nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2005
Naar aanleiding van de plenaire behandeling van de Leegstandwet van 18 januari
jl. en het in dat kader door het lid Kruijsen ingediende amendementen (TK
28 987, nr. 7 en 8) bericht ik u het volgende.
De amendementen beogen tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet
van te koop staande huurwoningen van toegelaten instellingen mogelijk te maken.
De toelichting bij de amendementen veronderstelt dat tijdelijke verhuur
van te koop staande huurwoningen van particuliere verhuurders reeds mogelijk
is.
Dit is echter niet het geval. Artikel 15 lid 1 onder b biedt slechts in
een zeer beperkt aantal gevallen de mogelijkheid een te koop staande huurwoning
tijdelijk te verhuren. Voorwaarde is namelijk dat de woning nieuw is opgeleverd,
dat de eigenaar er voorafgaand aan het te koop zetten zelf in heeft gewoond
of dat de woning in een periode van 10 jaar niet langer dan in totaal 3 jaar
als woning verhuurd is geweest. Dit is vrijwel bij alle woningen van particuliere
verhuurders niet het geval.
Tijdens de plenaire behandeling heb ik mevrouw Kruijsen daarom in overweging
gegeven de mogelijkheid voor tijdelijke verhuur van te koop staande huurwoningen
uit te breiden tot particuliere verhuurders. Ik heb toegezegd na te gaan of
aan een dergelijke uitbreiding behoefte bestaat.
Inmiddels heb ik overlegd met de VNG en de belangenorganisaties van particuliere
verhuurders: IVBN en Vastgoedbelang. Deze ondersteunen de mogelijkheid om
te koop staande huurwoningen tijdelijk te kunnen verhuren op grond van de
Leegstandwet. Tijdelijke verhuur van te koop staande huurwoningen kan tijdens
het verkoopproces een positieve invloed hebben op de leefbaarheid van complexen
woningen.
Verschillende particuliere verhuurders geven aan dat in afwachting van
splitsing of samenvoeging, in afwachting van gezamenlijke verkoop met een
buurpand of wanneer de verkoop van een pand simpelweg niet wil vlotten
tijdelijke verhuur gewenst zou zijn en een bijdrage kan vervullen in het huisvesten
van bijvoorbeeld studenten.
Ik wijs er overigens op dat het in alle gevallen de gemeente is die bij
de vergunningverlening moet beoordelen of tijdelijke verhuur in afwachting
van verkoop de juiste weg is, omdat van de eigenaar niet in redelijkheid kan
worden gevergd dat hij de woning op een andere wijze dienstbaar maakt aan
de volkshuisvesting; dit conform de in de wet genoemde toetsingscriteria.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
S. M. Dekker