nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Colportagewet in verband met krediettransacties.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
3 juli 2003
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is uitvoering
te geven aan het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
van 13 december 2001, zaak C-481/99, inzake buiten verkoopruimten gesloten
krediettransacties;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Colportagewet wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. geldkrediet, goederenkrediet, kredietgever, kredietnemer en leverancier:
hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Wet op het consumentenkrediet.
B
Artikel 23, vierde lid, komt te luiden:
4. De rechtsvordering tot vernietiging verjaart door verloop van een jaar
na de aanvang van de dag waarop de kredietgever de kredietnemer schriftelijk
heeft gewezen op de mogelijkheid een beroep te doen op de vernietigbaarheid.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,