29 200 A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2004

nr. 1
VOORSTEL VAN WET

16 september 2003

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren en dat overigens de inrichting van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds moet geschieden met inachtneming van de bepalingen van de Wet op het Infrastructuurfonds (Stb. ........);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2004 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Vaststelling van de begroting van de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2004 Begrotingsstaat behorende bij de Wet van .......... 2004, Stb. ... Begroting 2004 Infrastructuurfonds Onderdeel verplichtingen, uitgaven en ontvangsten (x € 1 000)

Art.		Omschrijving	Oorspronkelijke vastgestelde begroting
			Verplichtingen	Uitgaven	Ontvangsten
		TOTAAL		5 858 944	5 805 514
01		Droge Infrastructuur		3 668 127	68 122
	01	Rijkswegen	1 691 817	1 708 524	67 122
	02	Railwegen	2 864 065	1 420 246	1 000
	03	Regionale/Lokale Infrastructuur	526 404	539 357
02		Natte Infrastructuur		944 243	94 797
	01	Waterkeren	227 322	288 281	13 210
	02	Waterbeheren en vaarwegen	577 428	655 962	81 587
03		Megaprojecten		1 210 762	39 717
	01	Westerscheldetunnel	4 625	4 625
	02	Betuweroute		413 970	22 807
	03	Hogesnelheidslijn	289 819	792 167	16 910
	04	Deltaplan Grote Rivieren
	05	Betaald rijden
04		Algemene uitgaven		35 812	23 898
	01	Voordelig/Nadelig saldo van de afgesloten rekeningen	memorie	memorie	memorie
	02	Bodemsanering	399	2 937
	03	Intermodaal vervoer	6 771	6 770
	04	Overige uitgaven/ontvangsten
	05	Garanties	memorie	memorie	memorie
	06	Prijsbijstelling uit het Fonds Economische Structuurversterking
	07	Regionale Mobiliteits fondsen	2 207	2 207
	08	Rail-Infrabeheer	23 898	23 898	23 898
05		Bijdragen ten laste van andere begrotingen van het Rijk			5 578 980
	01	Bijdragen ten laste van de begroting van V&W			3 968 005
	03	Bijdragen ten laste van de begroting van VROM
	04	Bijdragen ten laste van het Fonds Economische Structuurversterking			1 610 975

Mij bekend,

De Minister van Verkeer en Waterstaat,