nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 17 februari 2004
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel VI worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In onderdeel a vervalt in de aanhef «aanhef,».
2. In onderdeel e vervalt in de aanhef «aanhef,».
3. Onderdeel i wordt vervangen door:
i. In Artikel II, onderdeel D, wordt «met toepassing van artikel
3, zevende lid, tweede volzin,» vervangen door «met toepassing
van artikel 3, zesde lid, tweede volzin,» en wordt «: met toepassing
van artikel 3, zesde lid, tweede volzin,» vervangen door «: met
toepassing van artikel 3, vijfde lid, tweede volzin,».
B
In artikel VII worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In onderdeel a vervalt «aanhef,».
2. Onderdeel g wordt vervangen door:
g. In artikel I, onderdeel L, vierde lid, wordt «Na de vermelding
van het opschrift van» vervangen door: Na de vermelding met betrekking
tot.
3. In onderdeel h vervalt «aanhef,».
4. Na onderdeel k wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidend:
k1. In artikel II, onderdeel A, lid 5a, wordt «zesde lid (nieuw)»
vervangen door: vijfde lid (nieuw).
C
Na artikel VII worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidend:
ARTIKEL VIIA
Indien zowel deze wet als het bij koninklijke boodschap van 13 november
2001 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van onder meer de Wet
op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet
onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs
en wetenschappelijk onderzoek, ter waarborging van de bekwaamheid tot het
uitoefenen van beroepen in het onderwijs (Kamerstukken II, 2001/02, 28 088,
nrs. 1–2) in werking treden voordat het bij koninklijke boodschap van
28 mei 2003 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van een aantal
wetten in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur in het
hoger onderwijs (Kamerstukken II, 2002/03, 28 925, nrs. 1–2) tot
wet wordt verheven en in werking treedt, wordt laatstbedoelde wet als volgt
gewijzigd:
a. In hoofdstuk 5, artikel 5.1, wordt «artikel 3, achtste lid»
vervangen door: artikel 3, zesde lid.
b. In hoofdstuk 5, artikel 5.3, wordt «artikel 3, zesde lid»
vervangen door: artikel 3, vierde lid.
ARTIKEL VIIB
Indien artikel VIIa niet van toepassing is en deze wet dan wel het bij
koninklijke boodschap van 13 november 2001 ingediende voorstel van wet houdende
wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra,
de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, ter waarborging
van de bekwaamheid tot het uitoefenen van beroepen in het onderwijs (Kamerstukken
II, 2001/02, 28 088, nrs. 1–2) in werking treedt voordat het bij
koninklijke boodschap van 28 mei 2003 ingediende voorstel van wet houdende
wijziging van een aantal wetten in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur
in het hoger onderwijs (Kamerstukken II, 2002/03, 28 925, nrs. 1–2)
tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt laatstbedoelde wet als
volgt gewijzigd:
a. In hoofdstuk 5, artikel 5.1, wordt «artikel 3, achtste lid»
vervangen door: artikel 3, zevende lid.
b. In hoofdstuk 5, artikel 5.3, wordt «artikel 3, zesde lid»
vervangen door: artikel 3, vijfde lid.
Toelichting
Deze nota van wijziging is uitsluitend technisch van aard en bevat afstemmingen
op de veranderde juridische actualiteit, waaronder de aanvaarding door de
Tweede Kamer van het wetsvoorstel voor een Wet op de beroepen in het onderwijs.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. J. A. van der Hoeven