29 031
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van richtlijn nr. 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequentie van de opvang van deze personen (PbEG L 212)

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ

Ontvangen 19 mei 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B wordt het tweede lid van artikel 43a vervangen door:

2. Artikel 42, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

3. Een besluit op grond van artikel 43 vervalt van rechtswege ten aanzien van vreemdelingen die tijdelijke bescherming genieten en op wie het eerste lid van toepassing is.

Toelichting

Dit amendement beoogt te voorkomen dat van een overlap van besluitmoratoria sprake kan zijn. In de nota naar aanleiding van het verslag (blz. 20) erkent de regering dat van een dergelijke overlap sprake kan zijn indien Nederland, vooruitlopend op een Raadsbesluit, zelf op grond van artikel 43 al besloten heeft tot instelling van een besluitmoratorium, maar vervolgens, geconfronteerd met een Raadsbesluit, een moratorium invoert op grond van het voorgestelde artikel 43a. Een dergelijke overlap zou aanleiding kunnen geven tot verwarring, mede omdat tegen een moratorium ex artikel 43 staat beroep open staat, maar tegen het gelijktijdig werkende moratorium ex artikel 43a niet.

Van der Staaij

Naar boven