nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT
Ontvangen 21 november 2003
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 29, eerste lid, vervalt. Tevens vervalt de aanduiding «2.»
voor het tweede lid.
II
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
A. Het derde lid wordt vervangen door:
3. De griffier van de rechtbank zendt aan Onze Minister onverwijld een
gewaarmerkt afschrift van haar uitspraak toe. Indien de overlevering toelaatbaar
is verklaard, doet zij het afschrift vergezeld gaan van haar advies omtrent
het aan het verzoek tot overlevering te geven gevolg. Een afschrift van het
advies wordt door de griffier van de rechtbank toegezonden aan de officier
van justitie en aan de opgeëiste persoon en diens raadsman ter hand gesteld
of toegezonden.
B. Het vierde lid vervalt.
III
Na artikel 31 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 31a
1. Onze Minister beslist zo spoedig mogelijk over de overlevering.
2. Is de overlevering bij rechterlijke uitspraak ontoelaatbaar verklaard,
dan wordt afwijzend beschikt.
3. Is de overlevering alleen wegens ongenoegzaamheid van de overgelegde
stukken ontoelaatbaar verklaard, dan kan Onze Minister zijn beslissing aanhouden.
Hetzelfde geldt, indien de uitlevering wel toelaatbaar is verklaard, doch
Onze Minister nadere stukken nodig acht voor een verantwoorde beslissing zijnerzijds.
4. In geval van aanhouding van zijn beslissing biedt Onze Minister de autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat gelegenheid om, binnen
een door hem te stellen redelijke termijn, nadere stukken over te leggen.
5. Worden de gevraagde nadere stukken niet binnen de daarvoor gestelde
termijn overgelegd, dan beschikt Onze Minister afwijzend op de overlevering.
Artikel 31b
1. Wanneer Onze Minister binnen de daarvoor gestelde termijn nadere stukken
ontvangt, kan hij het dossier van de zaak opnieuw toezenden aan de officier
van justitie. Alsdan vinden de artikelen 23 tot en met 26, 28, 30, 31, 31a
en 32 wederom toepassing.
2. Voor zover de nadere stukken daartoe aanleiding geven, wordt de overlevering
alsnog door de rechter toelaatbaar verklaard.
Artikel 31c
Van zijn beslissing op de overlevering, alsmede van de aanhouding daarvan
overeenkomstig artikel 31a, derde lid, geeft Onze Minister onverwijld kennis
aan de officier van justitie. In geval van overlevering vermeld Onze Minister
tevens de termijn, bedoeld in artikel 32, tweede volzin.
IV
Artikel 32 wordt vervangen door:
Artikel 32
Onze Minister brengt zijn beslissing over de overlevering onverwijld ter
kennis van de uitvaardigende justitiële autoriteit. Indien de overlevering
is toegestaan, vermeldt hij hetzij de termijn waarbinnen de overlevering dient
plaats te vinden, hetzij het bestaan van een concurrerend uitleveringsverzoek
of een overleveringsverzoek van het Internationaal Strafhof of een ander internationaal
tribunaal.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe dat de minister zijn rol behoudt bij de overlevering
van mensen. In het voorliggende wetsvoorstel is er geen politieke inmenging
meer mogelijk, waardoor de rechter een grote macht krijgt. Dit amendement
beoogt de huidige praktijk te continueren.
De Wit