29 048 Voorstel van wet van de leden Ten Hoopen en Samsom tot het stellen van regels omtrent de levering van warmte aan verbruikers (Warmtewet)

I VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 11 juni 2010

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken1 hebben kennisgenomen van de brief van de minister van Economische Zaken van 12 mei 2010 inzake de uitkomsten van het effectonderzoek Warmtebesluit en de consultatie warmtebesluit (EK 29 048, H). Naar aanleiding van de conclusies van de minister in deze brief hebben deze leden nog een aantal opmerkingen die zijn opgenomen in de brief aan de minister van 18 mei 2010.

De minister heeft op 10 juni 2010 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Warmolt de Boer

BRIEF AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Den Haag, 18 mei 2010

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 12 mei 2010 inzake de uitkomsten van het effectonderzoek Warmtebesluit en de consultatie warmtebesluit (EK 29 048, H). Naar aanleiding van uw conclusies in deze brief merken deze leden het volgende op.

U concludeert in genoemde brief het volgende: «Naar aanleiding van de consultatie zal het warmtebesluit en daarbij behorende nota van toelichting op een aantal punten worden verduidelijkt.» Interpreteren de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken deze conclusie op de juiste wijze, als zij concluderen dat u voornemens bent om te komen met een herzien warmtebesluit en een herziene daarbij behorende nota van toelichting mede op basis van nadere onderzoeken? De leden van de commissie wachten deze nadere onderzoeken en dit herziene besluit af en behouden zich het recht voor na bekend worden van de uitkomsten van dit nader onderzoek en alvorens het herziene ontwerpbesluit aan de Raad van State wordt voorgelegd, nog te reageren op dit besluit. Kunt u de leden van de commissie nader informeren over het tijdpad en de procedure met betrekking tot deze nadere onderzoeken en het herzien van het besluit?

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken zien uw reactie graag tegemoet.

De vice-voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

G. A. T. M. Reuten

BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2010

Naar aanleiding van de brief van uw Kamer van 18 mei, wijs ik graag op bijgevoegde brief die ik vandaag aan de Tweede Kamer2 heb verzonden.

Ik acht het van belang om eerst met de Tweede Kamer in overleg te treden alvorens het proces van aanpassing van het Warmtebesluit voort te zetten.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Samenstelling:

Schuurman (CU), Van den Berg (SGP), Meindertsma (PvdA), Broekers-Knol (VVD), Terpstra (CDA), Kneppers-Heynert (VVD), voorzitter, Kox (SP), Essers (CDA), Hamel (PvdA), Sylvester (PvdA), Schouw (D66), Van Driel (PvdA), Doek (CDA), Franken (CDA), Böhler (GL), Willems (CDA), Reuten (SP), vicevoorzitter, Hofstra (VVD), Asscher (VVD), Laurier (GL), Koffeman (PvdD), Elzinga (SP), Vliegenthart (SP), Kuiper (CU) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

XNoot
2

Ter inzage gelegd onder griffie nr. 142259.12.

Naar boven