28 984
Wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de Wet verontreiniging zeewater en de Scheepvaartverkeerswet in verband met de instelling van de Nederlandse exclusieve economische zone en enkele andere onderwerpen

nr. 7
MOTIE VAN DE LEDEN DEZENTJÉ HAMMING EN DE KROM

Voorgesteld 30 november 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat in de afgelopen jaren de Europese wateren diverse malen geconfronteerd zijn met ernstige scheepsrampen;

constaterende, dat deze scheepsrampen hoge kosten en grote negatieve milieugevolgen met zich mee hebben gebracht;

constaterende, dat het Europese instituut EMSA binnenkort de taak krijgt een operationele dienst op te richten ter voorkoming en bestrijding van scheepsrampen;

overwegende, dat Den Helder een zeer goede locatie is voor het huisvesten van een dergelijke operationele dienst, mede gezien de gunstige ligging ten opzichte van zowel de Noordzee als de Waddenzee, de goede aanwezige infrastructuur en de nabijheid van relevante maritieme actoren;

constaterende, dat TNO het initiatief heeft genomen voor de oprichting van een Expertisecentrum voor Olie- en Chemicaliënbestrijding;

overwegende, dat een samenwerkingsverband dan wel gezamenlijke huisvesting van beide genoemde instituten zeer wenselijk is;

verzoekt de regering zich actief in te zetten voor de vestiging van een Centrum voor Veiligheid en Milieu op Zee in Den Helder,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dezentjé Hamming

De Krom

Naar boven