28 973 Toekomst veehouderij

Nr. 216 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2019

Op 20 juni jl. hebben wij het rapport Aanpak mestvervuiling veehouderij aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 28 973, nr. 215). Helaas blijkt het rapport een onduidelijkheid en een onjuistheid te bevatten.

Hierbij sturen wij u de errata met de gecorrigeerde tekst1. Deze errata zullen wij op de website www.rekenkamer.nl als bijlage bij het rapport opnemen.

Algemene Rekenkamer

drs. A.P. (Arno) Visser, president

drs. C. (Cornelis) van der Werf, secretaris

Bijlage ERRATA bij het rapport van de Algemene Rekenkamer Aanpak mestvervuiling veehouderij, vergaderjaar 2018–2019, bijlage bij Kamerstuk 28 973, nr. 215

In paragraaf 1.3 staat in een passage op bladzijde 11 en 12 CBS in 2018 waar dit CBS (2018) in 2017 had moeten zijn. In dezelfde zin staat 7,1% als stijgingspercentage voor het aantal kippen genoemd waar dat 7,6% had moeten zijn. De correcte tekst voor de betreffende passage is hieronder opgenomen.

[erratumtekst]

De stijging van de uitstoot komt mede door de toename van het aantal dieren en als gevolg daarvan, de stijging van de hoeveelheid mest. Het totale aantal stuks rundvee is volgens het CBS (2018) in 2017 ten opzichte van 2013 gestegen met 2,4%, het aantal varkens met 1,5% en het aantal kippen met 7,6%. De totale mestproductie is in 2017 gestegen met ruim 6% ten opzichte van 2013.

[einde erratumtekst]


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven