29 042
Implementatie van het kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie (Overleveringswet)

nr. 191
GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER LAAN EN GRIFFITH TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 17

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 24 november 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het mogelijk is dat een lidstaat overlevering vraagt van een Nederlander die van een in Nederland gepleegd feit dat volgens de Nederlandse wet niet strafbaar is dan wel, in Nederland niet vervolgd zal worden;

overwegende, dat deze persoon dan zonder zijn medeweten zal worden opgenomen in het Schengen Informatie Systeem (SIS) en dus bij bezoek aan een lidstaat anders dan Nederland het risico loopt alsnog overgeleverd te worden aan een andere lidstaat;

overwegende, dat de hieruit volgende rechtsonzekerheid onwenselijk is;

verzoekt de regering te onderzoeken in hoeverre deze rechtsonzekerheid verminderd kan worden

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Laan

Griffith


XNoot
1

I.v.m. de correcte vermelding van de indieners.

Naar boven