28 983
Wijziging van enkele socialeverzekeringswetten inzake verlenging van het bij de Wet beperking export uitkeringen behorende overgangsrecht en enkele andere wijzigingen

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 30 september 2003

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat te hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

1. Algemeen

De leden van de PvdA-fractie en van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij willen de regering hierover enkele vragen voorleggen.

1.1. Eerste Wijziging: wijziging overgangsrecht middels verlenging overgangstermijn

De leden van de PvdA-fractie waarderen het voorstel tot verlenging van het bij de Wet beperking export uitkeringen (Wet BEU) behorende overgangsrecht van 12 maanden. De verlenging is bestemd voor mensen die nu onder het overgangsrecht vallen en die in een land wonen waarmee verdragsonderhandelingen gaande zijn. Deze leden hebben als uitgangspunt dat de wet BEU moet leiden tot controleerbaarheid en handhaving van de regels omtrent uitkeringen. Als dat door het sluiten van een verdrag mogelijk is, mag uitkeringsgerechtigden hun rechtmatige uitkering niet worden ontzegd.

De regering licht toe dat de reden om de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene nabestaandenwet (ANW) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) wel onder de verlenging te laten vallen is omdat mensen van hun levensonderhoud afhankelijk zijn van deze uitkering. Dat zelfde geldt toch ook voor het levensonderhoud van de kinderen in het geval van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), zo vragen de leden van de PvdA-fractie.

De leden van de PvdA-fractie vragen wat precies de reden is om de AKW niet onder de verlenging van de overgangstermijn te laten vallen.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of nog altijd het wettelijk regime geldt dat verzekerden, die in de overgangsperiode 65 jaar zijn geworden in een niet-verdragsland en die een jongere partner hebben, geen recht hebben op een partnertoeslag, in elk geval niet met terugwerkende kracht? Zo ja, om hoeveel personen gaat het naar schatting? Zijn hierover dit jaar nog klachten of vragen bij het ministerie binnengekomen?

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van het voornemen de verlenging van de overgangstermijn niet te laten gelden voor de Algemene Kinderbijslagwet. Zij vragen of het mogelijk is dat het stopzetten van de kinderbijslag ertoe kan leiden dat uitkeringsgerechtigden onder het sociaal minimum terechtkomen, zonder dat ze gecompenseerd worden. Zo ja, acht de regering compenserende maatregelen dan niet noodzakelijk?

1.1.1. Uitvoeringstechnisch commentaar SVB/UWV

De leden van de PvdA-fractie vragen of er inmiddels bezwaar en beroepsprocedures zijn gestart door burgers die menen dat er sprake is van ongelijke behandeling omdat de export van kinderbijslag wel naar de twintig landen plaats vindt maar niet naar de landen waarvoor de termijn thans wordt verlengd. Zo ja hoeveel?

1.2. Tweede wijziging: vervallen driemaandstermijn

1.2.1. Uitvoeringstechnisch commentaar SVB/UWV

De leden van de PvdA-fractie vragen wat de extra risico's zijn die bij het vervallen van de driemaandstermijn bij de Toeslagenwet kunnen ontstaan. Waarom zou de Toeslagenwet daarbij speciaal een extra handhavingrisico betekenen? Welke maatregelen zullen worden genomen? Voorts willen deze leden graag weten wat de gevolgen zijn voor de mensen die tijdelijk een studie in het buitenland volgen. Wordt voor hen de termijn waarbinnen dat kan terwijl men niet uitgeschreven wordt dan bekort? Wat zijn de gevolgen?

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering kan toelichten wat de recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in september over de afbouw van de Toeslagenwet voor Marokko en de Verenigde Staten betekent? Kan de regering wat betreft de uitvoering ingaan op de gevolgen van deze uitspraak? Dient het verdrag met Marokko van juli 2002 te worden aangepast? Zou in het onderhavige wetsvoorstel een regeling getroffen moeten worden om de bedoeling van de wet BEU te effectueren? Namelijk dat de Toeslagenwet niet exporteerbaar zou zijn?

Heeft de regering overwogen om de Toeslagenwet aan te passen als reactie op de uitspraak van het Europese Hof? Is het niet mogelijk het bijstandskarakter van de wet in de wet vast te leggen? Immers de Toeslagenwet kent net zo als de bijstand een partnertoets. Bepalend voor de toeslag is niet arbeidsongeschiktheid of werkloosheid maar het feit dat het gezinsinkomen onder bijstandstandsniveau is. Vanwege dit bijstandkarakter is oorspronkelijk ook het verbod op exporteerbaarheid vast gesteld.

Indien de regering dat als mogelijkheid ziet in plaats van de opzegging van het ILO-verdrag, welke bepalingen dienen dan te worden aangepast?

De voorzitter van de commissie,

Hamer

Adjunct-griffier van de commissie,

Post


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), Rouvoet (CU), De Vries (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GL), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), voorzitter, Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), Örgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), De Ruiter (SP), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Van Loon-Koomen (CDA), Bruls (CDA), Varela (LPF), Eski (CDA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Kraneveldt (LPF) en Hirsi Ali (VVD).

Plv. leden: Depla (PvdA), Dittrich (D66), Van der Vlies (SGP), Blok (VVD), Kant (SP), Halsema (GL), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Tonkens (GL), Omtzigt (CDA), Adelmund (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Visser (VVD), Algra (CDA), Lazrak (SP), Vietsch (CDA), Van Dijk (CDA), Hessels (CDA), Hermans (LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Wilders (VVD), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Eerdmans (LPF) en Schippers (VVD).

Naar boven