29 200
Nota over de toestand van 's Rijks Financiën

nr. 49
GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN BAKKER EN DE GRAVE TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 41

Voorgesteld 8 oktober 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het kabinet de zogenaamde Film CV-regeling per 2004 wil afschaffen;

overwegende, dat de afgelopen jaren – ondanks de frequente onderbrekingen van en beperkingen in de regeling – de Nederlandse speelfilm een effectieve impuls heeft gekregen, waardoor deze meer publieksgericht is geworden en het marktaandeel van de Nederlandse film in de bioscopen is gestegen van amper 1% tot ruim 12% nu;

overwegende, dat deze toegenomen rol van de Nederlandse film in het belang is van de bevordering van de Nederlandse cultuur;

van mening, dat aan de film-cv ook nadelen kleven en dat daarom de beëindiging van de film-cv verstandig is, maar dat thans geen gat mag ontstaan in de productie van Nederlandse speelfilms;

verzoekt de regering

– de bestaande regeling eenmalig effectief te verlengen tot 1 januari 2005;

– voor de financiering hiervan gebruik te maken van de in de begroting 2003 voor dit doel gereserveerde gelden als plafond voor de in te zetten middelen in 2004;

– in overleg met de filmsector te komen tot een nieuwe opzet voor de financiering van Nederlandse films en de Kamer hierover op Prinsjesdag 2004 te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bakker

De Grave

Naar boven