Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2019
Hierbij doe ik u het Preventieve Actieplan Gas toekomen1. In dit plan wordt aangegeven welke maatregelen zijn en worden genomen om te voorkomen
dat er problemen met de gaslevering ontstaan. Het plan gaat daarmee vooraf aan het
Bescherm- en Herstelplan Gas (BHG) dat u eveneens van mij ontvangt en dat ingaat op
de maatregelen die door mij kunnen worden genomen als er sprake is van een ernstige
verstoring van de gasvoorziening.
Net als het BHG vloeit ook dit plan voort uit de Europese verordening gasleveringszekerheid2. Ik ben als Minister van EZK de bevoegde instantie ingevolge deze EU-verordening
en heb het plan opgesteld in samenwerking met Gasunie Transport Services (GTS, de
beheerder van het landelijk gastransportnet).
Het plan is aan de ene kant een technisch document met een beschrijving van de inrichting
en werking van het gassysteem (transportcapaciteit, opslagen, LNG-terminals, gegevens
over gasverbruik, etc.). Daarnaast wordt aangegeven in welke mate verstoringen in
de gaslevering kunnen worden opgevangen. Daarvoor geeft voornoemde verordening twee
normen:
-
• Een infrastructuurnorm die aangeeft of het wegvallen van de capaciteit van de grootste
individuele gasinfrastructuur kan worden opgevangen (N-1 vereiste).
-
• Een leveringsnorm die aangeeft dat maatregelen moeten worden genomen om de levering
van gas aan beschermde afnemers (met name huishoudens) ook bij een hoge gasvraag,
bijvoorbeeld als gevolg van extreme koude, zeker te stellen.
Het plan laat zien dat Nederland in ruime mate voldoet aan de infrastructuurnorm en
dat met het Besluit leveringszekerheid Gaswet maatregelen zijn genomen om de gaslevering
aan beschermde afnemers zeker te stellen.
Verder geeft het plan aan welke preventieve maatregelen zijn dan wel worden genomen
om te voorkomen dat er problemen met de gaslevering ontstaan. Het gaat hierbij enerzijds
om technische maatregelen in het gastransportnet (bijvoorbeeld op het gebied van balancering)
en anderzijds om het handhaven van kwaliteitstandaarden. Daarnaast gaat het specifiek
voor Nederland om de reeds bekende maatregelen gericht op het verminderen van de vraag
naar Groningengas: bouw van een nieuwe stikstofinstallatie, de gasopslag Norg vullen
met pseudo laagcalorisch gas en afspraken met het buitenland over de ombouw.
Een concept van het plan is geconsulteerd bij binnenlandse belanghebbenden en, zoals
voorgeschreven in voornoemde verordening, bij andere lidstaten en de Europese Commissie.
De reacties uit deze consultatie zijn verwerkt in het nu voorliggende plan.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes