29 023
Voorzienings- en leveringszekerheid energie

nr. 48
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2008

In de afgelopen periode heb ik, in lijn met de motie Crone c.s. over de vergroting van de liquiditeit van de gasmarkt1, een diepgaande consultatie gehouden over de gasmarkt.

Het is mij gebleken dat de Nederlandse gasmarkt een positieve ontwikkeling laat zien maar een extra impuls nodig heeft. In deze brief geef ik aan welk samenhangend pakket maatregelen ik daartoe neem2. Daarmee is deze brief tevens:

• de uitwerking van mijn evaluatie van de Gaswet3;

• mijn reactie op het gasmarktadvies van de NMa (bijlage 1)4, 5;

• de invulling van de motie Zijlstra c.s. over NMa-bevoegdheden6.

Deze brief is mede gebaseerd op het onderzoek naar seizoensflexibiliteit dat ik Ecorys op verzoek van uw Kamer heb laten uitvoeren (bijlage 2)7, 8

en de Gasmonitor van de NMa9.

DE HUIDIGE SITUATIE

De volgende omstandigheden zijn bepalend voor de Nederlandse gasmarkt:

• Het gebruik van (in hoofdlijnen) twee gaskwaliteiten, te weten het Europees gangbare hoogcalorische gas (H-gas) en het laagcalorische gas (L-gas) uit het Groningenveld.

• De unieke geologische eigenschappen van het Groningenveld die het opvangen van fluctuaties in de gasvraag mogelijk maken.

Hierdoor wijken onze marktregels af van de regels in de ons omringende landen. Dit creëert drempels voor zowel markttoetreding als verdere marktintegratie in Noordwest-Europa. Dit belemmert de marktliquiditeit, vormt een risico voor de voorzieningszekerheid en schaadt de gasrotonde-ambities.

DE MAATREGELEN

Om onze markt beter te integreren in de Noordwest-Europese gasmarkt en daarmee de liquiditeit te bevorderen is het volgende nodig:

• het integreren van verschillende gaskwaliteiten;

• een eenvoudiger systeem voor het in balans houden van het gastransportnet;

• het beter benutten van de capaciteit van de gastransportleidingen;

• het samenvoegen van vele kleine afleverplaatsen tot één grote.

Voordat ik deze maatregelen inhoudelijk toelicht, is een analyse van de juridische instrumentatie op zijn plaats. Met de motie Crone c.s. heeft u mij verzocht om gebruik te maken van de mogelijkheden die een AMvB op basis van artikel 66a van de Gaswet biedt om de liquiditeit van de gasmarkt te verbeteren. Bij de voorbereiding van deze AMvB is gebleken dat genoemd artikel niet toereikend is om goed aan de wens van de Kamer tegemoet te komen. Een breder pakket aan maatregelen is noodzakelijk om de oorzaken van de beperkte liquiditeit aan te pakken. Daarom is wijziging van de Gaswet en de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas nodig. Dit bereid ik thans voor. Bijlage 3 geeft een overzicht van de acties die worden uitgevoerd en het tijdpad dat mij daarbij voor ogen staat1.

1. Integratie gaskwaliteiten

In Nederland is er een tweedeling tussen H-gas en L-gas. Door menging van verschillende gaskwaliteiten of bijmengen van stikstof is het mogelijk om H-gas te converteren naar L-gas. Deze kwaliteitsconversie is een wettelijke taak van Gas Transport Services B.V. (GTS), de landelijke netbeheerder. Ook kan GTS dankzij zijn overzicht over het gehele net, op verzoek gas tussen verschillende netgebruikers ruilen. Zo kan een netgebruiker L-gas inruilen tegen H-gas. Dit heet omgekeerde kwaliteitsconversie.

De toegang tot (omgekeerde) kwaliteitsconversie is nu suboptimaal waardoor er deelmarkten voor L- en H-gas zijn. Om te zorgen dat er echt één gasmarkt ontstaat, pas ik de wet- en regelgeving op de volgende punten aan:

• Het huidige systeem van vooraf boeken van conversiecapaciteit wordt afgeschaft. Er dient wel te worden betaald voor gebruik van de conversiedienst.

• Gekoppeld aan de plicht voor GTS om voldoende gewone kwaliteitsconversie te hebben, krijgt GTS de plicht om omgekeerde kwaliteitsconversie aan te bieden voor zover dat mogelijk is met de voor transport gecontracteerde gasstromen. Deze plicht zal niet zover gaan dat GTS gedwongen wordt om daarvoor H-gas in te kopen.

Omdat beide maatregelen in elkaars verlengde liggen, zullen zij op hetzelfde moment in werking treden.

2. Eenvoudiger balanceren

Vanwege de eigenschappen van het Nederlandse gastransportnet stelt GTS strikte balanseisen aan netgebruikers. Zij moeten ieder uur (i.p.v. bijvoorbeeld ieder etmaal zoals in het VK) in balans zijn en elke afwijking kost geld (onbalansheffing), ook indien wordt afgeweken in een richting die er juist voor zorgt dat het transportnet als geheel in balans blijft. Bovendien krijgen netgebruikers niet de nodige stuurinformatie om tijdig de gastoevoer bij te regelen. Daarmee zijn de onbalansheffingen voor hen een weinig beïnvloedbare kostenpost. Ook duurt het soms jaren voordat de eindfactuur voor onbalans wordt ontvangen.

Deze combinatie van factoren maakt het voor netgebruikers niet gemakkelijk om zich «op het net te begeven». GTS ontwikkelt daarom op mijn verzoek een nieuw balanceringsregime dat voldoet aan de volgende randvoorwaarden:

• stuurinformatie voor netgebruikers komt voldoende snel beschikbaar;

• de manier van verrekenen van onbalans is inzichtelijk en stimuleert netgebruikers om te helpen het transportnet op de juiste druk te houden;

• het stimuleert en faciliteert nieuwe toetreders om zaken te doen op of via het Nederlandse transportnet;

• het is in lijn met de systemen in de ons omringende landen;

• de landelijke netbeheerder heeft de mogelijkheid om in te grijpen in het gebruik van het transportnet teneinde de systeemintegriteit te handhaven.

Met het oog op snelle invoering en de daarvoor noodzakelijke aanpassing van wet- en regelgeving zullen de hoofdlijnen van het nieuwe regime in april duidelijk zijn.

3. Ruimere beschikbaarheid van grensoverschrijdende transportcapaciteit

Er is te weinig grensoverschrijdende transportcapaciteit en de capaciteit die er is wordt onvoldoende efficiënt gebruikt. Met mijn brief van 29 maart 2007 over het reguleringsmodel gastransport1 heb ik het dan ook mogelijk gemaakt dat GTS de fysieke capaciteit vergroot, met name voor import. In aanvulling hierop onderneem ik het volgende:

• Niet gebruikte transportcapaciteit moet tijdig op een marktconforme wijze worden herverdeeld. Ik kijk dan ook met belangstelling naar het initiatief van de toezichthouders in Noordwest-Europa om dit te faciliteren met een dag-vooruit veiling via de APX. De daartoe noodzakelijke regelgeving bereid ik voor. Ook ga ik na of een deel van de importcapaciteit kan worden gereserveerd voor korte termijn contracten.

• Marktpartijen moeten met vaste regelmaat kunnen inschrijven op uitbreiding van de transportcapaciteit. GTS wordt daarom verplicht tenminste elke twee jaar een open inschrijving («open season») te organiseren voor uitbreiding van transportcapaciteit. Deze open seasons dienen voor grensoverschrijdende aangelegenheden te worden afgestemd met de relevante netbeheerder(s) in het buitenland.

4. Eén handelsplaats

In het verleden had iedere regio in Nederland een «eigen» distributiebedrijf (distributie = gecombineerde levering en transport) dat gas ontving op de Gasontvangststations (GOS-sen). GOS-sen vorm(d)en de overgang van het nationale gastransportnet naar de regionale netwerken of de directe aansluiting van een grootverbruiker.

De aanwezigheid van GOS-sen die een verbinding vormen met de regionale netwerken is op zich geen belemmering voor de gashandel. Het huidige systeem waarbij gas van eigenaar wisselt op een GOS is dat echter wel. Daardoor wordt het gas namelijk «opgesloten» achter versnipperde afleverplaatsen, dit past slecht in de huidige marktsituatie. Ik zal de mogelijkheid om het eigendom van gas op regionale GOS-sen over te dragen afschaffen. Gas op de binnenlandse markt kan dan alleen nog op de Title Transfer Facility (TTF, de nationale handelsplaats)2 of bij de eindafnemer («aan de voordeur») van eigenaar veranderen. Voor retailleveranciers en grootverbruikers betekent het nieuwe systeem dat ze de keuze hebben uit:

• inkoop op de TTF, waar zij het gas, indien gewenst, ook weer kunnen verhandelen;

• inkoop en levering aan de «voordeur», waarbij het in het geval van retailleveranciers gaat om de voordeur van (een selectie van) hun klanten.

Een combinatie van deze twee mogelijkheden moet altijd mogelijk zijn als de inkopende partij daar prijs op stelt. In lijn met de motie Zijlstra c.s. en sectorale wetgeving1 wil ik op dit punt de NMa extra bevoegdheden geven.

Een specifiek knelpunt m.b.t. de handel op de TTF, al dan niet via beurzen, is het grote kredietrisico dat kopers van gas daar lopen doordat zij mogelijk opdraaien voor schulden die hun tegenpartij bij GTS veroorzaakt. Daarom heb ik GTS verzocht om de transportvoorwaarden zo aan te passen dat de omvang van dit risico nog dit jaar sterk wordt beperkt. Ik bezie op welke wijze het dan nog resterende risico kan worden afgedekt.

VERVOLGTRAJECT

Ik zal – in samenspraak met marktpartijen – een wijziging van de Gaswet voorbereiden die ik nog deze zomer voor advies aan de Raad van State zal aanbieden. Een aantal van de maatregelen kan overigens worden genomen door wijziging van Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas en daarop aansluitend wijziging van de gascodes. De wijziging van de regeling zal u worden overgelegd. Mijn inzet is dat de markt per 1 januari 2010 kan overgaan op de nieuwe regels. Daarbij zal uiteraard terdege rekening worden gehouden met bestaande contracten en rechtsverhoudingen.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 430, nr. 10.

XNoot
2

In het voorjaar van 2008 breng ik het Energierapport uit. Daarin zal ik een breed en overkoepelend overzicht presenteren van mijn (inter)nationale inspanningen op het gebied van gas.

XNoot
3

Brief Evaluatie Elektriciteitswet, Gaswet en toezicht van 27 april 2007, Tweede Kamer vergaderjaar 2006–2007, 30 991, nr. 2.

XNoot
4

Versnelling van de ontwikkeling van TTF en de groothandelsmarkt voor gas, NMa/DTe, september 2007.

XNoot
5

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
6

Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 212, nr. 59.

XNoot
7

Toezegging d.d. 29 augustus 2006. In het onderzoek naar seizoensflexibiliteit wordt ook stil gestaan bij het belang van gasopslagen. In deze brief wordt daar niet nader op ingegaan. Dit onderwerp zal worden geadresseerd in het Energierapport.

XNoot
8

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
9

Gasmonitor, ontwikkelingen in de groothandelsmarkt gas in Nederland in 2006, NMa/DTe, december 2007.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 29 023, nr. 37.

XNoot
2

De TTF is een virtuele marktplaats waar GTS marktpartijen de mogelijkheid biedt om de eigendom van gas over te dragen aan een andere partij. Het gaat hierbij om gas waarvoor entrycapaciteit is geboekt, d.w.z. gas dat zich in administratieve zin in het GTS-net bevindt.

XNoot
1

De Telecommunicatiewet en de Wet Marktordening Gezondheidszorg.

Naar boven