29 200 V
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2004

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2003

De Regering heeft besloten tot de oprichting van een zogeheten Stabiliteitsfonds. In deze brief zal nader worden ingegaan op de redenen hiervoor, de modaliteiten en de financiering van het fonds.

Waarom een Stabiliteitsfonds?

Oorlogen werden voorheen voornamelijk tussen staten uitgevochten. De afgelopen jaren neemt het aantal gewelddadige conflicten tussen bevolkingsgroepen, bendes of andere niet-statelijke verbanden binnen een land of regionaal echter drastisch toe. Daarnaast is er de opkomst van het internationale terrorisme.

Deze veranderingen hebben consequenties voor het buitenlands beleid. Voor ontwikkelingssamenwerking geldt dat armoedebestrijding niet gedijt in een land waar een gewelddadig conflict woedt. Vrede en stabiliteit zijn een noodzakelijke voorwaarde voor ontwikkeling. Voor het vredes- en veiligheidsbeleid betekenen de veranderingen dat het veiligheidsbeleid minder dan in het verleden gericht zal zijn op afspraken tussen staten, maar zich in toenemende mate zal moeten bekommeren om stabiliteit, wederopbouw en staatsvorming binnen (post-)conflictlanden.

Wat is het Stabiliteitsfonds?

Het op te richten Stabiliteitsfonds heeft tot doel om op snelle en flexibele wijze ondersteuning te bieden bij activiteiten op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling in landen en regio's die dreigen af te glijden naar een gewelddadig conflict of waar zich reeds een conflict voltrokken heeft. Bijzondere aandacht zal daarom worden gegeven aan conflictpreventie en vredesopbouw, waaronder «Security Sector Reform». Met dit fonds zal het mogelijk zijn verschillende instrumenten en middelen van Nederlands buitenlands beleid op een meer coherente en geïntegreerde wijze in te zetten. Dit betekent dat aan het Stabiliteitsfonds zowel middelen uit de ontwikkelingsbegroting (ODA) als uit het budget voor het brede buitenlands beleid (non-ODA) ter beschikking zal worden gesteld. Deze bundeling zal de slagvaardigheid van het buitenlands beleid op genoemde terreinen vergroten. Het fonds zal bovendien zo veel mogelijk in samenhang met de andere instrumenten van het Nederlandse buitenlandse beleid worden ingezet.

Om wat voor soort activiteiten gaat het?

Het fonds kan worden ingezet in ontwikkelingslanden (DAC-I-landen) en in zogenaamde transitielanden en rijkere ontwikkelingslanden (DAC-II-landen).

Voorbeelden van (deels al bestaande) activiteiten die onder het Stabiliteitsfonds kunnen vallen, zijn:

• Ondersteuning van vredesprocessen in Soedan, Burundi, Democratische Republiek Congo, Ivoorkust, Sri Lanka, Indonesië (Atjeh) en Macedonië;

• Bevordering van de militaire «peace keeping» capaciteit van ontwikkelingslanden zoals Zuid Afrika, Nigeria, en (sub-)regionale organisaties als ECOWAS en de Afrikaanse Unie;

• De herstructurering en wederopbouw van leger en politie in Afghanistan;

• Demobilisatie en reïntegratie van strijders in het Grote Meren gebied;

• Hervorming van de Bosnische strijdkrachten;

• Mijnenruiming in Irak, Mozambique, Afghanistan, Angola, etc.;

• Inzamelen en vernietigen van kleine en lichte wapens op de Balkan;

• Ondersteuning van internationale Grote Meren Conferentie onder auspiciën van de VN;

• Uitzending Nederlandse deskundigen in EU-missies voor civiele crisisbeheersing.

Zoals ook nu reeds gebeurt (bijvoorbeeld via het Vredesfonds) kan een aantal van de beoogde activiteiten gerealiseerd worden door samenwerking met andere (Europese) partners. Voorbeelden hiervan zijn politiesamenwerking met Duitsland in Afghanistan en steun aan ECOWAS met andere Europese partners. Bij bepaalde financiering kan ook aan het multilaterale kanaal worden gedacht (voorbeeld opbouw Afghaanse leger via VN). Zoveel als mogelijk zal ook gebruik worden gemaakt van de beschikbare kennis en expertise van deze partners en van de maatschappelijke organisaties actief in het betreffende gebied.

Wat is het Stabiliteitsfonds niet?

De inzet van Nederlandse militaire eenheden in vredesmissies wordt niet uit het Stabiliteitsfonds gefinancierd; daarvoor bestaat reeds een aparte voorziening. Het Stabiliteitsfonds strekt zich evenmin uit tot het beleidsterrein van goed bestuur en andere aanpalende beleidsterreinen van ontwikkelingssamenwerking.

Instelling van het Stabiliteitsfonds leidt niet tot «vervuiling» van ontwikkelingssamenwerking. Als bepaalde activiteiten niet voldoen aan de OESO/DAC-normen voor «Official Development Assistance» (ODA), dan zullen deze ook niet aan ODA worden toegerekend. Wél is Nederland van mening dat de huidige OESO-normen nog te weinig rekening houden met de nieuwe inzichten over de samenhang tussen vrede, veiligheid en ontwikkeling. Nederland gaat dan ook na of er internationaal voldoende draagvlak bestaat om de huidige interpretatie van de criteria van Ontwikkelingssamenwerking door OESO/DAC, die een meer integrale internationale aanpak van (potentiële) crises in de weg staat, bij te stellen.

Op welke wijze wordt het fonds gefinancierd?

Voor het Stabiliteitsfonds zullen de volgende financiële middelen ter beschikking worden gesteld: € 64 miljoen in 2004, € 110 miljoen in 2005, € 93 miljoen in 2006, € 77 miljoen per jaar vanaf 2007. De uitschieters in 2005 en 2006 zijn het gevolg van het programma voor ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR) in de Grote Meren, waarvoor in de genoemde jaren de hoogste uitgaven zijn voorzien. De financiering zal bestaan uit geld dat al gereserveerd was voor stabiliteitsbevorderende activiteiten van het Nederlands buitenlands beleid én uit additionele middelen.

Verschillende, reeds bestaande fondsen zullen voor een deel of geheel onder de noemer van het Stabiliteitsfonds worden gebracht, aangezien zij passen binnen de doelstellingen van het fonds: ontmijningsfonds, kleine wapensfonds, middelen ten behoeve van demobilisatie-, ontwapening- en reïntegratie (DDR), vredesdialogen en vredesopbouw, en het Vredesfonds. Het Vredesfonds zal daarom ophouden te bestaan. Overigens zal een deel van het Vredesfonds worden overgeheveld naar het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid ten behoeve van de financiering van activiteiten die niet onder de noemer van het Stabiliteitsfonds kunnen worden gebracht. De financiële middelen die op grond van de wens van uw Kamer zijn gereserveerd voor ontmijning en kleine wapens zullen in het nieuwe Stabiliteitsfonds worden opgenomen, waarbij de huidige uitgavenniveaus richtsnoer zullen blijven voor de toekomst.

Het Stabiliteitsfonds heeft verder de naam «fonds» gekregen, omdat het een aantal bestaande fondsen en programma's samenvoegt. Het betreft echter geen «fonds-constructie» zoals beschreven in de comptabele regelgeving.

De oprichting van het Stabiliteitsfonds is voorzien voor 1 januari 2004. Na 2 jaar zal de werking van het Stabiliteitsfonds worden geëvalueerd, over de uitkomst waarvan u te zijner tijd zal worden geïnformeerd.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. G. de Hoop Scheffer

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven

Naar boven