nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van het Wetboek van Strafrecht in verband met de bestrijding van fraude en
vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten (fraude niet-chartaal
geldverkeer).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
4 september 2003
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het noodzakelijk is een aantal
bepalingen in het Wetboek van Strafrecht in verband met het besluit van de
Raad van de Europese Unie van 28 mei 2001, betreffende de bestrijding
van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten
(PbEG L 149), te wijzigen en aan te vullen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 226 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel 5°, vervalt de zinsnede «voor
omloop bestemd».
2. In het tweede lid wordt «aflevert of voorhanden heeft»
vervangen door: aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich verschaft, vervoert,
verkoopt of overdraagt.
B
In artikel 231, eerste lid, wordt «met gevangenisstraf van ten hoogste
vier jaren of geldboete van de vierde categorie» vervangen door: met
gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
C
In artikel 232, tweede lid, wordt «aflevert en voorhanden heeft»
vervangen door: aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich verschaft, vervoert,
verkoopt of overdraagt.
D
Artikel 234 komt te luiden:
Artikel 234
Hij die stoffen, voorwerpen of gegevens vervaardigt, ontvangt, zich verschaft,
verkoopt, overdraagt of voorhanden heeft waarvan hij weet dat zij bestemd
zijn tot het plegen van enig in artikel 226, eerste lid, onder 2°–5°,
artikel 231, eerste lid, en artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete
van de vierde categorie.
E
In artikel 317, eerste lid, vervalt de zinsnede «met geldswaarde
in het handelsverkeer».
ARTIKEL II
Indien het bij koninklijke boodschap van 8 juli 1999 ingediende voorstel
van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering
en de Telecommunicatiewet in verband met nieuwe ontwikkelingen in de informatietechnologie
(computercriminaliteit II) (26 671) tot wet wordt verheven en deze wet
in werking treedt voor of op het tijdstip waarop die wet in werking treedt,
komt artikel I, onderdeel K, subonderdeel 2, van die wet te luiden:
K
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt
van de valse of vervalste pas of kaart als ware deze echt en onvervalst, dan
wel opzettelijk zodanige pas of kaart aflevert, voorhanden heeft, ontvangt,
zich verschaft, vervoert, verkoopt of overdraagt, terwijl hij weet of redelijkerwijs
moet vermoeden dat de pas of kaart bestemd is voor zodanig gebruik.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,