29 200 A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2004

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2003

Bij brief van 3 april 2003 heeft de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat mij verzocht om een inventarisatie van knelpunten inzake het programma stationsstallingen «Ruimte voor de fiets». Tevens heeft zij verzocht dieper in te gaan op de ontwikkeling van het budget; wat is reeds besteed en beschikt en wat is nog vrij besteedbaar. Bij deze voldoe ik aan dat verzoek.

Stand van zaken programma Ruimte voor de Fiets

Sinds de start van de uitvoering van het programma in de zomer van 2000 is een groot aantal fietsenstallingen bij stations vernieuwd en uitgebreid. In totaal zijn tot 1 april 2003 47 680 onbewaakte, 2 173 bewaakte fietsplaatsen en 8 828 fietskluizen gerealiseerd.

Daarmee is € 58 miljoen gemoeid. In bijlage 11 treft u een overzicht aan van de reeds omgebouwde locaties tot en met april 2003. Dit zijn er in totaal 207 (54% van alle 380 stallinglocaties). Ook is een lijst bijgevoegd (bijlage 2)1 van de 26 locaties waar al verplichtingen voor zijn aangegaan. Er blijven nog ruim 130 locaties over die voor het nog resterende budget van € 90 miljoen moeten worden omgebouwd.

Financiering

Er blijkt enige onduidelijkheid te bestaan over de beschikbaar gestelde middelen voor de ombouw van fietsenstallingen bij stations. Het volgend overzicht kan daarin helderheid verschaffen. In 1998 is een investeringsprogramma voor vernieuwing en uitbreiding van bestaande fietsenstallingen bij stations in gang gezet. De in het kader van NSP te realiseren fietsenstallingen vallen geheel buiten het investeringsprogramma en worden uit de diverse NSP-budgetten bekostigd.

Het investeringsprogramma bestaat uit drie onderdelen. Opgeteld is er in totaal f 460 (€ 208,7 mln) mee gemoeid:

• f 50 mln (€ 22,7 mln) voor de fietsenstalling(en) bij Amsterdam CS;

• f 370 miljoen (€ 167,9 mln) voor het programma Ruimte voor de Fiets, de uitbreiding en vernieuwing van bestaande fietsenstallingen bij stations;

• De resterende f 40 miljoen (€ 18,15 mln) is een inschatting geweest van de benodigde kosten voor fietsenstallingen in de projectbudgetten voor stationsverbouwingen die in de periode tot 2007 zouden worden gerealiseerd. Bij de nieuwbouw en/of renovatie van stations worden fietsenstallingen conform de uitgangspunten van het programma Ruimte voor de fiets gerealiseerd, maar de kosten worden gedekt uit het betreffende projectbudget.

Het programma Ruimte voor de Fiets wordt grotendeels gefinancierd uit de leenfaciliteit van ProRail die onderdeel is van de jaarlijkse instandhoudingsbeschikking. Daarnaast is in het IF (MIT aanlegtabel) een bedrag van € 21 miljoen beschikbaar in 2007.

Schematisch gezien ziet het programma Ruimte voor de Fiets er als volgt uit:

 LocatiesKosten
Opgeleverd t/m april 2003207€ 58 mln
Indicatief te realiseren vanaf april 2003–dec. 200326€ 20 mln
Nog te realiseren 2004 e.v. Een nader te bepalen selectie stallingen € 90 mln

Oorzaak kostenstijgingen

Ik heb u eerder aangegeven dat op het programma Ruimte voor de fiets kostenstijgingen hebben plaatsgevonden. De oorzaken van de financiële problemen bij de uitvoering van het programma zijn gelegen in een aantal kostenstijgingen:

1. De normbedragen per fietsplaats zijn fors hoger uitgevallen dan geraamd in het plan van aanpak uit 1998. Bij nadere uitwerking van de projecten bleken een aantal componenten (bijvoorbeeld egalisatie en bestrating van terreinen) te laag geraamd.

2. Door ruimtegebrek op veel stationslocaties is inpassing van een vernieuwde en uitgebreide stalling moeilijker en duurder dan verwacht. Voor een aantal stallingen blijkt het vanwege de complexiteit ter plekke niet mogelijk de verbouw ervan binnen de looptijd van het project te realiseren.

3. In het programma is rekening gehouden met hogere aantallen fietsplaatsen dan de oorspronkelijke raming.

4. Het budget is grotendeels afkomstig uit de leenfaciliteit. Op grond hiervan is het beschikbare budget niet jaarlijks geïndexeerd, terwijl de projectkosten door inflatie jaarlijks wel stijgen.

5. In het oorspronkelijke programma zijn geen bromfietsplaatsen meegenomen.

Later is rekening gehouden met 3000 bromfietsplaatsen.

6. Het programma wordt met veel lokale ambities met betrekking tot de inrichting van stationsomgevingen geconfronteerd die buiten de doelstellingen van het programma liggen.

Thans loopt een onderzoek naar de mogelijkheden voor een optimalisatie van het bestaande programma binnen de kaders van de begroting. Ik verwacht u hierover nog dit jaar te kunnen informeren.

Aanvullende middelen bevordering fietsgebruik

Nog teveel ritten vinden onnodig plaats met de auto terwijl de fiets op korte afstanden een alternatief is. Het is nodig om de juiste voorzieningen te treffen om het fietsen te bevorderen. Eén van die voorzieningen betreft de uitvoering van het programma Ruimte voor de Fiets. In verband met onder andere de geconstateerde knelpunten bij de uitvoering van het programma is een taakstellend budget van € 60 mln toegevoegd in de planstudietabel voor de jaren 2008–2010. Dit budget is bedoeld om het fietsbeleid vanuit Verkeer en Waterstaat te bevorderen en kan derhalve ook breder worden ingezet dan voor het fietsenstallingen programma.

Ik vertrouw erop u voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven