29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 131 MOTIE VAN DE LEDEN VAN VELDHOVEN EN VAN TONGEREN

Voorgesteld 5 juli 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het realiseren van voldoende windenergie op land volgens de regering onmisbaar is voor Nederland om de doelstelling van 14% duurzame energie in 2020 te halen;

constaterende dat een uitgewerkte visie op de ruimtelijke inpassing van windenergie op land nodig is voor een consistente en tijdige behandeling van beslissingen over de inpassing van windenergie via de rijkscoördinatieregeling;

constaterende dat Rijk en provincies al sinds 3 oktober 2007 met elkaar in bestuurlijk overleg zijn over een structuurvisie wind op land;

constaterende dat in de door de Kamer in 2012 vastgestelde Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is aangekondigd dat het ontwerp voor de rijksstructuurvisie wind op land «in 2012» zou verschijnen;

van mening dat snelle besluitvorming over de structuurvisie wind op land nodig is om duidelijkheid te geven aan zowel omwonenden als investeerders;

verzoekt de regering:

  • deze zomer door te werken aan de uitwerking van de structuurvisie wind op land, met het oog op het presenteren van een ontwerp voor het einde van 2012 en een spoedige parlementaire behandeling daarna, maar uiterlijk voor 1 april 2013;

  • tot het vaststellen van de structuurvisie wind op land mee te werken aan projecten binnen de reeds met de provincies afgesproken zoekgebieden voor windenergie;

  • bij voldoende draagvlak bij de provincies in kwestie, buiten deze zoekgebieden, ook medewerking te blijven verlenen aan lopende projecten;

  • bij het uitblijven van voortgang ten aanzien van de structuurvisie wind op land in 2013, voldoende ruimte te bieden aan nieuwe projecten voor het behalen van de reeds afgesproken doelstellingen voor 2020,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Veldhoven

Van Tongeren

Naar boven