28 998
Wijziging van de Wet toezicht beleggingsinstellingen met het oog op de modernisering van de wet en implementatie van richtlijn nr 2001/107/EG en richtlijn 2001/108/EG van 21 januari 2002

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 mei 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift wordt de zinsnede «richtlijn 2001/108/EG» gewijzigd in: richtlijn nr. 2001/108/EG.

B

Artikel I, onderdeel A, onder 4, wordt als volgt gewijzigd:

a. «(PbEG. L375)»wordt vervangen door: (PbEG L375)

b. het woord «laatstelijk» komt te vervallen.

c. «(PbEG. L41/20)» wordt vervangen door: (PbEG L41/20)

d. «(PbEG. L41/35)» wordt vervangen door: (PbEG L41/35);

C

Artikel I, onderdeel A, onder 5 komt te luiden:

5. Onderdeel k (nieuw) komt te luiden:

k. lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie alsmede een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

D

Artikel I, onderdeel A, onder 6, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eind van de aanhef van onderdeel l wordt na «natuurlijk persoon, rechtspersoon of vennootschap» een dubbele punt toegevoegd.

2. In onderdeel l, vangt de zinsnede «die natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap tezamen met die andere natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen wordt aangemerkt als groep» aan op een nieuwe regel.

E

In artikel I, onderdeel D, wordt de puntkomma aan het slot van artikel 5, tweede lid, onderdeel b, vervangen door een punt.

F

Artikel I, onderdeel E wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid van artikel 6 vangt de zinsnede «moet de aanvrager in aanvulling op artikel 5, eerste lid onder a tot en met e, aantonen dat de beheerder, de beleggingsinstelling en de bewaarder voldoen aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen aanvullende eisen» aan op een nieuwe regel.

G

Artikel I, onderdeel E, onder 4, wordt als volgt gewijzigd:

a. De zinsnede «Richtlijn 93/22/EEG» wordt vervangen door: richtlijn 93/22/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen.

b. De zinsnede «Richtlijn nr. 2000/64/EG van de Raad van de Europese Unie van 17 november 2000 (PbEG L 290)» wordt vervangen door: richtlijn nr. 2000/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 november 2000 (PbEG L 290).

H

Artikel I, onderdeel G komt te luiden:

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

1. Als bewaarder mag slechts optreden een rechtspersoon met als enig statutaire doel het bewaren van activa en het administreren van beleggingsobjecten.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de bewaarder, bedoeld in het eerste lid, slechts mag bewaren ten behoeve van één beleggingsinstelling.

I

Artikel I, onderdeel K, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het derde lid van artikel 12 wordt «informatieverschaffing» vervangen door: informatieverstrekking.

b. Het zevende onderdeel komt te luiden:

7. Er worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

9. Artikel 5, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een beheerder waaraan een vergunning is verleend en op een bewaarder.

10. Artikel 16 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 is van overeenkomstige toepassing op het houden, verwerven of vergroten van een gekwalificeerde deelneming, dan wel het uitoefenen van enige zeggenschap verbonden aan een gekwalificeerde deelneming, in een beheerder als bedoeld in artikel 6 waaraan een vergunning is verleend.

J

Artikel I, onderdeel T, wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid, onderdeel a, van artikel 16a, komt te luiden:

a. schulden die verband houden met het beheer en het bewaren van het fonds; en

b. In het derde lid van artikel 16a wordt de punt aan het slot vervangen door een komma en wordt de volgende zinsnede toegevoegd: tenzij vaststaat dat de in het eerste lid, onder a of b, bedoelde vorderingen zullen kunnen worden voldaan en dat in de toekomst dergelijke vorderingen niet meer zullen ontstaan.

K

Er wordt na onderdeel V van artikel I een onderdeel ingevoegd, luidende:

Va

In het opschrift van Hoofdstuk III wordt «Lid-Staten» vervangen door: lidstaten.

L

Artikel I, onderdeel W, wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid van artikel 17c komt als volgt te luiden:

1. Artikel 4, eerste lid, is onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels niet van toepassing op het rechtstreeks of middellijk in of vanuit Nederland vragen of verkrijgen van gelden of goederen ter deelneming dan wel het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling, niet zijnde een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 6, met zetel in een, onder bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, door Onze Minister aan te wijzen staat waar toezicht op beleggingsinstellingen wordt uitgeoefend dat in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die deze wet beoogt te beschermen en waar de desbetreffende beleggingsinstelling ook daadwerkelijk onder toezicht staat. Een besluit tot aanwijzing van een staat, alsmede de intrekking daarvan, wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.

b. In het tweede lid van artikel 17c wordt aan de eerste zin na «bieden» de volgende zinsnede toegevoegd: en legt daarbij een verklaring van ondertoezichtstelling van de staat, bedoeld in het eerste lid, over. De beleggingsinstelling houdt zich aan de bepalingen, gesteld bij of krachtens artikel 5, eerste lid, onder d, en artikel 12, eerste lid, onder d.

c. Er wordt aan artikel 17c een lid toegevoegd, luidende:

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van reclame-uitingen van de beleggingsinstelling.

M

Artikel I, onderdeel MM, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid van artikel 33b wordt «6, vijfde en zesde lid, tweede volzin» vervangen door: 6, derde, vijfde en zesde lid, eerste volzin.

b. In het eerste lid van artikel 33b wordt «27b, tweede lid, en 27c, tweede lid» vervangen door: 27c, tweede en derde lid.

N

Artikel I, onderdeel NN, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid van artikel 33c wordt «6, vijfde en zesde lid, tweede volzin» vervangen door: 6, derde, vijfde en zesde lid, eerste volzin.

b. In het eerste lid van artikel 33b wordt «27b, tweede lid, en 27c, tweede lid» vervangen door: 27c, tweede en derde lid.

O

Artikel II komt als volgt te luiden:

ARTIKEL II

De Noodwet financieel verkeer wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1, onderdeel k, komt te luiden:

k. beheerder: de beheerder, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen.

B. Artikel 18a, eerste lid, komt te luiden:

1. Onze minister is bevoegd te bepalen dat het een beheerder verboden is, zonder door een of namens hem verleende algemene of bijzondere vergunning, rechten van deelneming in een beleggingsinstelling rechtstreeks of middellijk in te kopen.

P

In artikel V wordt de zinsnede «voor zover deze werkzaamheden voor de vergunning worden toegestaan» vervangen door: voor zover deze werkzaamheden door de vergunning worden toegestaan.

Q

Artikel VII komt te luiden:

ARTIKEL VII

De in artikel 6 (nieuw) van de Wet toezicht beleggingsinstellingen bedoelde beheerders en beleggingsmaatschappijen die reeds vóór inwerkingtreding van deze wet over een vergunning beschikten, kunnen, voor zover de vergunning dat toelaat, op basis van die vergunning hun werkzaamheden voortzetten tot 14 februari 2007. De vóór inwerkingtreding van deze wet verleende vergunning en de aan die vergunning verbonden voorwaarden worden, tot aan het moment dat een vergunning is verleend op grond van artikel 6 (nieuw) van die wet, beheerst door de Wet toezicht beleggingsinstellingen zoals deze luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, met dien verstande dat de bepalingen met betrekking tot informatieverstrekking, bedoeld in artikel 12 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen vanaf inwerkingtreding artikel 12, derde lid, (nieuw) van de Wet toezicht beleggingsinstellingen worden beheerst door dat artikel.

Toelichting

Onderdelen A en B

In dit onderdeel worden alleen redactionele wijzigingen doorgevoerd.

Onderdeel C

Dit onderdeel wordt aangepast teneinde het verouderde «Lid-Staat» te vervangen door: «lidstaat».

Onderdeel D

Deze wijziging houdt niet meer in dan dat aan het eind van de aanhef van onderdeel l een dubbele punt is toegevoegd en de laatste zin van het zesde lid op een nieuwe regel begint.

Onderdeel E

Deze wijziging is eveneens een redactionele wijziging.

Onderdeel F

Onderdeel c is gewijzigd omdat het tweede gedeelte van het eerste lid vanaf «moet de aanvrager» op een nieuwe regel moet beginnen en dit gedeelte in de tekst zoals deze abusievelijk in Kamerstukken 2, 28 998, nrs. 1–2, blz. 4 is weergegeven bij onderdeel c leek te horen.

Onderdeel G

In dit onderdeel worden in de verwijzingen naar richtlijnen redactionele wijzigingen doorgevoerd.

Onderdeel H

In dit onderdeel wordt artikel 9 aangepast in die zin dat het statutaire doel van de bewaarder beperkt moet zijn tot het bewaren van activa en het administreren van beleggingsobjecten. Het vereiste van één bewaarder per fonds is geschrapt. Wel is in het tweede lid bepaald dat dit vereiste voor bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen wel kan gelden. Hierbij kan met name gedacht worden aan de gevallen waarin een bewaarder meerdere fondsen bewaart waartoe een fonds behoort dat een risico kan vormen voor de beleggers van een ander fonds, zoals fondsen die beleggen met geleend geld of fondsen die beleggen in derivaten anders dan ter afdekking van beleggingsrisico's. In deze gevallen zal het wel noodzakelijk zijn om de fondsen door aparte bewaarders te laten bewaren.

Onderdeel I

Ten eerste wordt in het derde lid van artikel 12 een redactionele wijziging doorgevoerd.

Ten tweede wordt aan artikel 12 een nieuw lid toegevoegd op grond waarvan artikel 16 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 voor beheerders van icbe's van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. In 5 sexies van richtlijn 2001/107 EG zijn gekwalificeerde deelnemingen in beheerders aan dezelfde regels onderworpen als die welke in artikel 9 van de Richtlijn beleggingsdiensten zijn vastgesteld. Omdat dit artikel geïmplementeerd is in artikel 16 van de Wte 1995wordt dit artikel van overeenkomstige toepassing verklaard.

Onderdeel J

In artikel 16a, eerste lid wordt het eerste lid gewijzigd om duidelijk te maken dat het vermogen van het fonds uitsluitend dient tot voldoening van de vorderingen die voortvloeien uit schulden die verband houden met het beheer en het bewaren van het fonds.

In het derde lid was abusievelijk de zinsnede weggevallen die nu weer toegevoegd wordt.

Onderdeel K

In het opschrift van hoofdstuk III was «Lid-Staten» nog niet vervangen door lidstaten. Deze wijziging voorziet hierin.

Onderdeel L

In artikel 17c, eerste lid, ontbrak de bepaling dat op de desbetreffende beleggingsinstelling ook daadwerkelijk toezicht moet worden uitgeoefend wil deze voor de behandeling van dit artikel in aanmerking komen. In deze omissie wordt in het eerste lid voorzien. In het tweede lid wordt naast een notificatie verplicht gesteld om een verklaring van onder toezichtstelling van de buitenlandse staat over te leggen. Daarnaast is de beleggingsinstelling verplicht om zich te houden aan de bepalingen over informatieverstrekking van artikel 5, eerste lid en artikel 12, eerste lid. Dit betekent onder meer dat de beleggingsinstelling een prospectus en een financiële bijsluiter beschikbaar moet hebben. Het prospectus zal van te voren aan de toezichthouder moeten worden toegezonden.

Tenslotte ontbrak een grondslag voor het stellen van regels met betrekking tot reclame-uitingen voor buitenlandse beheerders van niet-icbe's. Daarom wordt een nieuw vijfde lid toegevoegd.

Onderdelen M en N

In deze artikelen worden redactionele bepalingen doorgevoerd in de boete- en dwangsombepalingen.

Onderdeel O

In dit artikel was abusievelijk een verwijzing naar artikel 1, onderdeel i in plaats van onderdeel k van de Noodwet financieel verkeer opgenomen.

Onderdeel P

In artikel V wordt een typefout hersteld.

Onderdeel Q

Overgangsartikel VII wordt gewijzigd om duidelijk te maken dat icbe's vanaf de datum van inwerkingtreding van de wet op basis van hun oude vergunning hun werkzaamheden mogen voortzetten tot 14 februari 2007. Vanaf zes maanden na inwerkingtreding van de wet zullen zij moeten voldoen aan de nieuwe bepalingen met betrekking tot informatieverschaffing (waaronder het verkort prospectus). Het koninklijk besluit dat de inwerkingtreding van de wet regelt, zal een bepaling bevatten die de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking informatieverstrekking regelt.

Daarnaast was in overgangsartikel VII de datum van 14 februari 2002 opgenomen. Dat wordt in dit onderdeel vervangen door de formulering «het tijdstip van inwerkingtreding van de wet».

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven