29 021
Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai, PbEG L 189 (geluidsbelastingkaarten en actieplannen)

nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2006

Hierbij bied ik U aan het ontwerpbesluit1 houdende wijziging van enkele krachtens de artikelen 8.40, 8.41 en 8.42 van de Wet milieubeheer gegeven algemene maatregelen van bestuur in verband met een tekort aan geluidsruimte op industrieterreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder (efficiënter gebruik geluidsruimte op gezoneerde industrieterreinen). Op dit ontwerpbesluit is de procedure van artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer van toepassing. Wellicht ten overvloede wijs ik u erop dat de voorhangperiode vier weken duurt, te rekenen vanaf het moment van ontvangst van het ontwerpbesluit bij uw kamer.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven