29 200 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2004

nr. 42
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HAMER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 21

Ontvangen 12 november 2003

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 09 Arbeidsmarkt en personeelsbeleid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 300 000 (x € 1000).

Toelichting

Dit amendement beoogt een impuls te geven aan het tegengaan van het lerarentekort. Het lerarentekort is op dit moment vooral een kwalitatief probleem. Echt kwantitatief wordt het probleem in 2006. Om het kwalitatieve probleem nu en het kwantitatieve probleem in 2006 tegen te gaan is een gericht en algemeen arbeidsbeleid noodzakelijk. De middelen die worden toegevoegd aan artikel 09 dienen daartoe te worden ingezet.

De dekking van dit amendement dient wordt gevonden in verhoging van het uitgaven kader. Indiener verwijst hierbij naar de motie Crone/Vendrik (29 200 nr 36), ingediend bij het debat over de Algemene Financiële Beschouwingen, waarin het kabinet wordt verzocht het uitgaven kader ruimer vast te stellen. De indiener wijst erop dat er van veel kanten is aangedrongen op een veel minder rigide begrotingsbeleid. Het huidige kabinet kiest voor een te snelle reductie van het financieringstekort als hoogste prioriteit. Hierdoor wordt economisch herstel vertraagd en ontbreekt de ruimte om verder te investeren in de economische structuur, waaronder de kenniseconomie.

Hamer

Naar boven