29 200 X
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2004

nr. 109
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 september 2004

Hierbij bied ik u aan, mede namens de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, de beleidsdocumenten voor de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Het betreft het Activiteitenplan en Begroting 2005–2009 (waarin zijn opgenomen Het Algemeen Beleidsplan 2004, het Operationeel Jaarplan 2004, de herziene begroting 2004, de ontwerpbegroting 2005 en de meerjarenramingen 2006–2009) alsmede het jaarverslag over 2003 met de bijbehorende financiële verantwoording, zoals vastgesteld in de Rijksministerraad van 9 juli jl.¹

Het APB 2005–2009 is – zoals gebruikelijk – een compilatie van de beleidsdocumenten zoals gesteld in artikel 3, derde volzin van de Voorlopige Regeling Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba en heeft primair betrekking op de uitvoering van het Lange Termijn Plan 2002–2007 (LTP) voor de Kustwacht, zoals afgesproken in de Rijksministerraad van 13 juni 2003. Het Lange Termijn Plan voorziet in de versterking van de slagvaardigheid van de Kustwacht, onder meer door aanschaf van nieuwe vaartuigen en de bouw van permanente steunpunten voor de Kustwacht. U werd hierover geïnformeerd in onze brief van 16 juni 2003 [TK 2002–2003, nr. TK 2002–2003, 28 600 IV en 286 000X, nr. 17].

Voorts omvat het APB 2005–2009 aanvullende voorstellen uit de Lange Termijn Visie van de Commandant ten behoeve van de versterking van de Kustwacht. Deze voorstellen betreffen onder meer het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie naar een walradarketen voor de (Benedenwindse eilanden van de) Nederlandse Antillen en Aruba, de aanschaf van beveiligde verbindingsmiddelen en een versterking van de personele bezetting van de steunpunten. Deze beleidsintensiveringen vergen jaarlijks een meerbedrag van ongeveer 1,2 miljoen euro (2004) tot 1,8 miljoen euro (2005 e.v. jaren) ten opzichte van het LTP 2002–2007.

Voor de goede orde merk ik op dat de beleidsdocumenten voor de Kustwacht werden afgesloten voordat in het Nederlandse kabinet nadere afspraken werden gemaakt over de (financiering van de) alternatieve luchtverkenningcapaciteit voor de Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba. Daarom konden de financiële gevolgen van deze besluitvorming niet in het APB 2005–2009 worden verwerkt en is wat betreft de exploitatie nog geen rekening gehouden met de voortzetting van de luchtverkenningstaak na 1 januari 2005, waarover ik u informeerde bij brief van 17 juni jl. Dit laat echter onverlet dat deze capaciteit, op basis van de eerdergenoemde afspraken in het Nederlandse kabinet, ook na deze datum voor de Kustwacht beschikbaar blijft. In 2005 zullen de kosten die hiermee gemoeid zijn door Defensie worden gedragen. Vanaf 2006 zullen de kosten worden gedragen door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De bijbehorende cijferreeksen zullen in respectievelijk de ontwerpbegroting 2005 van Defensie en de ontwerpbegroting 2005 van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zichtbaar worden gemaakt. Daarnaast zullen deze afspraken worden verwerkt in de herziene begroting 2005 voor de Kustwacht als onderdeel van het eerstvolgende Activiteiten Plan en Begroting.

De Commandant Kustwacht heeft het afgelopen jaar, conform de opdracht van de Kustwachtcommissie en de Rijksministerraad, uitvoering gegeven aan het Lange Termijn Plan en aan het interne verbeterprogramma, met inbegrip van de versterking van de interne organisatie. Voorts heeft het Presidium van de Kustwachtcommissie in opdracht van de Rijksministerraad de afstemming van beleid, beheer en middelen in gang gezet. Al deze elementen dragen bij aan de groei en ontwikkeling naar een volwaardige, actieve en effectieve Kustwachtorganisatie voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Het Jaarverslag over 2003 licht deze ontwikkelingen nader toe.

De Minister van Defensie,

H. G. J. Kamp

---

1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.