29 200 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2005

nr. 135
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2004

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de financiële stand van zaken van de Tijdelijke regeling energiepremies (EPR 2003). In mijn brief van 18 mei jl.1 heb ik uw Kamer reeds op de hoogte gesteld van de verwachting dat de realisatie van het budget voor de EPR 2003 boven de eerder geprognosticeerde € 175 miljoen zou uitkomen. Daarom geef ik u met deze brief een geactualiseerd overzicht van de financiële stand van zaken.

Stand van zaken uitputting premiebudget

Omdat de afgelopen maanden de omvang van de werkvoorraad aan premieaanvragen bij energiebedrijven alleen aan de hand van berekening kon worden vastgesteld, heb ik de energiebedrijven in juni verzocht een definitieve opgave te doen van de uitputting op het budget per 1 juli 2004. De energiebedrijven voorzagen een uitputting van ca. € 219 miljoen op het premiebudget. Hoewel op dit moment de laatste premieaanvragen worden afgehandeld en er nog een aantal bezwaar- en beroepsprocedures loopt, verwacht ik geen grote wijzigingen meer.

Van dit bedrag is € 175 miljoen reeds gedekt en verwerkt in de 1e Suppletore begroting 2004. Aanvullende dekking is verwerkt in de ontwerpbegroting 2005.

Stand van zaken uitputting uitvoeringkosten

Uit de opgave van de energiebedrijven blijkt dat de uitvoeringskosten van de regeling op ca. € 10,5 miljoen zullen uitkomen. Daar bovenop komen nog kosten voor communicatie en de kosten die samenhangen met de verwerking van verzoeken om heroverweging, bezwaren en beroepen. Dit brengt het totaal op ca. € 16 miljoen. Van dit bedrag is € 12,4 miljoen reeds gedekt. Voor de resterende € 3,6 miljoen is binnen de ontwerpbegroting 2005 een oplossing gevonden.

Vooruitblik

Het totaal voor de EPR 2003 benodigde bedrag komt daarmee uit op ca. € 235 miljoen. Gelet het gegeven dat de achterstanden in de afhandeling van de premieaanvragen bijna zijn weggewerkt, verwacht ik geen grote afwijkingen van dit eindbeeld.

Bij de 1e Suppletore begroting 2004 heb ik een budget van € 34 miljoen gereserveerd voor nieuw beleid in 2004/2006. In de diverse brieven die ik u de afgelopen tijd heb toegestuurd en de overleggen die ik met uw Kamer heb gevoerd heb ik aangegeven niet met voorstellen voor een eventueel vervolg te komen voordat de volledige omvang van de budgettaire problematiek van de EPR 2003 bekend en opgelost is. Daarbij heb ik uw Kamer laten weten de toekomst van de EPR te willen betrekken bij de beleidsvoornemens op het beleidsterrein klimaatbeleid gebouwde omgeving, dit mede naar aanleiding van de evaluatie klimaatbeleid gebouwde omgeving en de resultaten van het onderzoek door de VROM-Inspectie. Hierover zal ik u voor de behandeling van de VROM-begroting informeren.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 200 XI, nr. 113, d.d. 18 mei 2004.

Naar boven