29 021
Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegnet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai, PbEG L 189 (geluidsbelastingkaarten en actieplannen)

nr. 8
NADER VERSLAG

Vastgesteld 4 juni 2004

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer nader verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de CDA-fractie willen graag helderheid over een tweetal vragen voordat het wetsvoorstel door de Tweede Kamer kan worden behandeld.

De eerste vraag heeft betrekking op het beginsel van de subsidiariteit en daaruit voortvloeiend het gegeven dat de normstelling op het gebied van geluid tot de bevoegdheid van de lidstaten behoort. De regering onderschrijft dat van harte. Vervolgens wordt echter in de nota naar aanleiding van het verslag aangegeven dat het voor de hand ligt dat: «de Commissie als dan de aangeleverde gegevens zal gaan benutten om eventueel tot een gemeenschappelijk geluidsbeleid te gaan komen». Daar wordt nog aan toegevoegd dat de commissie geen toezicht gaat houden op de plannen van Nederlandse gemeenten en provincies. De leden van de CDA-fractie zijn met de regering van oordeel dat de doelstellingen van beleid geen onderdeel uitmaken van de discussie op Europees niveau en willen dus voorkomen dat er alsnog een discussie over normstelling op Europees niveau gaat ontstaan zoals uit de nota naar aanleiding van het verslag kan worden afgeleid.

De leden van de CDA-fractie willen de regering daarom graag uitnodigen duidelijk uit te spreken dat geluidsbeleid op basis van het subsidiariteitsbeginsel een verantwoordelijkheid blijft van individuele lidstaten. Wijst de regering met ons het scenario af dat de Europese Commissie op termijn op basis van de gemaakte geluidsbelastingkaarten alsnog initiatieven neemt om tot een gemeenschappelijk geluidsbeleid te komen. Op welke wijze en wanneer is de regering bereid dit standpunt (opnieuw) in de richting van de Europese Commissie helder te maken.

De tweede vraag heeft betrekking op de relatie tussen dit wetsvoorstel en de herijkingsoperatie. In de schriftelijke inbreng voor het verslag hebben de leden van de CDA-fractie een aantal vragen gesteld over de mogelijkheid om de verplicht gestelde kaarten en actieplannen een onderdeel te laten zijn van plannen en programma's die nu ook al worden opgesteld. Het antwoord van de regering is voor de leden echter onvoldoende helder. Aangegeven wordt dat in het kader van de herijking een efficiënte aanpak wordt beoogd en dat wordt bezien of samenvoeging van planfiguren mogelijk en doelmatig is. Kan de regering ons de garantie geven dat dit wetsvoorstel het in elk geval niet onmogelijk maakt om tot integratie van planfiguren te komen. Kan het straks niet zo zijn dat met een beroep op Europese richtlijnen een sectorale planfiguur in stand moet blijven ook indien het resultaat van politieke besluitvorming zou leiden tot integratie of opheffen van bepaalde planfiguren?

De voorzitter van de commissie,

Buijs

De griffier van de commissie,

Van der Leeden


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), Voorzitter Schreijer-Pierik (CDA), van Gent (GL), Geluk (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Ondervoorzitter Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), van Oerle-van der Horst (CDA), van As (LPF), van den Brink (LPF), van Bochove (CDA), de Ruiter (SP), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Koopmans (CDA), Spies (CDA), van Lith (CDA), van der Ham (D66), van Velzen (SP), Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA) en Veenendaal (VVD).

Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GL), Luchtenveld (VVD), Boelhouwer (PvdA), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Algra (CDA), Kraneveldt (LPF), Varela (LPF), ten Hoopen (CDA), Vergeer (SP), Vos (GL), van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), van Heteren (PvdA), Wolfsen (PvdA) en Oplaat (VVD).

Naar boven