samenspraak met de voorzitter van het Productschap Vis en bestuurders van de Nederlandse Vissersbond en de Federatie van Visserijverenigingen, is een aantal voornemens en verantwoordelijkheden vastgelegd. De komende tijd zullen deze worden uitgewerkt en opgepakt.

Met de intentieverklaring, waarvan de inhoud voor zichzelf spreekt, uit ik de bereidheid mij in nationaal en internationaal verband in te willen zetten voor een duurzaam perspectief voor deze sector. Tevens wil ik de participatie van de visserijsector in de totstandkoming van het visserijbeleid vergroten en het debat daarover tussen sector, biologen en andere stakeholders stimuleren. In dat kader acht ik het passend dat mijn inzet ook gericht is op het bereiken van een gelijkwaardig niveau van uitvoering van het Europese visserijbeleid, inclusief controle en handhaving, binnen de EU-lidstaten.

De sector heeft haar bereidheid uitgesproken om een constructieve dialoog met de wetenschappelijke wereld en de maatschappelijke organisaties aan te gaan over de ontwikkeling van een duurzame kottersector. De sector zal een actieve bijdrage leveren aan het verzamelen van gegevens ten behoeve van de wetenschappelijke advisering. Tevens heeft zij de bereidheid uitgesproken om in het kader van co-management haar verantwoordelijkheid te willen uitbreiden om daarmee de naleving van wettelijke voorschriften te versterken. De uitwerking van dit laatste zal de komende maanden plaatsvinden in het kader van een tweetal door de Stuurgroep Nijpels ingestelde werkgroepen.

Met het ondertekenen van de intentieverklaring wordt een eerste, maar belangrijke stap op weg naar een duurzame kottersector gezet. De uitgesproken overtuiging van de betrokken visserijbestuurders dat deze weg daadwerkelijk moet worden ingeslagen, geeft mij vertrouwen in de toekomst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven