nr. 5
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Pensioen-
en spaarfondsenwet de herverzekeringsplicht van zogenoemde gesloten fondsen
te laten vervallen, teneinde te voorkomen dat deze fondsen tot herverzekering
moeten overgaan indien dit, gelet op hun financiële situatie en de waarborging
van de aanspraken van de gerechtigden, onnodig is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Pensioen- en spaarfondsenwet wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1, achtste lid komt te luiden:
8. Indien de onderneming, waaraan een pensioenfonds of een spaarfonds
verbonden is, ophoudt te bestaan, dan wel de verbondenheid van een pensioen-
of spaarfonds aan de onderneming anderszins wordt beëindigd, wordt dat
fonds voor de toepassing van deze wet geacht zijn karakter als ondernemingspensioen-
of spaarfonds niet van rechtswege te verliezen.
B
Artikel 10a wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er worden drie nieuwe leden toegevoegd, luidende:
2. Een ondernemingspensioenfonds als bedoeld in artikel 1, achtste lid,
informeert de Pensioen- & Verzekeringskamer direct zodra het ondernemingspensioenfonds
weet of redelijkerwijs kan voorzien dat de verbondenheid aan de onderneming
zal eindigen.
3. Het ondernemingspensioenfonds, bedoeld in artikel 1, achtste lid, gaat
binnen zes maanden na het eindigen van de verbondenheid over tot:
a. het overdragen of herverzekeren van het uit de aangegane verplichtingen
voortspruitende risico door het sluiten van overeenkomsten van verzekering
met een verzekeraar als bedoeld in artikel 2, vierde lid, of
b. het onderbrengen van het uit de aangegane verplichtingen voortspruitende
risico bij een bedrijfstakpensioenfonds waarvan de werkingssfeer betrekking
heeft op de activiteiten van de onderneming.
4. De in het derde lid opgenomen verplichting van het ondernemingspensioenfonds
geldt niet indien ten genoegen van de Pensioen- & Verzekeringskamer door
het ondernemingspensioenfonds wordt aangetoond dat herverzekering, overdracht
of onderbrenging niet noodzakelijk is omdat het ondernemingspensioenfonds
kan voldoen aan de voorwaarden in aanvulling op de bij of krachtens de wet
geldende eisen die de Pensioen- & Verzekeringskamer stelt met betrekking
tot:
a. de financiële opzet en
b. de deskundigheid en betrouwbaarheid van het bestuur.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en
werkt terug tot en met 27 juni 2003.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,