nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 16 oktober 2003
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt als volgt te luiden: Wijziging van belastingwetten
c.a. (Technische herstelwet 2003).
2. In artikel I, onderdeel B, eerste lid,
wordt «van een werkgever waarin» vervangen door: van een werkgever
die een met de belastingplichtige verbonden persoon is als bedoeld in artikel
3.91, of waarin.
3. Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel A, eerste lid, wordt in artikel 10, eerste lid, onderdeel
i, «dan wel indien de werkruimte» vervangen door: dan wel de werkruimte.
4. Artikel XVII wordt als volgt gewijzigd:
a. In het vierde lid wordt «onderdeel D, tweede lid en de onderdelen
E, G, H en I» vervangen door: onderdelen D tot en met I.
b. Het zesde lid wordt vervangen door:
6. Artikel VIII, onderdeel C, werkt terug tot en met 4 september 2003.
c. Het zevende lid wordt vervangen door:
7. Artikel I, onderdelen J en K, en artikel XVI, werken terug tot en met
1 januari 2004.
Toelichting
Deze nota van wijziging bevat ondermeer voorstellen die in de nota naar
aanleiding van het verslag zijn aangekondigd.
1. In het verslag bij dit wetsvoorstel hebben de leden van de fractie
van de SGP aangegeven dat uit de titel van het wetsvoorstel duidelijk moet
worden dat het gaat om belastingwetgeving. In de nota naar aanleiding van
het verslag heb ik aangegeven het opschrift in deze zin aan te zullen passen.
Onderhavig wijzigingsvoorstel strekt hiertoe.
2. De voorgestelde wettekst is aangevuld naar aanleiding van een opmerking
betreffende de rangorderegeling in het verslag. Deze aanvulling heeft betrekking
op een werknemer die loon geniet van een met hem verbonden persoon (bijv.
zijn partner) en in het kader van die dienstbetrekking in zijn woning een
kwalificerende werkruimte gebruikt en daarvoor een vergoeding ontvangt. Net
als bij de aanmerkelijkbelanghouder is het voorstel de vergoeding voor die
werkruimte en die werkruimte zelf in de inkomstenbelasting in aanmerking te
nemen bij het resultaat uit overige werkzaamheden.
3. In het voorgestelde artikel 10, eerste lid, onderdeel i, Wet op de
vennootschapsbelasting 1969 is het woord «indien» na «dan
wel» en vóór «de werkruimte» verwijderd. Dit
betreft een tekstuele verbetering.
4. De drie voorgestelde wijzigingen in de inwerkingtredingsbepaling betreffen
verduidelijkingen.
De wijzigingen met betrekking tot de earn-outregeling in de artikelen
13d en 15ac hangen samen met de per 1 januari 2003 in artikel 13, eerste lid,
derde volzin, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 neergelegde uitbreiding
van de earn-outregeling met prijsaanpassingen, die bijvoorbeeld voortvloeien
uit balansgaranties. Het ligt daarom voor de hand ook deze wijzigingen per
1 januari 2003 in werking te laten treden. De wijziging van het vierde lid
strekt daartoe.
Artikel XVII, zesde lid, van het ingediende wetsvoorstel voorziet reeds
in terugwerkende kracht tot de datum van indiening van het wetsvoorstel bij
de Tweede Kamer van een reparatie in de Invorderingswet 1990. Nu de datum
van indiening inmiddels bekend is, is in de nieuwe formulering deze datum
genoemd om te voorkomen dat de lezer moet opzoeken bij welke koninklijke boodschap
het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer is ingediend.
Artikel XVII, zevende lid, is redactioneel aangepast. Het betreft niet
een inwerkingtredingbepaling, doch een bepaling die aangeeft vanaf welk tijdstip
een wijziging toepassing vindt.
De Staatssecretaris van Financiën,
J. G. Wijn