29 200 X
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2004

nr. 107
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2004

In een reactie op het voornemen tot sluiting van de vliegbasis Twenthe verzocht de Tweede Kamer door aanvaarding van de motie-Bakker (Kamerstuk 29 200 X, nr. 37) de regering «naar vermogen bij te dragen aan het realiseren van een nieuw perspectief voor de regio Twente, en hierover op korte termijn met de regio te komen tot bestuursafspraken». Op vrijdag 3 september heeft een delegatie van het kabinet bestaande uit de ministers S.M. Dekker, M.J.A. van der Hoeven en drs. K.M.H. Peijs en ikzelf bestuurlijk overleg gevoerd met een Overijssels/Twentse delegatie, met onder anderen de Commissaris van de Koningin van de provincie Overijssel, mr. G.J. Jansen, en de burgemeesters drs. J.H.H. Mans (Enschede), drs. M.A.J. Knip (Almelo) en drs. F.A.M. Kerckhaert (Hengelo). De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Economische Zaken, die wegens persoonlijke omstandigheden niet aanwezig kon zijn, werden door ambtenaren vertegenwoordigd.

Het afgelopen jaar ben ik opgetreden als coördinerend bewindspersoon voor de uitvoering van de motie-Bakker. Mede namens de genoemde bewindslieden informeer ik u in deze brief over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan het verzoek in de motie.

Van sluiting vliegbasis tot «Nieuw perspectief voor Twente»

Het kabinet erkent dat de voorgenomen sluiting van de vliegbasis Twenthe negatieve gevolgen heeft voor de sociaal-economische positie van de regio. Voor Defensie komt de sluiting voort uit de bezuinigingen waartoe eerder besloten was. Defensie is daarom niet in staat Twente financiële compensatie te bieden. Ook andere ministeries ontbreken de middelen daartoe. Maar waar Twente goede plannen heeft, die goed aansluiten bij het kabinetsbeleid en bij daarvoor bestemde instrumenten en middelen, daar kan in gezamenlijk overleg tussen rijk en regio worden gezocht naar mogelijkheden voor deze regio.

In de beleidsagenda «Nieuw Perspectief voor Twente» hebben de provincie Overijssel, de gemeenten in de regio Twente, het bedrijfsleven en het hoger onderwijs in een gezamenlijke inspanning een samenhangend pakket voornemens gepresenteerd ter versterking van de sociaal-economische positie van Twente. De beleidsagenda getuigt van een heldere en weloverwogen visie op de sociaal-economische versterking van Twente en de doorwerking die dat op verschillende beleidsterreinen heeft. Twente benoemt zijn sterke kanten en de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling. De regio zelf wil hierin flink investeren, maar heeft ook bestuurlijke en financiële steun van de rijksoverheid nodig. In de Nota's Ruimte en Pieken in de Delta erkent het kabinet de bijzondere mogelijkheden van Twente. Dat komt ook tot uiting in de infrastructurele maatregelen waarover minister Peijs eind vorig jaar afspraken met de regio heeft gemaakt en in de BIRK-subsidies die zijn goedgekeurd.

In het algemeen sluiten de Twentse voornemens goed aan bij het kabinetsbeleid. Dat geldt niet alleen voor de ruimtelijke en de economische ontwikkeling, maar ook voor terreinen als gezondheidszorg, (hoger) onderwijs en innovatie. Overigens is op al deze terreinen de afgelopen jaren al het nodige gebeurd tussen het rijk, de provincie en de regio, maar ook met andere partijen, zoals onderzoeksinstituten, bedrijven en andere organisaties. Daarom zijn er, binnen het bestaande instrumentarium en met de bestaande middelen, goede mogelijkheden voor afspraken over steun van het rijk aan Twentse initiatieven, soms met geld, soms op andere manieren. Dat zal in vervolgoverleg tussen Twente en de rijksoverheid nader worden ingevuld.

Gecoördineerde aanpak

Twente heeft met succes de krachten gebundeld en één, breed gedragen, beleidsagenda gepresenteerd. Dat verdient ook van rijkszijde een gecoördineerde benadering, opdat Twente voor één en hetzelfde beleidsterrein niet voortdurend met verschillende, los van elkaar opererende ministeries te maken heeft. Voordelen van deze aanpak zijn efficiency, geconcentreerde inzet van middelen en tijdwinst. Voor het cluster van zorg en technologie, speerpunt in de Twentse beleidsagenda, zullen de ministeries van OCW, VWS en EZ hun standpunten coördineren en, voor aspecten die tot hun gezamenlijke competentie behoren, als één gesprekspartner optreden. Het ministerie van OCW treedt voor dit cluster coördinerend op. Een soortgelijke aanpak wordt gevolgd voor onderwerpen die vallen binnen het brede cluster van ruimtelijke ordening en mobiliteit. Bij dit cluster zijn vooral de ministeries van VROM, EZ en VenW betrokken. Het ministerie van VROM verzorgt de coördinatie. Voor vragen met betrekking tot Europese programma's berust de coördinatie bij het ministerie van Economische Zaken. Op deze manier komt de coördinatie weer te liggen bij de ministeries die daar beleidsinhoudelijk ook voor in aanmerking komen. Voor de algehele afstemming blijft het interdepartementale regieteam van het project Feniks verantwoordelijk. Het regieteam zal aan einde van het jaar de resultaten van het vervolgoverleg over de verschillende onderwerpen in de beleidsagenda rapporteren aan de betrokken bewindslieden.

Zorg en technologie

De genoemde beleidsagenda en de projectfiches van Twente en de reacties daarop van de betrokken ministeries bieden goede aanknopingspunten om de komende tijd nader uit te werken. Op het brede veld van zorg en technologie heeft Twente zich in onderzoek en onderwijs goed gepositioneerd. Zo zal de universiteit Twente op het gebied van micro- en nanotechnologie de komende jaren aanzienlijke sommen geld ontvangen uit verschillende langlopende programma's (zoals Microned, NanoNed,«Process on a chip» en de Nano-Impuls) en programma's van onder meer de NWO. Hiertoe behoren grote investeringen in Twentse onderzoeksfaciliteiten. Het startersbeleid van de Universiteit Twente past bovendien goed binnen het TechnoPartnerprogramma en is hiervoor zelfs een inspiratiebron geweest. De genoemde programma's zijn onlangs gestart en zullen naar verwachting de bedrijvigheid en de regio de komende jaren verder structureel versterken. Ook op het terrein van innovatie van zorg en ICT heeft Twente zich goed gepositioneerd. EZ heeft samen met onder andere VWS stimuleringsprogramma's ten behoeve van ICT opgezet, waar ook Twente concrete projecten voor financiële ondersteuning kan inbrengen.

Ruimtelijke ordening en mobiliteit

Ook op het gebied van ruimtelijke ordening en mobiliteit heeft het kabinet erkenning getoond voor de bijzondere positie en de bijzondere mogelijkheden van Twente. Dat bleek onlangs onder meer uit de Nota's Ruimte en Pieken in de Delta, waarin Twente werd aangewezen als één van de nationale stedelijke netwerken en als economisch kerngebied. In vervolgoverleg zal hieraan samen met Twente verder uitvoering worden gegeven. Voor de revitalisering van twee bedrijventerreinen in Twente – Twentekanaal Zuid Hengelo en Havengebied Enschede – is een financiële bijdrage van het rijk beschikbaar, mits daarvoor tijdig goede plannen worden ingediend. Twente neemt geografisch een bijzondere positie in, omdat het grenst aan een economisch/technologisch belangrijk deel van Duitsland met grote bevolkingsconcentraties. Bovendien ligt Twente voor trein- en wegverkeer op de as tussen de Randstad en Berlijn. Ook de benutting van die positie is onderwerp van overleg tussen rijk en regio.

Onderzoek naar mogelijkheden van een burgerluchthaven

Het kabinet weet dat Twente belang hecht aan het voortbestaan van een civiele luchthaven. De Kamer van Koophandel Veluwe en Twente onderzoekt hiertoe een aantal scenario's. Het kabinet erkent dat een luchthaven en de economische bedrijvigheid die daarmee gepaard gaat een positief effect kan hebben voor de sociaal-economische positie van de regio. Het rijk heeft eerder verklaard niet bereid te zijn het exploitatieverlies van een civiele luchthaven voor zijn rekening te nemen. Maar indien de regio komt met een levensvatbaar plan voor een burgerluchthaven, zal Defensie in overleg met Verkeer en Waterstaat nagaan op welke manier ze de verwezenlijking van dat plan kan ondersteunen.

De herbestemming van het terrein van de vliegbasis is onderwerp van gesprek in de regionale projectgroep Feniks. Defensie speelt daarin om meer dan één reden een prominente rol: Defensie beschikt over de nodige kennis omtrent het terrein, de infrastructuur en de gebouwen en Defensie is als verkopende partij belanghebbende. Maar Defensie weet zich tenslotte als jarenlang gebruiker van de vliegbasis ook verantwoordelijk voor een goede afwikkeling van de herbestemming en de afstoting. Dat geldt ook indien Twente kiest voor een burgerluchthaven.

Tenslotte

Tijdens het bestuurlijk overleg van 3 september hebben bovenstaande onderwerpen de revue gepasseerd. De bewindslieden gaven aan dat het rijk Twente op tal van gebieden ondersteunt in de versterking van zijn sociaal-economische positie. Gezien de kwaliteit van de Twentse initiatieven hadden zij het vertrouwen dat er de komende maanden nog meer mogelijkheden worden gevonden om Twente te ondersteunen. De Twentse delegatie gaf te kennen dat het rijk de regio nog onvoldoende tegemoet komt, maar te hopen dat de komende maanden een stap verder kan worden gezet.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap

Naar boven