nr. 68
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2008
In de nota Kunst van Leven heb ik aangekondigd de mogelijkheden en de
wenselijkheden van een cultuurkaart voor alle leerlingen in het voortgezet
onderwijs te onderzoeken (Kamerstuk 28 989, nr. 44). Hiervoor heb
ik een pilot laten uitvoeren in een drietal steden. In de pilot is een digitale,
webbased cultuurkaart getoetst die het mogelijk maakt dat leerlingen en docenten
culturele activiteiten reserveren en betalingen doen, zowel via een webomgeving,
als ter plaatse bij culturele instellingen met een kaart, voorzien van een
magneetstrip. Op basis van de goede resultaten heb ik besloten over te gaan
tot landelijke invoering van een cultuurkaart ter facilitering en bevordering
van cultuureducatie.
Om een dienstverlener te selecteren die op een juiste wijze vorm en invulling
geeft aan de ontwikkeling, uitvoering en marketing van de cultuurkaart ben
ik een Europees aanbestedingstraject gestart. Van de ingediende offertes is
die van stichting CJP als economisch meest voordelig geselecteerd. Ik heb
daarom besloten de opdracht voor de ontwikkeling, uitvoering en marketing
van de cultuurkaart aan stichting CJP te gunnen. Als uitvoerder zullen zij
met ingang van het schooljaar 2008–2009 alle 900 000 leerlingen
uit het voortgezet onderwijs een cultuurkaart verstrekken. Aan de kaart is
een webbased tegoed van vijftien euro gekoppeld dat besteed kan worden aan
culturele activiteiten. Ook geeft deze kaart korting op culturele activiteiten.
De cultuurkaart vervangt de ckv-vouchers die sinds 1999 culturele participatie
onder jongeren stimuleert. De werking van de cultuurkaart is echter breder
dan de ckv-vouchers. In het oude systeem was het gebruik gekoppeld aan het
ckv-onderwijs, nu is de cultuurkaart beschikbaar voor alle leerlingen. Stichting
CJP heeft voorafgaand aan haar voorstel met leerlingen, docenten en culturele
instellingen gesproken zodat de kaart zo flexibel mogelijk kan worden gebruikt.
De docent bepaalt of het bedrag dat op de kaart staat individueel of collectief
wordt besteed. Dit is een nadrukkelijke wens vanuit het onderwijsveld. Zo
blijft de mogelijkheid bestaan om klassikale activiteiten te ondernemen.
Daarnaast wordt er via een website, via nieuwsbrieven en via magazines een
uitgebreid communicatieprogramma ontwikkeld om in samenwerking met de culturele
instellingen jongeren te interesseren en te inspireren.
CJP zal bij de uitvoering van dit project samenwerken met DataBase Fulfilment
(DBF) op het gebied van datahandeling en met Equens voor de geldtransacties.
Voor het project is jaarlijks een budget van € 15,5 mln. beschikbaar,
hiervan zal € 13,5 mln. rechtstreeks aan de leerlingen beschikbaar
worden gesteld. De financiële dekking van de cultuurkaart komt voor een
belangrijk deel uit de beschikbare middelen Cultuur en School voor het voortgezet
onderwijs, namelijk de middelen voor de huidige ckv-vouchers. Daarnaast vindt
er vanuit de huidige enveloppe cultuur een intensivering plaats, oplopend
tot € 4.3 mln. per jaar.
De overeenkomst wordt gesloten voor een periode van vier jaar, met drie
verlengingsopties van telkens maximaal 12 maanden.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R. H. A. Plasterk