B
NADER RAPPORT
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 18 augustus 2003, aangeboden
aan de Koningin door de minister van Verkeer en Waterstaat.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 4 oktober 2002,
nr. 02.004567, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 31 oktober 2002, nr. W09.02.0432/V, bied ik U hierbij
aan.
Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van
inhoudelijke opmerkingen.
De redactionele kanttekeningen van de Raad zijn in het voorstel van wet
en in de memorie van toelichting verwerkt.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het voorstel van wet en de memorie
van toelichting op de volgende punten aan te passen.
Artikel III is in overeenstemming gebracht met de Maatregel teboekgestelde
schepen 1992. Op grond van dat besluit is het branden van schepen niet langer
opgedragen aan een ambtenaar van de Scheepsmetingsdienst, maar aan een ambtenaar
van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers of een andere door
de bewaarder daarmee belaste persoon. Tevens is in het artikelsgewijze deel
van de memorie van toelichting een toelichting op dat artikel opgenomen.
In artikel XII is onderdeel F komen te vervallen. De in dat onderdeel
voorgestelde wijziging met betrekking tot de Scheepvaartinspectie is opgenomen
in onderdeel C van artikel XII. De in onderdeel F vervatte wetstechnische
wijziging is opgenomen in het voorstel van wet, houdende wijziging van de
Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de Wet verontreiniging zeewater
en de Scheepvaartverkeerswet in verband met de instelling van de Nederlandse
exclusieve economische zone en enkele andere onderwerpen (Kamerstukken II
2002/03, 28 984, nr. 2).
Aan het voorstel van wet is een nieuw artikel XVI toegevoegd. Dit houdt
verband met het inmiddels ingediende voorstel van wet tot vaststelling van
regels omtrent de publiekrechtelijke registratie van zeeschepen in Nederland
(Wet publiekrechtelijke registratie zeeschepen) (Kamerstukken II 2001/02,
28 180, nr. 2). In de memorie van toelichting is een toelichting op het
nieuwe artikel XVI opgenomen.
In artikel XVII (het oorspronkelijke artikel XVI) is de mogelijkheid opgenomen
om de artikelen of onderdelen van de artikelen op een verschillend tijdstip
in werking te laten treden. De reden daarvoor is uiteengezet in de memorie
van toelichting.
Tot slot is in de memorie van toelichting een aantal passages geactualiseerd.
Het betreft in het algemeen deel de tweede alinea van paragraaf 1 en
de derde alinea van paragraaf 2. In de artikelsgewijze toelichting is
de toelichting op artikel XV, onderdeel C, komen te vervallen. Het daar bedoelde
voorstel van wet is inmiddels tot wet verheven.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs