Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 29046 nr. 1;2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 29046 nr. 1;2 |
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van enkele wetten op het beleidsterrein van het Ministerie van OCenW in verband met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in diverse wetten enkele wijzigingen van wetstechnische of ondergeschikte aard aan te brengen in verband met geconstateerde wetstechnische gebreken en leemten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING LEERPLICHTWET 1969
Voor de tekst van artikel 1d van de Leerplichtwet 1969 wordt de aanduiding «1.» geplaatst en er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Tot de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, behoort de mogelijkheid het hoofd van een school of instelling te laten bijstaan door een extern deskundige. Ook kunnen onder voorwaarden extra financiële middelen aan de school of instelling ter beschikking worden gesteld.
ARTIKEL II. WIJZIGING MONUMENTENWET 1988
In artikel 37, derde lid, van de Monumentenwet 1988 wordt «De artikelen 21 tot en met 23 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing (Stb. 1984, 406)» vervangen door: De artikelen 21 en 22 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.
ARTIKEL III. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS
Artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel y, luidende «y. personeel:
a. de benoemde docenten, en overig personeel dat is benoemd aan de instelling, het agrarisch innovatie- en praktijkcentrum of het landelijk orgaan;
b. het onder a bedoelde personeel dat zonder benoeming is tewerkgesteld aan de instelling, het agrarisch innovatie- en praktijkcentrum of het landelijk orgaan, tenzij het betreft de toepassing van de artikelen 3.1.2, 3.2.1, 3.3.1, 4.1.1, 4.1.2 tot en met 4.1.6, 4.3.1 tot en met 4.3.5, en de toepassing daarmee verband houdende wettelijke bepalingen.» vervalt.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel z door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel aa ingevoegd, luidende: aa. personeel:
1. de benoemde docenten, en overig personeel dat is benoemd aan de instelling, het agrarisch innovatie- en praktijkcentrum of het landelijk orgaan;
2. het onder a bedoelde personeel dat zonder benoeming is tewerkgesteld aan de instelling, het agrarisch innovatie- en praktijkcentrum of het landelijk orgaan, tenzij het betreft de toepassing van de artikelen 3.1.2, 3.2.1, 3.3.1, 4.1.1, 4.1.2 tot en met 4.1.6, 4.3.1 tot en met 4.3.5, en de toepassing daarmee verband houdende wettelijke bepalingen.
ARTIKEL IV. WIJZIGING WET GELUIDHINDER
In artikel1, derde lid, van de Wet geluidhinder vervalt: deel I van.
ARTIKEL V. WIJZIGING WET MEDEZEGGENSCHAP ONDERWIJS 1992
Artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, van de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 komt te luiden:
2°. een andere openbare school:
– het krachtens de desbetreffende gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan,
– de openbare rechtspersoon, bedoeld in artikel 47 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 50 van de Wet op de expertisecentra, of artikel 42a van de Wet op het voortgezet onderwijs, of
– de stichting, bedoeld in de artikelen 17 of 48 van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 28 of 51 van de Wet op de expertisecentra, of de artikelen 42b of 53c van de Wet op het voortgezet onderwijs;.
ARTIKEL VI. WIJZIGING WET OP BELASTINGEN VAN RECHTSVERKEER
Artikel 15, eerste lid, onderdeel k, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer wordt vervangen door:
k. bedoeld in de artikelen 49, 56, 85, tweede lid, 89, tweede lid, en 103, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 52, 58 en 101, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 42c, 50 en 76n, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 90 van de Wet op het hoger beroepsonderwijs, artikel 2.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de artikelen 9.1.3 en 9.2.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, alsmede verkrijgingen waarvoor de vervreemder de in artikel 106, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 104, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 76q, tweede lid, en 98, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs vereiste toestemming heeft verkregen, een en ander voorzover het verkregene voor onderwijs is bestemd.
ARTIKEL VII. WIJZIGING WET OP DE EXPERTISECENTRA
De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 wordt de begripsbepaling van personeel als volgt gewijzigd:
1. «personeel:
a. de benoemde directeur» wordt vervangen door: personeel:
a. de benoemde directeur.
2. Aan het slot wordt de punt vervangen door een puntkomma.
In artikel 3, achtste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In de eerste volzin komt de zinsnede die aanvangt met «a.» en eindigt met «als bedoeld onder a,» te luiden:
a. aan een hogeschool een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift dat bij of krachtens artikel 171 is aangewezen als bewijs van bekwaamheid, en aan die opleiding ten minste 126 studiepunten hebben behaald, dan wel
b. aan een universiteit een duale opleiding volgen als bedoeld in artikel 7.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek leidend tot een getuigschrift als bedoeld onder a,.
2. In de laatste volzin vervalt: en artikel 7.7a, derde lid, juncto artikel 7.7, vijfde lid,.
In artikel 40 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In het vijfde lid vervalt: , een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.
2. In het negende lid, wordt «een besluit ingevolge het tweede of derde lid,» vervangen door: een besluit ingevolge het tweede, zesde of zevende lid.
In artikel 55, eerste lid, wordt «Bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
In artikel 61, tweede lid derde volzin, wordt «het bepaalde in dat artikellid» vervangen door: het vijfde lid van dat artikel.
In artikel 62, eerste lid, wordt «vastgesteld bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 33, tweede lid onder a en b» vervangen door: vastgesteld bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 33, tweede lid, onder a en b.
In artikel 69, eerste lid, onder e, wordt «zijn van toepassing de bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in de artikelen 32 en 33, vastgestelde salarissen en toelagen, alsmede de bij die algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorschriften» vervangen door: zijn van toepassing de bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 33, vastgestelde salarissen en toelagen, alsmede de bij of krachtens die algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorschriften.
In artikel 96, tweede lid, onder a, wordt «de beslissing» vervangen door: het besluit.
In artikel 128, vierde lid, vijfde en zesde lid, vervalt telkens aan het slot van onderdeel a «en», en wordt na de komma aan het slot van onderdeel b telkens ingevoegd: en.
In artikel 132, zevende lid, wordt in de derde en vierde volzin «de beslissing» telkens vervangen door: het besluit.
In artikel 134a, zesde lid, wordt «en aan de andere rechtspersonen die zulke scholen in stand houden» vervangen door: en aan de andere rechtspersonen die een of meer niet door de gemeente in stand gehouden scholen in die gemeente in stand houden.
In artikel 145, eerste lid, wordt «het doel waarvoor zij zijn verstrekt» vervangen door: het doel waarvoor zij is verstrekt.
In artikel 167, eerste en tweede lid, wordt «een bekostiging» telkens vervangen door «bekostiging» en wordt «een lagere bekostiging» telkens vervangen door: lagere bekostiging.
In artikel 171, tweede lid, wordt in de vijfde volzin «31 juli van een bij koninklijk besluit te bepalen jaar» vervangen door «31 juli 2004», wordt in de zesde volzin «31 juli van een bij koninklijk besluit te bepalen jaar» vervangen door «31 juli 2001» en wordt in de zesde volzin «voor een tijdstip dat bij hetzelfde koninklijk besluit wordt bepaald» vervangen door: voor 1 september 2005.
De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift van artikel 5 komt te luiden: Artikel 5. Toezicht op de regionale expertisecentra.
2. Na het opschrift van artikel 169 wordt ingevoegd: Artikel 169a. Gebruik sociaal-fiscaalnummer door de rechtspersoon, bedoeld in artikel 169.
3. Na het opschrift van artikel 170 wordt ingevoegd: Artikel 170a. Gebruik sociaal-fiscaalnummer door de rechtspersoon, bedoeld in artikel 170.
ARTIKEL VIII. WIJZIGING WET OP HET ONDERWIJSTOEZICHT
De Wet op het onderwijstoezicht wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel e wordt «de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek» vervangen door: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
2. In onderdeel j wordt «het hoofd van de school» vervangen door: het hoofd van de school of instelling.
3. In onderdeel m, wordt «artikel 1c van de Leerplichtwet 1969» vervangen door: artikel 1d van de Leerplichtwet 1969.
In artikel 12, eerste lid, vervalt «of artikel 141, eerste lid,».
Artikel 33, onder a, aanhef, komt te luiden:
a. Indien het bij koninklijke boodschap van 22 december 1997 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Kamerstukken I 2000/01, 25 828, nr. 264) tot wet is verheven en voor wat betreft artikel IX, onderdelen A en F, in werking is getreden voordat deze wet tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt deze wet als volgt gewijzigd:.
ARTIKEL IX. WIJZIGING WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS
De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 wordt de begripsbepaling van personeel als volgt gewijzigd:
1. «personeel:
a. de benoemde directeur» wordt vervangen door: personeel:
a. de benoemde directeur.
2. Aan het slot wordt de punt vervangen door een puntkomma.
Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onder a, wordt «f 2987» vervangen door: € 1355.
2. In het eerste lid, onder b, sub 1, wordt «f 263» vervangen door «€ 119» en wordt «f 3538» vervangen door: € 1605.
3. In het eerste lid, onder b, sub 2, wordt «f 1073» vervangen door: € 487.
4. In het eerste lid, onder c, wordt «f 2070» vervangen door: € 939.
5. In het eerste lid, onder d, wordt «f 263» vervangen door «€ 119» en wordt «f 3538» vervangen door: € 1605.
6. In het eerste lid, onder f, wordt «f 6179» telkens vervangen door «€ 2804», wordt «f 2283» telkens vervangen door «€ 1036», wordt «f 12 358» vervangen door «€ 5608» en wordt «f 4566» vervangen door: € 2072.
7. In het derde lid, onder a, sub 1, wordt «f 263» vervangen door «€ 119» en «f 3538» vervangen door: € 1605.
8. In het derde lid, onder a, sub 2, wordt «f 1073» vervangen door: € 487.
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onder f, wordt «besluiten» vervangen door: beslissingen.
2. In het tweede lid wordt «wijze van besluitvorming» telkens vervangen door «wijze van beslissen», en wordt de «de besluitvorming» vervangen door: de wijze van beslissen.
In artikel 22, vierde lid onder c, wordt «besluit» vervangen door: beslissing.
Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid vervalt: en van het handelingsplan.
2. Het vijfde lid waarvan de tekst luidt «Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien het een verzoek betreft van ouders van een leerling in het kader van hun verzoek aan de commissie voor de indicatiestelling, bedoeld in artikel 28c, van de Wet op de expertisecentra.» en het zesde lid worden vernummerd tot respectievelijk het zesde en het zevende lid en worden geplaatst na het vijfde lid.
In artikel 52, eerste lid, wordt «Bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
In artikel 68, eerste lid, onder e, wordt «zijn van toepassing de bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in de artikelen 32 en 33, vastgestelde salarissen en toelagen, alsmede de bij die algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorschriften» vervangen door: zijn van toepassing de bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 33, vastgestelde salarissen en toelagen, alsmede de bij of krachtens die algemene maatregel van bestuur vastgestelde voorschriften.
Het opschrift van artikel 87 komt te luiden: Artikel 87. Besluit minister tot bekostiging.
In artikel 88, derde en vierde lid, wordt «beslissing» telkens vervangen door: besluit.
In artikel 98, tweede lid, onder a, wordt «de beslissing» vervangen door: het besluit.
In artikel 123, tweede lid, vervalt aan het slot van onderdeel e «en» en wordt aan het slot van onderdeel f toegevoegd: en.
In artikel 136, vierde lid, wordt «de vergoeding» vervangen door: de bekostiging.
In artikel 138, zevende lid, wordt in de derde en vierde volzin «de beslissing» telkens vervangen door: het besluit.
In artikel 140a, zesde lid, wordt «en aan de andere rechtspersonen die zulke scholen in stand houden» vervangen door: en aan de andere rechtspersonen die een of meer niet door de gemeente in stand gehouden scholen in die gemeente in stand houden.
In artikel 150, eerste lid, wordt «het doel waarvoor zij zijn verstrekt» vervangen door: het doel waarvoor zij is verstrekt.
In artikel 181, eerste en tweede lid, wordt «een bekostiging» telkens vervangen door «bekostiging» en wordt «een lagere bekostiging» telkens vervangen door: lagere bekostiging.
In artikel 186, tweede lid, wordt in de vijfde volzin «31 juli van een bij koninklijk besluit te bepalen jaar» vervangen door «31 juli 2004», wordt in de zesde volzin «31 juli van een bij koninklijk besluit te bepalen jaar» vervangen door «31 juli 2001» en wordt in de zesde volzin «voor een tijdstip dat bij hetzelfde koninklijk besluit wordt bepaald» vervangen door: voor 1 september 2005.
De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift van artikel 87 komt te luiden: Artikel 87. Besluit minister tot bekostiging.
2. Na het opschrift van artikel 183 wordt ingevoegd, luidende: Artikel 183a. Gebruik sociaal-fiscaalnummer door de rechtspersoon, bedoeld in artikel 183.
3. Na het opschrift van artikel 184 wordt ingevoegd, luidende: Artikel 184a. Gebruik sociaal-fiscaalnummer door de rechtspersoon, bedoeld in artikel 184.
ARTIKEL X. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 wordt in de begripsbepaling van «personeel» de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.
In artikel 38a, vierde lid, wordt «de titel 10» vervangen door: titel 10.
In artikel 72 wordt «artikel 75c» vervangen door: artikel 75c1.
In artikel 96g1, zesde lid, wordt «en aan de andere rechtspersonen die zulke scholen in stand houden» vervangen door: en aan de andere rechtspersonen die een of meer niet door de gemeente in stand gehouden scholen in die gemeente in stand houden.
In artikel 98b, eerste lid, vervalt aan het slot van de eerste volzin «ten behoeve van gewezen personeel».
ARTIKEL XI. WIJZIGING WET STUDIEFINANCIERING 2000
De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De begripsomschrijving van «onderwijsnummer» vervalt.
2. Na de begripsomschrijving van «masteropleiding» wordt ingevoegd: onderwijsnummer: door de IB-Groep uitgegeven persoonsgebonden nummer, toegekend aan een persoon aan wie niet van overheidswege een sociaal-fiscaalnummer is verstrekt,.
Artikel 3.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt de komma na «het gecorrigeerde belastbare loon».
2. In het derde lid vervalt «of de aanvullende alleenstaande-ouderkorting».
Artikel 3.12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «Tariefgroepwijziging» vervangen door: Alleenstaande-ouderkorting.
2. In de artikeltekst vervalt «of de aanvullende alleenstaande-ouderkorting».
Artikel 6.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «toegekende en in lening omgezette aanvullende beurs» vervangen door: toegekende en niet in gift om te zetten aanvullende beurs.
2. In het derde lid, onderdeel a, wordt na «en zijn partner» ingevoegd: geheel of gedeeltelijk.
In artikel 6.10, vierde lid, onderdeel c, wordt «na het onderdeel b bedoelde tijdstip» vervangen door: na het in onderdeel b bedoelde tijdstip.
In artikel 6.11, tweede lid, vervalt «, de aanvullende alleenstaande-ouderkorting» en «of de aanvullende alleenstaande-ouderkorting».
In artikel 6.13 vervalt «, de aanvullende alleenstaande-ouderkorting».
In artikel 7.1, tweede lid, onderdeel b, vervalt «blijkens een herziening van de mededeling, bedoeld in artikel 4.5, zesde lid».
In artikel 9.10 wordt «de artikelen 9.3 tot en met 9.5» vervangen door: de artikelen 9.2, 9.4 en 9.5.
Artikel 12.1, eerste, tweede en vierde lid, vervalt.
In artikel 12.1a wordt «Voor studerenden die voor 1 september» vervangen door: Voor deelnemers die voor 1 augustus onderscheidenlijk voor studenten die voor 1 september.
Artikel 12.1c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdelen g en h, vervalt telkens «of de aanvullende alleenstaande-ouderkorting».
2. In het derde lid, onderdeel f, vervalt «, de aanvullende alleenstaande-ouderkorting» en «of de aanvullende alleenstaande-ouderkorting».
3. In het derde lid, onderdeel g, vervalt «, de aanvullende alleenstaande-ouderkorting».
De artikelen 12.2, 12.3, 12.4, 12.5, 12.6, 12.7, 12.9, 12.10, 12.11 en 12.12 vervallen.
ARTIKEL XII. WIJZIGING WET TEGEMOETKOMING ONDERWIJSBIJDRAGE EN SCHOOLKOSTEN
De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.1, eerste lid, in de begripsbepaling van «partner», onderdeel a, wordt «of met wie hij dan meer dan 6 maanden» vervangen door: of met wie hij meer dan 6 maanden.
In artikel 2.21, tweede en derde lid, wordt «WSF 2000» telkens vervangen door: Wet studiefinanciering 2000.
In artikel 3.3, eerste lid, wordt «artikel 5, derde lid» vervangen door: artikel 5, tweede lid.
Artikel 3.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «die voor 1 oktober van het schooljaar» vervangen door: die op 1 juli van dat kalenderjaar.
2. In onderdeel b wordt «die op 1 oktober van dat schooljaar» vervangen door: die op 1 oktober van dat kalenderjaar.
In artikel 4.4, eerste lid, wordt «artikel 5, derde lid» vervangen door: artikel 5, tweede lid.
In artikel 5.9, tweede lid, wordt «na 1 oktober» vervangen door «na 30 september» en wordt «onderstaand overzicht» vervangen door: de overzichten 1 en 2, bedoeld in artikel 5.10.
Artikel 5.10, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor overzicht 1 wordt ingevoegd: De bedragen in onderstaande overzichten luiden per schooljaar en zijn uitgedrukt in euro's naar de maatstaf van 1 augustus 2000.
2. In het opschrift van overzicht 3 wordt «na 30 september» vervangen door: voor 1 oktober.
Artikel 7.1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «5.12, tweede tot en met vierde, zesde en zevende lid,» vervangen door: 5.9, 5.10.
2. In onderdeel h vervalt «blijkens een herziening van de mededeling, bedoeld in artikel 4.14, zesde lid».
In artikel 7.3, derde lid, wordt de passage vanaf «4 De in het eerste tot en met derde lid» onder invoeging van een punt na het cijfer 4 aangeduid als vierde lid.
In artikel 9.7 wordt «Indien een school als bedoeld in de artikelen 2.5, 2.6, eerste lid, 2.8 en 2.9, met uitzondering van een school als bedoeld in artikel 1.3.1 van de WEB,» vervangen door: Indien een niet volledig en rechtstreeks uit de openbare kas bekostigde school als bedoeld in de artikelen 2.5, 2.6, eerste lid, 2.8 en 2.9.
In artikel 10.3 wordt «artikel 2.10» vervangen door: artikel 2.11.
De artikelen 12.1, eerste en derde lid, 12.4, 12.7, 12.8, 12.9, 12.10, 12.11 en 12.12 vervallen.
ARTIKEL XIII. WIJZIGING WET VAN 2 APRIL 1998 TOT WIJZIGING VAN ENKELE ONDERWIJSWETTEN EN TECHNISCHE WIJZIGING VAN ENKELE ANDERE WETTEN IN VERBAND MET HET TOTSTANDBRENGEN VAN ONDER MEER EEN WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS EN EEN WET OP DE EXPERTISECENTRA (STB. 228)
In de Wet van 2 april 1998 tot wijziging van enkele onderwijswetten en technische wijziging van enkele andere wetten in verband met het totstandbrengen van onder meer een Wet op het primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra (Stb. 228) wordt aan artikel V, na het zevende lid, een nieuw lid toegevoegd, luidende:
8. De op 31 juli 1998 uit de openbare kassen bekostigde scholen, uitgaande van de Stichting Muziekinstituut van de Kathedraal St. Bavo te Haarlem, onderscheidenlijk van de Stichting Nederlands Instituut voor Katholieke Kerkmuziek te Utrecht, ten behoeve waarvan op grond van artikel 3, tweede lid, van de Lager-onderwijswet 1920 vergunning is verleend dat deze scholen minder dan 6 achtereenvolgende leerjaren omvatten, worden bekostigd als basisscholen, waarbij:
a. op deze scholen de bepalingen van de Wet op het primair onderwijs voorzover mogelijk van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat het onderwijs is bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van omstreeks 8 jaar, en
b. voor deze scholen voor de toepassing van artikel 153, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs als opheffingsnorm het getal 45 geldt.
ARTIKEL XIV. WIJZIGING WET VAN 6 DECEMBER 2001 TOT WIJZIGING VAN ENKELE ONDERWIJSWETTEN IN VERBAND MET DE INVOERING VAN PERSOONSGEBONDEN NUMMERS IN HET ONDERWIJS (STB. 681)
De Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 681) wordt als volgt gewijzigd:
In artikel XIA, eerste lid, wordt «Artikel 40a, eerste lid, tweede volzin, en derde, vierde en zesde lid, van de Wet op het primair onderwijs» vervangen door: Artikel 40b, eerste lid, tweede volzin, en derde, vierde en zesde lid, van de Wet op het primair onderwijs.
Artikel XV komt te luiden:
1. Het bevoegd gezag van een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs verstrekt voor 15 oktober van het jaar, bedoeld in artikel XIa, vijfde lid, aan de Informatie Beheer Groep het sociaal-fiscaalnummer van de deelnemers.
2. Tevens verstrekt het bevoegd gezag van een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs voor 15 oktober van het jaar, bedoeld in artikel XIa, vijfde lid, aan de Informatie Beheer Groep van de deelnemers van wie geen sociaal-fiscaalnummer kan worden overgelegd en die op 1 oktober van het hiervoor bedoelde jaar in aanmerking kunnen worden gebracht voor bekostiging, de gegevens betreffende geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, geslacht, adres en woonplaats.
3. De Informatie Beheer Groep verstrekt uiterlijk op 31 december van het jaar, bedoeld in het tweede lid, aan het bevoegd gezag van de in het tweede lid bedoelde deelnemers het sociaal-fiscaalnummer of, voorzover is gebleken dat aan de deelnemer geen sociaal-fiscaalnummer is toegekend, een door de Informatie Beheer Groep uitgegeven persoonsgebonden nummer voor de desbetreffende deelnemer, het onderwijsnummer.
4. Het bevoegd gezag neemt na ontvangst van het in het derde lid bedoelde sociaal-fiscaalnummer of onderwijsnummer van een deelnemer, dit nummer op in de administratie van de instelling bij de gegevens van de desbetreffende deelnemer.
ARTIKEL XV. WIJZIGING WET VERZELFSTANDIGING INFORMATISERINGSBANK
De Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt na «het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet» ingevoegd «2000» en wordt «, het Besluit Nederlands als tweede taal» betreft;« vervangen door: en het Besluit Nederlands als tweede taal, alsmede eventuele op die wetten en algemene maatregelen van bestuur berustende ministeriële regelingen;.
In artikel 10, eerste en tweede lid, wordt «Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen» telkens vervangen door: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
ARTIKEL XVI. INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS ONDER WERKING VAN DE WET OP HET ONDERWIJSTOEZICHT
1. Voor de toepassing van de Wet op het onderwijstoezicht wordt in artikel 1, onderdeel e, van die wet tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip onder «onderwijswet» mede verstaan de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs.
2. De artikelen 18 en 19 van de Wet op het onderwijstoezicht zijn tot het in het eerste lid bedoelde tijdstip van overeenkomstige toepassing op de taken van de in die artikelen bedoelde instellingen ter uitvoering van de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs.
ARTIKEL XVII. TOEKOMSTIGE WIJZIGING VAN DE WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS IN VERBAND MET DE WET VAN 6 DECEMBER 2001 TOT WIJZIGING VAN ENKELE ONDERWIJSWETTEN IN VERBAND MET DE INVOERING VAN PERSOONSGEBONDEN NUMMERS IN HET ONDERWIJS (STB. 681)
Op het tijdstip waarop de Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 681) voor wat betreft artikel I, onderdelen A, B en D in werking treedt, wordt de Wet op het primair onderwijs als volgt gewijzigd:
In artikel 1 wordt in de begripsomschrijving van «persoonsgebonden nummer» de zinsnede «bedoeld in artikel 40a, vierde lid;» vervangen door: bedoeld in artikel 40b, vierde lid;.
In artikel 40a met het opschrift «Artikel 40a. Te verstrekken gegevens bij toelating» wordt «Artikel 40a. Te verstrekken gegevens bij toelating» vervangen door: Artikel 40b. Te verstrekken gegevens bij toelating.
In de inhoudsopgave wordt «Artikel 40a. Te verstrekken gegevens bij toelating» vervangen door: Artikel 40b. Te verstrekken gegevens bij toelating.
ARTIKEL XVIII. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt bepaald dat artikel XIII terugwerkt tot en met 1 augustus 1998 en de artikelen VI, VIII, onderdeel B, en IX, onderdeel E, terugwerken tot en met 1 augustus 2003, met dien verstande dat:
a. artikel VI terugwerkt voor wat betreft artikel 76n, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs tot en met 1 januari 1997,
b. artikel VI terugwerkt voor wat betreft artikel 49 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 52 van de Wet op de expertisecentra en 42c van de Wet op het voortgezet onderwijs tot en met 1 februari 1997, en
c. artikel VI terugwerkt voor wat betreft artikel 89, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs tot en met 1 augustus 1998.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29046-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.