Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 29023 nr. 495 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 29023 nr. 495 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2024
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de laatste ontwikkelingen bij de afronding van het prijsplafond en de Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (hierna: TTB). Daarnaast sta ik ook stil bij de huidige stand op de energiemarkt voor consumenten.
Stand van zaken consumenten energiemarkt
De energiemarkt heeft zich de afgelopen periode duidelijk gestabiliseerd. Na de piek in augustus 2022, waarin de groothandelsprijs voor gas bijna 300 euro per MWh bereikte, schommelde deze in 2023 tussen 25 euro en 55 euro per MWh. In het eerste kwartaal van 2024 lag de prijs rond 30 euro per MWh. Hiermee zijn de prijzen niet alleen fors lager dan in 2022, ze zijn ook een stuk minder volatiel. Dit is goed nieuws voor de consument. Voor 2024 en 2025 wordt een stabiele lijn in de groothandelsprijzen en consumententarieven verwacht, waardoor de bijdrage van de energieprijzen aan het totale inflatiecijfer beperkt is. Ondanks deze positieve ontwikkelingen blijft het belangrijk dat we niet uit het oog verliezen dat de prijzen structureel hoger liggen dan voor de Russische invasie in Oekraïne.
Volgens de laatste Monitor Consumentenmarkt Energie van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) heeft de stijging van het aantal vaste energiecontracten sinds maart 2023 zich verder doorgezet. In januari 2024 had een meerderheid van de huishoudens voor het eerst in ruim een jaar een contract met een vast tarief met een looptijd van ten minste één jaar (circa 3,7 mln. huishoudens ten opzichte van de circa 3,5 mln. huishoudens met een variabel contract). Deze verschuiving draagt bij aan meer rust op de markt en zorgt ervoor dat huishoudens voor langere tijd verzekerd zijn van stabiele prijzen. Tegelijkertijd maakt een meerderheid van de leveranciers onderscheid tussen klanten met en klanten zonder zonnepanelen. Volgens de ACM zijn er 11 leveranciers die geen meerjarige contracten aanbieden aan klanten met zonnepanelen, 3 leveranciers bij wie deze klanten een ander tarief betalen voor de levering van elektriciteit en 7 leveranciers bij wie klanten met zonnepanelen een opslag betalen. Net als eind vorig jaar, moedig ik iedereen aan om goed te kijken of het huidige energiecontract nog voldoet, welke contractvorm het beste past bij de eigen situatie en of overstappen naar een andere leverancier of contractvorm een verstandige keuze is.
Tegenover de daling in de energieprijzen staat evenwel een toename in de heffingen en de netwerktarieven die worden doorberekend in de energierekening. Per 1 januari 2024 zijn de veranderingen in de Energiebelasting (hierna: EB) als gevolg van het Belastingplan 2024 ingegaan. Hiermee is de EB op gas verhoogd en de EB op elektriciteit verlaagd. Daarnaast zijn de transporttarieven in 2024 hoger vastgesteld.1 Voor consumenten betekent dit een gemiddelde stijging van 7 euro per maand (inclusief btw) voor het transport van elektriciteit en gas naar hun woning. Deze tarieven betreffen vergoedingen aan de netwerkbedrijven voor de gemaakte kosten voor het onderhoud en de investeringen in het transportnet.
Door de sterk gedaalde en stabielere prijzen op de groothandelsmarkt en het herstelde aanbod aan langdurige contracten met een vast tarief, is de energiemarkt vanuit het perspectief van consumenten weer wat voorspelbaarder geworden. Dit geeft consumenten weer meer zekerheid en rust. Daartegenover staat dat energieprijzen structureel hoger blijven liggen dan voor de energiecrisis. Het is dan ook cruciaal dat er bij het aanpakken van grote uitdagingen die aan de toegang tot, en de betaalbaarheid van energie raken, zoals de klimaattransitie en netcongestie, oog blijven houden voor de positie van de consument en ervoor zorgen dat deze goed blijft geborgd. Daarbij blijft het noodzakelijk om alert te zijn op mogelijk snel veranderende marktomstandigheden als gevolg van geopolitieke ontwikkelingen.
Europese prijscrisismechanismen
Voor dit soort situaties van snel veranderende marktomstandigheden is in zowel de hernieuwde Elektriciteitsrichtlijn2 als in het Decarbonisatiepakket3 van de Europese Unie de mogelijkheid opgenomen tot het uitroepen van een Europese elektriciteits- of gasprijscrisis. De Europese Raad kan bij uitzonderlijk hoge groothandelsprijzen en sterke stijgingen in de consumentenprijzen deze prijscrisis uitroepen. Gedurende de prijscrisis is binnen bepaalde kaders gericht overheidsingrijpen in de prijsstelling voor de levering van elektriciteit en/of gas toegestaan. Zoals ik in mijn brief naar aanleiding van de motie Van Baarle over een noodplan voor een sterk gestegen energierekening4 aangaf, is het daarbij van belang dat goed wordt bezien wat er, binnen deze nieuwe Europeesrechtelijke kaders en met inachtneming van eventuele beperkingen in de uitvoering, aan maatregelen mogelijk is. De uitwerking hiervan zal meegenomen worden bij de implementatietrajecten van deze richtlijnen die volgen op de Energiewet. Bij een crisis zal verder uiteraard op dat moment afgewogen moeten worden welke stappen nodig zijn op basis van de dan geldende marktomstandigheden.
Afronding uitvoering crisismaatregelen
Het prijsplafond is per 1 januari 2024 niet meer van kracht en de aanvraagtermijn van de TTB is per 1 november 2023 verlopen. In de vierde voortgangsrapportage5 prijsplafond heb ik daarom aangegeven niet meer per kwartaal een update van de uitvoering van het prijsplafond en de TTB aan de Kamer te sturen. Wel heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over relevante ontwikkelingen rondom de afronding van beide regelingen.
Vaststellen definitieve afrekening prijsplafond
In 2023 is door leveranciers van elektriciteit en gas maandelijks een subsidievoorschot aangevraagd voor de toepassing van het prijsplafond bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). Medio 2023 zijn leveranciers van elektriciteit en gas gestart met het corrigeren van de ontvangen voorschotten aan de hand van de definitieve toepassing van het prijsplafond op basis van definitieve meterstanden. Inmiddels is voor meer dan de helft (56%) van de oorspronkelijke verstrekte voorschotten reeds een verzoek tot correctie op basis van definitieve jaar- en eindafrekeningen door RVO goedgekeurd. De omvang van het totaalbedrag wordt door deze systematiek nog tot 1 januari 2025 maandelijks geactualiseerd, maar er ontstaat wel een steeds stabieler beeld van de hoogte van het bedrag naarmate een groter aandeel van de uitgaven met zekerheid is vastgesteld.
RVO heeft tot en met 13 maart 2024 3.801 miljoen euro aan voorschotten uitbetaald voor de toepassing van het prijsplafond voor elektriciteit en gas en 167 miljoen euro aan vorderingen uitgedaan. Warmteleveranciers corrigeren hun voorschot niet tussentijds. Het totaal uitgekeerde voorschot van 375 miljoen euro is ongewijzigd. Vanaf 1 april 2024 tot en met 30 juni 2025 kunnen leveranciers van warmte hun definitieve gegevens over de toepassing van het prijsplafond doorgeven door middel van een vaststellingsverzoek.
In de derde voortgangsrapportage prijsplafond heb ik uw Kamer geïnformeerd over de totstandkoming van het accountantsprotocol voor de vaststelling van de definitieve subsidiebedragen in het kader van het prijsplafond. Op 22 december 2023 heeft de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (hierna: NBA) het accountantsprotocol voor controleplichtige leveranciers van elektriciteit en gas uitvoerbaar verklaard en gepubliceerd. Op 7 februari 2024 heeft de NBA ook het accountantsprotocol voor controleplichtige leveranciers van warmte uitvoerbaar verklaard en gepubliceerd. De protocollen voor niet-controleplichtige leveranciers worden naar verwachting binnenkort gepubliceerd door de NBA.
De protocollen zijn in nauw overleg met de NBA en de sector tot stand gekomen. Hierdoor ligt er nu een duidelijk en uniform raamwerk voor de werkzaamheden die door accountants moeten worden uitgevoerd bij de controle van de definitieve subsidiebedragen. Leveranciers dienen uiterlijk 30 juni 2025 hun verzoek tot definitieve vaststelling van de subsidie in.
In de vierde voortgangsrapportage prijsplafond6 is uw Kamer geïnformeerd over de wijziging van de subsidieverlening aan één leverancier. De leverancier in kwestie heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en een voorlopige voorziening aangevraagd. Bij relevante ontwikkelingen zal ik de Kamer hierover nader informeren.
Ook in 2024 is het voor consumenten nog mogelijk om zich te melden bij de Geschillencommissie Energie Prijsplafond. Tot op heden zijn er veertig klachten binnengekomen, waarvan achttien zaken vroegtijdig zijn afgerond. In zeven zaken is een uitspraak gedaan, waarbij in totaal vijf leveranciers waren betrokken.
Uitbetaling aanvragen en nacontrole Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen
De TTB stond vanaf 25 april 2023 tot en met 31 oktober 2023 open voor aanvragen. De regeling compenseert huishoudens achter een blokaansluiting die in 2023 niet of onvoldoende profiteerden van het prijsplafond. De regeling wordt uitgevoerd door de Belastingdienst.
Gedurende de aanvraagperiode zijn er 35.437 aanvragen ingediend, bestaande uit 14.266 individuele aanvragen en 21.171 aanvragen uit de bulkroute. Deze bulkroute was beschikbaar voor partijen die voor tien of meer blokaansluitingen een aanvraag deden. Het totaal aan aanvragen vertegenwoordigt 560.000 zelfstandige en 127.000 onzelfstandige wooneenheden. Op basis van de inschatting die bij de totstandkoming van de regeling is gemaakt, is hiermee tussen 98% en 102% van de doelgroep bereikt.7
Dit betekent dat met deze regeling ruim 680 duizend Nederlandse huishoudens, die niet bereikt zijn via het prijsplafond voor energie, een substantiële compensatie in hun energiekosten ontvangen. Hiermee is, ondanks de vele haken en ogen die gepaard gingen met de praktische implementatie, een belangrijke bijdrage geleverd is aan het betaalbaar houden van energie voor deze groep.
De raming van de kosten van de TTB is op basis van de laatste realisatiecijfers geactualiseerd en naar boven bijgesteld van 702 miljoen euro naar 756 miljoen euro. Deze stijging is mede het gevolg van 700.000 euro aan aanvullende uitvoeringskosten en een hoger gemiddeld subsidiebedrag per aanvraag dan werd verwacht. Verder speelt het meenemen van een aantal aanvragen die eerder niet goed waren ingelezen in het systeem van de Belastingdienst ook een rol. Dit alles wordt verwerkt in de eerste suppletoire EZK-begroting. Na aanhoudende signalen van aanvragers en aanvullend onderzoek is de Belastingdienst medio december tot de conclusie gekomen dat 351 aanvragen abusievelijk waren gearchiveerd en daarmee niet behandeld. Van deze 351 aanvragen zijn 190 aanvragen alsnog afgehandeld, omdat de aanvrager op eigen initiatief een nieuwe aanvraag had gedaan. 23 aanvragen zijn vanwege deze fout niet binnen de gestelde behandeltermijn afgehandeld. Voor de overige 138 aanvragen gold dat deze nog binnen de behandeltermijn vielen. De Belastingdienst heeft de nog openstaande aanvragen met prioriteit behandeld en de aanvragers actief benaderd om de situatie toe te lichten en eventueel ontbrekende informatie op te vragen. Dankzij deze extra inspanning is uiteindelijk iedereen binnen deze groep die een aanvraag had ingediend alsnog geholpen.
Vaststelling subsidie en nacontrole
Nadat de behandeling van alle aanvragen definitief is afgerond, zullen de subsidies worden vastgesteld. Subsidieontvangers doen bij de TTB niet zelf een verzoek tot vaststelling. Dit gebeurt door de Belastingdienst voor alle subsidies ambtshalve. Hoewel de regeling daarmee afwijkt van het Uniform subsidiekader (hierna: USK), zou het inrichten van de regeling op basis van de voorschriften uit het USK leiden tot een aanzienlijke uitvoeringslast bij zowel de Belastingdienst als aanvragers. Het kabinet achtte, zoals ook eerder met uw Kamer gewisseld, het realiseren van snelle koopkrachtverlichting voor de doelgroep prioritair en heeft daarom voor zo duidelijk en uniform mogelijke aanvraag- en verantwoordingsprocessen gekozen.8 Dit betekent dat niet alle aanvragers verplicht zijn om verantwoording over het ontvangen subsidiebedrag af te leggen. De Belastingdienst zal aan de hand van een steekproef subsidieaanvragen selecteren voor de nacontrole. Deze nacontrole zal primair toezien op het volledig verrekenen van de tegemoetkoming met de energiekosten van bewoners. Zo wordt nagegaan of het geld gebruikt is waarvoor het is bedoeld en wordt er gecontroleerd op mogelijke onrechtmatige staatssteun als gevolg van een onvolledige doorbetaling. Over de uitkomsten van deze nacontroles zal ik uw Kamer vanzelfsprekend informeren.
Hoewel de nacontroles nog niet hebben plaatsgevonden, is er bij de uitvoering al wel een vermoedelijk fraudegeval geconstateerd. De Belastingdienst ontving vorig jaar van een bank het signaal dat er met een uitgekeerd subsidiebedrag verdachte aankopen werden gedaan. Na onderzoek bleek dat er inderdaad sprake was van een onterechte uitbetaling en heeft de Belastingdienst aangifte gedaan. Hierna maakte de FIOD op 8 januari bekend dat zij een voormalige inhuurkracht van de uitvoeringsorganisatie TTB hadden aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de fraude.9 Na de aangifte heeft de Belastingdienst tijdelijk alle betalingen stilgelegd om na te gaan of er mogelijk andere soortgelijke gevallen te achterhalen waren. Dit lijkt niet het geval. Ook heeft de Belastingdienst zijn beheersmaatregelen verder aangescherpt om herhalingen te voorkomen.
Aanvragen met lage tarieven
Op basis van eigen onderzoek naar alle uitbetaalde aanvragen heeft de Belastingdienst geconstateerd dat er bij 307 van de 35.437 aanvragen subsidie is toegekend, terwijl er het hele jaar sprake was van een vast tarief onder het prijsplafond. Het betreft allemaal aanvragen voor warmte en in totaal gaat het hierbij om een bedrag van 4,8 miljoen euro. Naar aanleiding van een eerdere steekproef leek het om een groter aantal aanvragen en een hoger bedrag te gaan, maar de bevindingen van de Belastingdienst laten een kleinere impact zien. In deze 307 gevallen kwam de aanvraag dus formeel niet in aanmerking voor de TTB. Het uitgangspunt is dat deze onterecht uitgekeerde bedragen teruggevorderd moeten worden. Voordat ik een dergelijke stap neem, wil ik bezien wat hiervan de gevolgen zouden zijn voor met name bewoners die hierdoor met terugwerkende kracht alsnog een hogere energierekening krijgen. Er kan dan ook niet zondermeer worden aangenomen dat contracthouders bewust aanvragen hebben gedaan, waarvan zij wisten dat deze niet voldeden aan de subsidievoorwaarden. Ik wil hier daarom zorgvuldig mee omgaan. Het is evident dat oneigenlijk gebruik en fraude zoveel mogelijk voorkomen moeten worden. Tegelijkertijd moeten we hierbij de menselijke maat niet uit het oog verliezen. Ik zal uw Kamer voor de zomer nader informeren over hoe ik hier mee omga.
Vooralsnog lijkt het erop dat de TTB een groot deel van de doelgroep heeft bereikt en steun heeft geboden in een uitzonderlijke periode. Het kabinet heeft de TTB in het leven geroepen om mensen tijdens de energiecrisis te helpen, die niet op andere manieren bereikt konden worden. Tegelijkertijd was bij de bekendmaking van de TTB al bekend dat de regeling bewerkelijk in de uitvoering zou zijn. Door het spoedeisende karakter van een crisisregeling wijkt de vormgeving, uitvoering en verantwoording noodgedwongen af van de gebruikelijke standaard.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Het aantal zelfstandige en onzelfstandige wooneenheden werd bij de totstandkoming van de regeling geschat op respectievelijk 543.000 en 124.000 (in totaal 667.000). Bij de berekening van de regeldrukkosten voor deelnemers zijn in totaal 700.000 wooneenheden gehanteerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29023-495.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.