29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

AF VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 mei 2025

De vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei1 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de Minister van Klimaat en Groene Groei over Voortgang aanpak netcongestie. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:

  • De uitgaande brief van 29 april 2025.

  • De antwoordbrief van 26 mei 2025.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, Karthaus

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN / KLIMAAT EN GROENE GROEI

Aan de Minister van Klimaat en Groene Groei

Den Haag, 29 april 2025

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 24 maart 2025 over de voortgang van de aanpak van netcongestie in het kader van de voorzienings- en leveringszekerheid van energie.2 De leden van de fracties van BBB, SP en JA21 hebben naar aanleiding hiervan enkele vragen en opmerkingen.

Vragen van de leden van de fractie van de BBB

De leden van de fractie van de BBB hebben de volgende vragen over de aangekondigde aanpak van de netcongestie:

U geeft aan in te zetten op drie punten in uw aanpak3, te weten:

  • 1) Beter benutten mogelijk maken: het scheppen van (juridische) randvoorwaarden door de ontwikkeling van alternatieve contractvormen en mogelijkheden voor congestiemanagement uit te breiden.

  • 2) Beter benutten bedrijven en instellingen: ondersteuning voor grootverbruikers om meer flexibel worden in hun elektriciteitsgebruik.

  • 3) Beter benutten kleinverbruikers: het bieden van handvatten aan huishoudens en andere kleine verbruikers om efficiënt gebruik te maken van het laagspanningsnet.

Ook de thema’s wonen en mobiliteit vallen binnen dit laatste onderdeel. Nu de salderingsregeling op uw initiatief versneld wordt afgeschaft zouden de leden van de fractie van de BBB graag de aanschaf van batterijen stimuleren. U geeft aan dat er een keurmerk komt voor batterijen die een positief effect hebben op de netcongestie. Komen er maatregelen om de aanschaf van dergelijke batterijen te stimuleren en daarmee de pijn van het afschaffen van de salderingsregeling enigszins te verzachten? De genoemde leden ontvangen hierop graag een toelichting.

De fractieleden van de BBB pleiten voor een vierde punt in de voorgestelde aanpak, namelijk het maken van ruimtelijke keuzes, bijvoorbeeld door de vestiging van grootverbruikers zoals datacenters (ook in de daarvoor aangewezen gebieden) niet langer te faciliteren, ook gezien de huidige overcapaciteit van 75%. Bent u bereid een dergelijke punt toe te voegen en aan de slag te gaan met het door deze leden aangedragen suggestie? Graag ontvangen deze leden een toelichting.

Bouwondernemingen in woonwijken kiezen nu massaal voor individuele luchtwarmtepompen terwijl warmtekrachtkoppelingen (WKK’s) goedkoper en duurzamer kunnen worden ingezet. Bent u bereid in samenwerking met uw collega van VRO onderzoek te doen naar de inzet van WKK’s in de gebouwde omgeving?

Graag ontvangen de leden van de fractie van de BBB een overzicht van lopende pilots op het gebied van vermindering van netcongestie inclusief doorlooptijd, beschreven in een kort memorandum. Kunt u de leden van de fractie van de BBB een dergelijke uiteenzetting, mogelijk in samenwerking met Netbeheer Nederland, doen toekomen?

De fractieleden van de BBB zijn gestuit op een initiatief in de Kop van Noord-Holland, bestaande uit een ketting van batterijen om energie te transporteren van een gebied waar een overschot is naar een gebied waar een tekort is. De initiatiefnemers pretenderen een betaalbare oplossing te hebben gevonden voor de netcongestie. Ze hebben hierover onder andere contact gehad met de Tweede Kamerleden Erkens (VVD) en Vermeer (BBB). Bent u bekend met dit initiatief? Bent u bereid met de initiatiefnemers in gesprek te gaan over een pilot? Kan een dergelijk initiatief een beroep doen op het stimuleringsprogramma energiehubs? Welke rol speelt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hierbij?

Bestaat er een mogelijkheid voor bedrijventerreinen om gezamenlijk als eenheid de netcongestie te verminderen, waarbij de netbeheerder de overall regie houdt? De leden van de fractie van de BBB ontvangen hierop graag een toelichting.

U geeft in uw brief aan dat er discussie is over een prioritering die 1 januari 2026 van kracht wordt. Zo gaan drinkwaterbedrijven van basisbehoefte naar veiligheid. Kunt u uitleggen wat de consequenties zijn van een dergelijke wijziging? Staan er nog andere wijzigingen op stapel? Welke kwalificatie hebben eerdergenoemde datacenters?

U geeft in uw brief tevens aan sectoroverleg te voeren met de waterschappen over gezamenlijke aanpak vermindering netcongestie. Als mogelijke volgende sectoren geeft noemt u de glastuinbouw, de levensmiddelenindustrie en de metaalbewerking. Waarop baseert u uw volgende keuze, zo vragen de leden van de BBB-fractie.

Vragen van de leden van de fractie van de SP

U stelt in uw brief: «De gezamenlijke netbeheerders zullen in de zomer van 2025 een ontwerp codevoorstel gereed hebben voor alternatieve nettarieven voor kleinverbruikers, op basis van het onderzoek van Berenschot van oktober 2024».4 Op welke wijze voorkomt u een stapeling van negatieve effecten rond stroomgebruik voor inwoners, zo vragen de leden van de SP-fractie. Op welke wijze worden de lusten (subsidies, compensaties, stimulering etc.) en lasten (hogere netbeheerskosten, wegvallen saldering, al dan niet kunnen worden aangesloten op het net etc.) voor inwoners en bedrijven in balans gebracht bij de aanpak van netcongestie? En welke kosten betaalt de grootverbruiker of grootopwekker voor diens rol in het veroorzaken van de netcongestie?

Vanuit het Landelijk Actieplan Netcongestie (LAN) wordt gesproken over drie kansen voor betere benutting van het huidige stroomnet. Hierin wordt gesproken over «ondersteuning voor grootverbruikers» en «het bieden van handvatten aan huishoudens en andere kleine verbruikers». Waarom wordt er gekozen voor het onderscheid van ondersteunen van de één, en handvatten voor de ander? Waarom wordt er voor gekozen om beleid dat strijdig is aan doelen, te weten daltarieven op statische momenten waarmee verbruik in de avond c.q. de nacht wordt gestimuleerd, vooralsnog in stand te houden?

Tot slot vragen de leden van de fractie van de SP welke impact de keuzes in de Voorjaarsnota hebben op de verzwaring van het stroomnet?5

Vragen van de leden van de fractie van JA21

Heeft u kennisgenomen van het bericht van TenneT waarin wordt gesteld dat «plotseling» op meerdere plaatsen in Nederland extra capaciteit op het stroomnet beschikbaar is gekomen voor bedrijven, terwijl hiervoor jarenlang wachtlijsten en beperkingen golden?6 Hoe verklaart u deze onverwachte ontdekking, en waarom is dit niet eerder onderkend of gecommuniceerd, zo vragen de leden van de JA21-fractie.

Deze leden vragen hoe deze plotselinge beschikbare capaciteit zich verhoudt tot het kabinetsbeleid rondom «slimmer inzicht», zoals beschreven in uw brief, waarin u stelt dat beter inzicht in netbelasting, plannen en prognoses essentieel is voor bedrijven en overheden.7 Bent u het ermee eens dat deze verrassende ontwikkeling het vertrouwen in de betrouwbaarheid van netmonitoring en capaciteitsplannen ondermijnt?

Bent u bereid te onderzoeken of, en zo ja in hoeverre, bedrijven die eerder werden geweigerd of vertraagd vanwege vermeende netcongestie schade hebben geleden door mogelijk onjuiste of achterhaalde inschattingen van de beschikbare capaciteit, zo vragen deze leden.

Hoe gaat u in de toekomst voorkomen dat beschikbare capaciteit op basis van onvolledige of onjuiste informatie niet wordt toegekend aan bijvoorbeeld bedrijven?

Voorts informeren de leden van de JA21-fractie of het bericht van TenneT reden geeft om de investerings- en kapitaalbehoefte van TenneT neerwaarts bij te stellen.

Tot slot vragen deze leden wat het bericht van Tennet voor de investeringsagenda voor Tennet Duitsland betekent.

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze bij voorkeur binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, S.M. Kluit

BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2025

Hierbij ontvangt u de beantwoording op de vragen die zijn gesteld in het schriftelijk overleg over de voortgang aanpak netcongestie (kenmerk 176790.01U).

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans

Beantwoording schriftelijk overleg over de voortgang aanpak netcongestie

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 24 maart 2025 over de voortgang van de aanpak van netcongestie in het kader van de voorzienings- en leveringszekerheid van energie. De leden van de fracties van BBB, SP en JA21 hebben naar aanleiding hiervan enkele vragen en opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de BBB

U geeft aan in te zetten op drie punten in uw aanpak, te weten:

  • 1) Beter benutten mogelijk maken: het scheppen van (juridische) randvoorwaarden door de ontwikkeling van alternatieve contractvormen en mogelijkheden voor congestiemanagement uit te breiden.

  • 2) Beter benutten bedrijven en instellingen: ondersteuning voor grootverbruikers om meer flexibel worden in hun elektriciteitsgebruik.

  • 3) Beter benutten kleinverbruikers: het bieden van handvatten aan huishoudens en andere kleine verbruikers om efficiënt gebruik te maken van het laagspanningsnet.

Ook de thema’s wonen en mobiliteit vallen binnen dit laatste onderdeel. Nu de salderingsregeling op uw initiatief versneld wordt afgeschaft zouden de leden van de fractie van de BBB graag de aanschaf van batterijen stimuleren.

Vraag 1

U geeft aan dat er een keurmerk komt voor batterijen die een positief effect hebben op de netcongestie. Komen er maatregelen om de aanschaf van dergelijke batterijen te stimuleren en daarmee de pijn van het afschaffen van de salderingsregeling enigszins te verzachten?

Antwoord 1

Voor de discussie over wenselijkheid van stimulering van batterijen zijn allereerst duidelijke randvoorwaarden essentieel. Dit houdt onder andere in dat batterijen technisch slim ingezet kunnen worden op een manier die netcongestie niet verergert. In juni wordt een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over onder meer de stand van zaken van netcongestie op het laagspanningsnet. Hierin zal ook op deze vraag worden ingegaan.

Vraag 2

De fractieleden van de BBB pleiten voor een vierde punt in de voorgestelde aanpak, namelijk het maken van ruimtelijke keuzes, bijvoorbeeld door de vestiging van grootverbruikers zoals datacenters (ook in de daarvoor aangewezen gebieden) niet langer te faciliteren, ook gezien de huidige overcapaciteit van 75%. Bent u bereid een dergelijk punt toe te voegen en aan de slag te gaan met het door deze leden aangedragen suggestie?

Antwoord 2

Ruimtelijke sturing op de nationale onderdelen van het energiesysteem voert het Rijk via het Programma Energiehoofdstructuur (PEH). Daarbij gaat het onder meer over slimme locatiekeuzes van vraag en aanbod, mede vanuit het energiesysteem. In de overkoepelende Nota Ruimte worden de verschillende nationale ruimtelijke opgaven in samenhang bekeken; bijvoorbeeld economische activiteiten, landbouw en energie. Dit gebeurt ook op regionaal niveau, want het is van belang om de impact op het energiesysteem mee te wegen bij ruimtelijke plannen. Met de medeoverheden wordt dit jaar aan een nieuwe interbestuurlijke samenwerkingsagenda gewerkt met afspraken over de verdere ontwikkeling van de decentrale kant van het energiesysteem en de kaders (onder andere qua ruimtelijke sturing) die daarvoor nodig zijn.

Vraag 3

Bouwondernemingen in woonwijken kiezen nu massaal voor individuele luchtwarmtepompen terwijl warmtekrachtkoppelingen (WKK’s) goedkoper en duurzamer kunnen worden ingezet. Bent u bereid in samenwerking met uw collega van VRO onderzoek te doen naar de inzet van WKK’s in de gebouwde

omgeving?

Antwoord 3

Het kabinet zet samen met de bouwsector, provincies, gemeenten en netbeheerders in op netbewuste nieuwbouw. Hierover zijn afspraken gemaakt tijdens de Woontop8. Netbewuste nieuwbouw is ook een concrete maatregel van de de aanpak van netcongestie in de regio Flevopolder-Gelderland-Utrecht (FGU)9. Hierbij wordt ingezet op het ontwikkelen van netbewuste nieuwbouwconcepten op verschillende niveaus (woningniveau tot aan gebiedsniveau) en op verschillende technieken. Het kabinet ziet geen meerwaarde om naast deze brede inzet op netbewuste nieuwbouw nog aanvullend onderzoek te doen.

Vraag 4

Graag ontvangen de leden van de fractie van de BBB een overzicht van lopende pilots op het gebied van vermindering van netcongestie inclusief doorlooptijd, beschreven in een kort memorandum. Kunt u de leden van de fractie van de BBB een dergelijke uiteenzetting, mogelijk in samenwerking met Netbeheer Nederland, doen toekomen?

Antwoord 4

Veel bedrijven, instellingen en particulieren werken aan oplossingen om netcongestie te mitigeren. Zowel bij grootverbruikers als kleinverbruikers lopen verschillende initiatieven die als pilot bestempeld worden. De term pilot is een breed begrip. Er wordt echter geen landelijke lijst van alle initiatieven en pilots bijgehouden, ook niet door de netbeheerders.

Specifiek voor grootverbruikers lopen er verschillende pilots met alternatieve contractvormen die nog in ontwikkeling zijn, een overzicht hiervan is gedeeld in de LAN voortgangsrapportage10. Hierin is onder andere te lezen dat er 8 pilots met groepstransportovereenkomsten lopen en 40 met het tijdsblokgebonden transportrecht. Over het algemeen hebben deze pilots, waarbij vooruitgelopen wordt op nieuwe contractvormen, geen einddatum en dus ook geen doorlooptijd. Deze cijfers worden halfjaarlijks door de netbeheerders geactualiseerd.

Voor kleinverbruikers lopen er verschillende pilots. Zo wordt gewerkt aan netbewust thuisladen van elektrische auto’s via een marktgebaseerde flex-pilot. Deze pilot is gericht op het verplaatsen van stroomverbruik van momenten van krapte op het stroomnet naar momenten dat er minder krapte is. Verder is een pilot gestart rondom geaggregeerde flex op afroep. Deze marktgebaseerde flex-pilot is gericht op het actief verminderen van overbelasting door stroom terug te laten leveren tijdens piekmomenten, tijdens de winterperiode van 2025/2026. Een belangrijk onderdeel van het traject is om te begrijpen hoe verwachte knelpunten kunnen worden vertaald naar een behoefte waardoor marktpartijen gericht aanstuurbare flexibiliteit kunnen mobiliseren bij huishoudens. Het doel is om groepen thuisbatterijen te laten ontladen op basis van concrete afroepverzoeken vanuit een netbeheerder. Tot slot introduceren netbeheerders dit najaar op een aantal plaatsen de gratis app BuurtNet, waarmee bewoners inzicht krijgen in de actuele netcapaciteit voor de komende 48 uur en hen handelingsperspectief wordt geboden. Voor alle drie deze pilots geldt dat ze de komende winter worden uitgevoerd.

Vraag 5

De fractieleden van de BBB zijn gestuit op een initiatief in de Kop van Noord-Holland, bestaande uit een ketting van batterijen om energie te transporteren van een gebied waar een overschot is naar een gebied waar een tekort is. De initiatiefnemers pretenderen een betaalbare oplossing te hebben gevonden voor de netcongestie. Ze hebben hierover onder andere contact gehad met de Tweede Kamerleden Erkens (VVD) en Vermeer (BBB). Bent u bekend met dit initiatief? Bent u bereid met de initiatiefnemers in gesprek te gaan over een pilot? Kan een dergelijk initiatief een beroep doen op het stimuleringsprogramma energiehubs? Welke rol speelt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hierbij?

Antwoord 5

Het kabinet is bekend met dergelijke initiatieven waarbij batterijen, bijvoorbeeld in combinatie met eigen opwek en een Energie Management Systeem (EMS), een oplossing bieden voor bedrijven en instellingen die problemen ondervinden door netcongestie. Vanuit het Stimuleringsprogramma Energiehubs is budget beschikbaar voor de ontwikkeling van energiehubs en het ontwikkelen en uitwisselen van kennis over dit soort technieken, maar worden geen assets gefinancierd. Wel kunnen bedrijven en instellingen voor subsidie van assets zoals batterijen een aanvraag doen via de Flex-e regeling, uitgevoerd door RVO, als deze bijdragen aan het verminderen van netcongestie. In de Energie-investeringsaftrek (EIA) kunnen ondernemers energieopslag, waaronder batterijopslag, meenemen. Ook de aanvraag voor de EIA verloopt via RVO. Tot slot zijn er mogelijkheden tot het aantrekken van kapitaal via Invest-NL en de Regionale Ontwikkelmaatschappijen voor innovatieve ondernemers die werken aan duurzame oplossingen voor Nederland.

Vraag 6

Bestaat er een mogelijkheid voor bedrijventerreinen om gezamenlijk als eenheid de netcongestie te verminderen, waarbij de netbeheerder de overall regie houdt?

Antwoord 6

Bedrijven kunnen samenwerken in een energiehub en daarvoor een groepstransportovereenkomst (GTO) afsluiten met de netbeheerder. De netbeheerder geeft daarbij de groep een bepaald transportvermogen en de bedrijven op het terrein maken onderling afspraken over wie, wanneer, hoeveel verbruikt. Door opwek en verbruik slim op elkaar af te stemmen kan hiermee de belasting van het net verlaagd worden en kan netcongestie verminderd worden.

Bij deze samenwerkingsvorm houden alle partijen hun eigen aansluiting, blijft de netbeheerder verantwoordelijk voor het net en is er een contractuele afspraak met de netbeheerder gemaakt over het gezamenlijke transportvermogen. De GTO wordt op dit moment op pilotbasis aangeboden, terwijl de Autoriteit Consument en Markt (ACM) werkt aan de juridische borging. De benodigde codewijziging zal begin 2026 gereed zijn. Naast het delen van capaciteit via de GTO kan een energiehub ook bijdragen aan het verminderen van netcongestie door vraagsturing (gebruik van duurzame energie wanneer er meer aanbod is), slimme opslag en conversie tussen energiedragers.

Vraag 7

U geeft in uw brief aan dat er discussie is over een prioritering die 1 januari 2026 van kracht wordt. Zo gaan drinkwaterbedrijven van basisbehoefte naar veiligheid. Kunt u uitleggen wat de consequenties zijn van een dergelijke wijziging? Staan er nog andere wijzigingen op stapel? Welke kwalificatie hebben eerdergenoemde datacenters?

Antwoord 7

De ACM werkt dit moment, naar aanleiding van een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), aan het opstellen van een nieuw prioriteringskader. Het CBb heeft bepaald dat de ACM hierover een nieuw besluit moet nemen en dat het huidige kader vanaf 1 januari 2026 niet meer geldig is. De ACM heeft dus tot die tijd om tot een nieuw besluit te komen. De ACM is inmiddels druk bezig met dit nieuwe besluit en is voornemens om eind juni een nieuw ontwerpbesluit te publiceren ter consultatie. Dan zal ook meer duidelijk worden over de wijzigingen ten opzichte van het op dit moment geldende prioriteringskader. In het huidige prioriteringskader voor transportverzoeken van de ACM wordt aan drie categorieën partijen voorrang gegeven in de wachtrij voor toegang tot het elektriciteitsnet, dat zijn (1) congestieverzachters, (2) veiligheid en (3) basisbehoefte. Voor drinkwaterbedrijven geldt dat zij als gevolg van de CBb-uitspraak in het prioriteringskader per direct zijn opgenomen in de categorie veiligheid. Daarmee krijgen zij in de wachtrij een hogere prioriteit. Datacenters vallen in het kader niet onder een van de genoemde geprioriteerde categorieën en krijgen dus geen voorrang.

Vraag 8

U geeft in uw brief tevens aan sectoroverleg te voeren met de waterschappen over gezamenlijke aanpak vermindering netcongestie. Als mogelijke volgende sectoren noemt u de glastuinbouw, de levensmiddelenindustrie en de metaalbewerking. Waarop baseert u uw volgende keuze?

Antwoord 8

Deze keuze is gebaseerd op een studie van een van de netbeheerders naar de mogelijkheden in de bedrijfsvoering van verschillende bedrijfssectoren en het flexpotentieel daarvan, en gesprekken van VNO-NCW en MKB-Nederland met de leden van deze brancheverenigingen over hun bereidheid om aan de slag te gaan met een sectoraanpak tegen netcongestie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

U stelt in uw brief: «De gezamenlijke netbeheerders zullen in de zomer van 2025 een ontwerp codevoorstel gereed hebben voor alternatieve nettarieven voor kleinverbruikers, op basis van het onderzoek van Berenschot van oktober 2024».

Vraag 9

Op welke wijze voorkomt u een stapeling van negatieve effecten rond stroomgebruik voor inwoners, zo vragen de leden van de SP-fractie. Op welke wijze worden de lusten (subsidies, compensaties, stimulering etc.) en lasten (hogere netbeheerskosten, wegvallen saldering, al dan niet kunnen worden aangesloten op het net etc.) voor inwoners en bedrijven in balans gebracht bij de aanpak van netcongestie? En welke kosten betaalt de grootverbruiker of grootopwekker voor diens rol in het veroorzaken van de netcongestie?

Antwoord 9

Op dit moment betaalt nagenoeg ieder huishouden hetzelfde tarief voor zijn aansluiting op het elektriciteitsnet. De beoogde nieuwe tariefstructuur voor kleinverbruikers bevordert de kostenreflectiviteit; netgebruikers die het net zwaarder belasten, betalen meer voor hun aansluiting. Slim netgebruik wordt zo beloond en het net wordt beter benut.

Een groot deel van de huishoudens gaat er met het nieuwe tarief op vooruit. Huishoudens die het net intensiever gebruiken, bijvoorbeeld met een privélaadpaal of warmtepomp, kunnen wel relatief meer gaan betalen voor hun netaansluiting. Deze huishoudens hebben ook meer mogelijkheden om hun elektriciteitsverbruik te verplaatsen naar momenten waarop een goedkoper tarief geldt, bijvoorbeeld door de elektrische auto slim te laden in de nacht. Op die manier brengt het nieuwe stelsel de lusten en lasten van het gebruik van het elektriciteitsnet beter in balans.

Voor grootverbruikers bestaat het huidige nettarief al uit meerdere componenten waarbij gebruikers die meer transportcapaciteit gebruiken belasten ook meer betalen. Daarnaast wordt ook voor grootverbruikers gekeken naar een tijdsafhankelijk transporttarief om verbruik buiten de pieken te stimuleren. Voor het landelijk hoogspanningsnet zijn deze tarieven reeds ingevoerd per 1 januari 2025, voor het regionale net zullen deze tijdsafhankelijke transporttarieven voor grootverbruikers waarschijnlijk in 2027 worden ingevoerd. De netbeheerders werken hiervoor momenteel een voorstel uit.

Vraag 10

Vanuit het Landelijk Actieplan Netcongestie (LAN) wordt gesproken over drie kansen voor betere benutting van het huidige stroomnet. Hierin wordt gesproken over «ondersteuning voor grootverbruikers» en «het bieden van handvatten aan huishoudens en andere kleine verbruikers». Waarom wordt er gekozen voor het onderscheid van ondersteunen van de één, en handvatten voor de ander?

Antwoord 10

Met deze formuleringen is geen fundamenteel verschil in benadering bedoeld: het LAN beoogt zowel groot- als kleinverbruikers te ondersteunen en handvatten te bieden bij de uitdagingen die netcongestie voor hen kan opleveren. Deze uitdagingen en de bijpassende oplossingen verschillen wel tussen deze groepen. Daarom is gekozen voor een aparte aanpak voor beide gebruikersgroepen.

Vraag 11

Waarom wordt er voor gekozen om beleid dat strijdig is aan doelen, te weten daltarieven op statische momenten waarmee verbruik in de avond c.q. de nacht wordt gestimuleerd, vooralsnog in stand te houden?

Antwoord 11

Het daltarief waar deze vraag naar verwijst betreft het leveringstarief dat huishoudens en bedrijven aan hun energieleverancier betalen voor geleverde elektriciteit. Bij sommige leveranciers kan de klant kiezen voor een dubbeltarief, waarbij overdag een ander tarief geldt dan in de nacht. Leveranciers zijn vrij om hun tarieven te bepalen, afhankelijk van de inkoopkosten van de geleverde elektriciteit, en beogen vraag en aanbod van elektriciteit in balans te brengen.

Het in voorbereiding zijnde codevoorstel voor alternatieve nettarieven voor kleinverbruikers betreft het nettarief. Dit omvat de kosten die netgebruikers betalen aan de netbeheerder voor beheren en uitbreiden van het elektriciteitsnetwerk. Het nieuwe nettarief stimuleert spreiding van verbruik over de dag om pieken in de benodigde transportcapaciteit te voorkomen. Energieleveranciers en netbeheerders verkennen hoe deze prijsprikkels elkaar niet tegen werken maar juist versterken. Het kabinet volgt deze ontwikkeling met belangstelling.

Vraag 12

Tot slot vragen de leden van de fractie van de SP, onder verwijzing naar het bericht «Honderden bouwprojecten voor stroomnet in gevaar door stikstofimpasse»11, welke impact de keuzes in de Voorjaarsnota hebben op de verzwaring van het stroomnet?

Antwoord 12

Om snellere uitbreiding van het elektriciteitsnet te ondersteunen zijn dit voorjaar middelen vrijgemaakt voor ondersteuning van mede-overheden bij complexe hoog- en middenspanningsprojecten («Vliegende brigade»), voor gebiedsinvesteringen in regio’s waar de komende jaren veel nationale hoogspanningsinfrastructuur bij elkaar komt en om het bevoegd gezag bij complexe projecten vaker te kunnen beleggen bij Rijk of provincie12. Parallel werkt het kabinet aan het faciliteren van het verkrijgen van natuurtoestemmingen in het kader van stikstof voor elektriciteitsprojecten. Binnen de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel zet het kabinet in op het mogelijk maken van deze projecten juist omdat ze kunnen bijdragen aan stikstofreductie. Zo wordt gewerkt aan een voorstel om kleinschalige activiteiten met tijdelijke uitstoot uit te zonderen van de vergunningplicht, aan definiëring van het projectbegrip, en verkent het kabinet de invoering van een wetenschappelijk onderbouwde rekenkundige ondergrens. Met de augustusbesluitvorming komt het kabinet met robuuste vervolgstappen. Daarnaast verkent het kabinet een programma met toepassing van adc te verkennen, specifiek voor energie-infrastructuurprojecten13. Naar verwachting kan eind dit jaar worden vastgesteld of deze route juridisch houdbaar en werkbaar is.

Vragen van de leden van de fractie van JA21

Vraag 13

Heeft u kennisgenomen van het bericht van TenneT waarin wordt gesteld dat «plotseling» op meerdere plaatsen in Nederland extra capaciteit op het stroomnet beschikbaar is gekomen voor bedrijven, terwijl hiervoor jarenlang wachtlijsten en beperkingen golden? Hoe verklaart u deze onverwachte ontdekking, en waarom is dit niet eerder onderkend of gecommuniceerd, zo vragen de leden van de JA21-fractie.

Antwoord 13

Deze ruimte is niet ontstaan of plotseling beschikbaar gekomen, maar betreft zogenoemde restruimte. Restruimte duidt op de beschikbare capaciteit buiten de piekmomenten: de dalen waarin meer transportcapaciteit beschikbaar is dan gebruikers van het stroomnet vragen. Het was bekend dat er restruimte beschikbaar was, maar TenneT kon tot voor kort enkel reguliere vaste aansluitingen (zogenoemde firm contracten) aanbieden.

In congestieonderzoeken kijkt TenneT of er ruimte is om nieuwe klanten van een firm contract te voorzien, en of bestaande aangeslotenen flexibiliteit kunnen leveren om overbelasting van onderdelen van het net te voorkomen. Helaas biedt dit niet altijd voldoende perspectief voor partijen op de wachtrij. Zodoende is aan hen niet eerder stroomcapaciteit toegekend. Het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN) heeft daarom diverse flexibele contractvormen ontwikkeld. Het nieuwe Tijdsduurgebonden Transportrecht (TDTR) biedt TenneT de mogelijkheid klanten aan te sluiten met minimaal 85% van de tijd transportrecht, tegen een aanzienlijk lager nettarief (tot maximaal 50%). Dit betekent dat deze klanten met een grootverbruikersaansluiting op het (extra)hoogspanningsnet tot 15% van de tijd minder of geen elektriciteit kunnen invoeden of afnemen. Het TDTR was eerder bekend onder de namen ATR85 of opslagtarief.

De ACM heeft op 16 juli 2024 een definitief codebesluit genomen over deze contractvorm. TenneT is vervolgens gestart met de implementatie. Onderdeel van deze implementatie was een diepgaande netanalyse waarin onder andere gekeken is naar waar op het net restruimte beschikbaar is, hoe deze middels de TDTR benut kan worden en wat de impact op de lagere gelegen regionale netvlakken is. Het inzicht in de 9 gigawatt capaciteit die specifiek voor aanvragen van het TDTR beschikbaar is, is dus gevolg van nieuwe, extra inzichten en wettelijke mogelijkheden en betreft geen nieuw vrijgekomen ruimte.

Vraag 14

Deze leden vragen hoe deze plotselinge beschikbare capaciteit zich verhoudt tot het kabinetsbeleid rondom «slimmer inzicht», zoals beschreven in uw brief, waarin u stelt dat beter inzicht in netbelasting, plannen en prognoses essentieel is voor bedrijven en overheden. Bent u het ermee eens dat deze verrassende ontwikkeling het vertrouwen in de betrouwbaarheid van netmonitoring en capaciteitsplannen ondermijnt?

Vraag 15

Bent u bereid te onderzoeken of, en zo ja in hoeverre, bedrijven die eerder werden geweigerd of vertraagd vanwege vermeende netcongestie schade hebben geleden door mogelijk onjuiste of achterhaalde inschattingen van de beschikbare capaciteit, zo vragen deze leden.

Vraag 16

Hoe gaat u in de toekomst voorkomen dat beschikbare capaciteit op basis van onvolledige of onjuiste informatie niet wordt toegekend aan bijvoorbeeld bedrijven?

Antwoord 14, 15 en 16

Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 13 is de beschikbaar gekomen ruimte het gevolg van een aanpassing van de Netcode Elektriciteit en de operationele implementatie daarvan door TenneT, en niet van een gebrek aan inzicht. Er is dus geen sprake van onterechte weigering bij aangevraagde netcapaciteit. Bedrijven die in de wachtrij zijn geplaatst hebben geen firm vermogen toegewezen gekregen, omdat TenneT daarvoor op het moment geen ruimte op het stroomnet heeft.

Het stroomnet is gedurende de tijd niet altijd vol. De nieuwe ontwikkelde en geïmplementeerde TDTR belast de pieken niet verder, maar vult de dalen. Deze nieuwe contractvorm biedt bedrijven en instellingen in de wachtrij, in ruil voor flexibiliteit op de piekmomenten, de mogelijkheid om ondanks netcongestie toch transportcapaciteit toegewezen te krijgen.

Naast het TDTR komen er steeds meer producten en contractvormen beschikbaar om bedrijven en instellingen die last ondervinden van netcongestie oplossingen te kunnen bieden. Het is voor iedereen van belang dat deze instrumenten zo optimaal mogelijk worden benut. Inzicht in de netten is daarvoor essentieel, zowel voor netbeheerders als -gebruikers. In de actielijn Slimmer Inzicht van het LAN werken de gezamenlijke netbeheerders aan het uitbreiden en delen van actuele informatie over het stroomnet. Zo wordt de «Stand van uitvoering» die in april 2025 is gepubliceerd met extra inzichten uitgebreid, en worden continu nieuwe aspecten aan de capaciteitskaart toegevoegd. Door deze informatie te delen met netgebruikers kunnen deze hun handelingsperspectief in kaart brengen en op basis van hun bedrijfsprocessen bepalen welke instrumenten voor hen een passende oplossing kunnen bieden.

Vraag 17

Voorts informeren de leden van de JA21-fractie of het bericht van TenneT reden geeft om de investerings- en kapitaalbehoefte van TenneT neerwaarts bij te stellen.

Antwoord 17

Er is geen reden om de investeringsbehoefte of kapitaalbehoefte van TenneT neerwaarts bij te stellen. Zoals hierboven uiteengezet betreft het inzicht in de 9 gigawatt capaciteit die specifiek voor aanvragen van het TDTR beschikbaar is, het gevolg van nieuwe, extra inzichten en wettelijke mogelijkheden en betreft het geen nieuw vrijgekomen ruimte. Hiermee worden de wachtrijen niet volledig opgelost en blijven investeringen in uitbreiding en verzwaring noodzakelijk.

Vraag 18

Tot slot vragen deze leden wat het bericht van Tennet voor de investeringsagenda voor Tennet Duitsland betekent.

Antwoord 18

Het bericht betreft de restruimte die is gevonden op het Nederlandse net. Dit beïnvloedt niet de investeringsagenda voor TenneT Duitsland.


X Noot
1

Samenstelling:

Van Langen-Visbeek (BBB) (ondervoorzitter), Oplaat (BBB), Panman (BBB), Crone (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Thijsssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Vos (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Van de Sanden (VVD), Petersen (VVD), Bovens (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Dittrich (D66), Van Strien, (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-den Uijl (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken I 2024–2025, 29 023, AC.

X Noot
3

Kamerstukken I 2024–2025, 29 023, AC, pagina 5.

X Noot
4

Kamerstukken I 2024–2025, 29 023, AC, pagina 8

X Noot
7

Kamerstukken I 2024–2025, 29 023, AC.

X Noot
8

Kamerstukken II, 2024/25, 32 847, nr. 1237

X Noot
9

Kamerstukken II, 2023/24, 29 023, nr. 510

X Noot
10

Kamerstukken I, 2024/25, 29 023, nr. AC, bijlage Tweede Voortgangsrapportage LAN, blz. 34

X Noot
12

Kamerstukken I, 2024/25, 29 023, nr. AD

X Noot
13

Kamerstukken II, 2024/25, 29 826, nr. 217

Naar boven