29 042
Implementatie van het kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie (Overleveringswet)

nr. 22
AMENDEMENT VAN DE LEDEN GRIFFITH EN VAN DER LAAN

Ontvangen 25 november 2003

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 35, derde lid, komt te luiden:

3. Feitelijk overlevering kan bij wijze van uitzondering achterwege blijven zolang er ernstige humanitaire redenen bestaan die aan de feitelijke overlevering in de weg staan, in het bijzonder zolang het gelet op de gezondheidstoestand van de opgeëiste persoon niet verantwoord is om te reizen. De uitvaardigende justitiële autoriteit wordt onverwijld hiervan in kennis gesteld. De officier van justitie bepaalt, na overleg met de uitvaardigende justitiële autoriteit, de tijd en plaats waarop de feitelijke overlevering alsnog kan plaatsvinden. De feitelijke overlevering vindt alsdan uiterlijk tien dagen na de vastgestelde datum plaats.

Toelichting

Door de wijziging van de eerste volzin van het derde lid wordt nauwer aangesloten bij hetgeen het kaderbesluit in artikel 23, vierde lid, als redenen voor uitstel van de feitelijke overlevering vermeldt. De met name genoemde uitzondering dat de gezondheidstoestand van de opgeëiste persoon zodanig is, dat het niet verantwoord is om te reizen, is overgenomen uit artikel 64 van de Vreemdelingenwet.

Griffith

Van der Laan

Naar boven