nr. 19
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN SCHIPPERS EN LAMBRECHTS
TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 7
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel K, wordt vervangen door:
K
Artikel 11 wordt vervangen door:
Artikel 11
1. Indien voor een vorm van zorg de verplichtingen, bedoeld in artikel
47, eerste lid, en artikel 48, eerste lid, niet gelden en bovendien door het
College tarieven gezondheidszorg geen tarief als bedoeld in de Wet tarieven
gezondheidszorg dient te worden goedgekeurd of vastgesteld, hebben de bij
het ziekenfonds ingeschreven verzekerden in afwijking van artikel 8, eerste
en tweede lid, jegens hem de keuze tussen aanspraak op verstrekking van de
desbetreffende zorg (natura) of aanspraak op vergoeding van kosten (restitutie).
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop
de hoogte van de restitutie wordt vastgesteld.
2. Artikel 8, derde tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Indien het eerste lid toepassing vindt, is artikel 9, eerste lid, niet
van toepassing.
II
In artikel I, onderdeel L, vervalt artikel 11a, derde lid.
Toelichting
Het eerste lid regelt dat voor vormen van zorg waarvoor zowel de contracteerplicht
als de omgekeerde contracteerplicht is afgeschaft en waarvoor bovendien geen
tarieven als bedoeld in de Wet tarieven gezondheidszorg (WTG) hoeven te worden
goedgekeurd of vastgesteld, de verzekerde de keuze krijgt tussen zorg in natura
of restitutie. Met 'WTG-tarief' worden alle vormen van tarieven bedoeld die
de WTG kent. In de huidige WTG zijn dat de vaste tarieven en de maximumtarieven.
Na wijziging van de WTG door middel van de WTG ExPres (Kamerstukken II 2003/04,
29 379) zijn dat vaste tarieven, minimumtarieven, maximumtarieven en
bandbreedtetarieven.
Op grond van artikel 47, tweede lid en 48, tweede lid, Zfw kan de (omgekeerde)
contracteerplicht ook voor categorieën instellingen worden afgeschaft,
terwijl de (omgekeerde) contracteerplicht voor beroepsbeoefenaren reeds in
1992 is afgeschaft. De keuze voor restitutie in plaats van natura wordt in
dit geval ingevoerd voor die vormen van door die instellingen of beroepsbeoefenaren
te leveren zorg, die overeenkomen met prestaties waarvoor het College tarieven
gezondheidszorg (CTG) krachtens de WTG geen tarief hoeft goed te keuren of
vast te stellen. De wijze waarop hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld,
wordt nader bij Algemene Maatregel van Bestuur bepaald.
Het tweede lid zorgt ervoor dat de bepalingen op grond waarvan het verzekerde
pakket wordt ingevuld (art. 8, derde lid, Zfw) en de bepalingen over de eigen
bijdragen (art. 8, vierde lid, Zfw) van overeenkomstige toepassing zijn. Hetzelfde
geldt voor de plicht van de ziekenfondsen, om ervoor te zorgen dat hun verzekerden
hun aanspraken tot gelding kunnen brengen (art. 8, vijfde lid, Zfw).
Artikel 9, eerste lid, Zfw verplicht verzekerden zich voor het ontvangen
van zorg te wenden tot zorgaanbieders waarmee het ziekenfonds contracten als
bedoeld in artikel 44 Zfw (naturacontracten) heeft gesloten. Deze plicht kan
de verzekerde in geval van restitutie uiteraard niet worden opgelegd. Daarom
wordt artikel 9, eerste lid, Zfw, in het derde lid van het voorgestelde artikel
11 Zfw buiten toepassing verklaard. De verzekerde voor wie restitutie geldt,
heeft derhalve de vrije keuze uit zorgaanbieders die de desbetreffende vorm
van zorg aanbieden.
Gezien het voornemen om voor het zogenoemde b-segment van de diagnose
behandeling combinaties (dbc's) zowel de (omgekeerde) contracteerplicht als
de tarifering af te schaffen, zal het voorgestelde artikel 11 Zfw in ieder
geval voor die dbc's kunnen worden gebruikt. Hulpmiddelen en zittend ziekenvervoer
zijn andere vormen van zorg waarvoor de (omgekeerde) contracteerplicht, bedoeld
in artikel 47 en 48 van de Zfw, niet geldt en waarvoor het CTG ook geen tarief
op grond van de WTG goedkeurt of vaststelt. Voor die zorgvormen wordt dus
ook de mogelijkheid te kiezen voor restitutie ingevoerd.
Het voorgestelde artikel 11a, derde lid, wees terug naar het artikel 11
zoals dat in het voorstel van de Minister luidt. Wordt laatstgenoemd artikel
vervangen door het in dit amendement voorgestelde artikel 11, dan is artikel
11a, derde lid, niet meer nodig. Daarom wordt voorgesteld artikel 11a, derde
lid, te schrappen.
Schippers
Lambrechts