28 973 Toekomst van de intensieve veehouderij

Nr. 136 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2013

In het ordedebat van uw Kamer, gehouden op 21 november jl., is gevraagd om een brief over de groei van de melkveehouderij in relatie tot het loslaten van de melkquotering per 2015. Navolgend voldoe ik aan het verzoek.

De Europese melkquotering zal met ingang van 1 april 2015 worden beëindigd. Tot die datum is de melkproductie begrensd door het nationale quotum en leidt overschrijding tot betaling van superheffing. In het kader van de overgang naar het quotumloze tijdperk («zachte landing») is in een reeks van jaren vanaf 1 april 2008, in 2013/2014 het melkquotum voor de laatste maal met 1% verhoogd.

Sinds 1984 is de melkveestapel afgenomen van 2,4 mln naar 1,5 mln melkkoeien nu. Met de jaarlijkse toename van het melkquotum van 1% per jaar sinds 2009 is de melkveestapel sindsdien vrijwel gestabiliseerd. Anders dan in een aantal andere EU-lidstaten heeft de Nederlandse melkveesector het nationale melkquotum vrijwel steeds volgemolken. Zeer sporadisch, zoals afgelopen heffingsjaar 2012/2013 was er sprake van een lichte onderschrijding van het fabrieksquotum, zodat Nederland en daarmee de individuele veehouder geen superheffing voor dat deel van het quotum hoefde af te dragen. Er was sprake van hoge veevoerprijzen en een matige weersomstandigheden zodat de melkproductie per koe achterbleef en de kosten sterk toenamen met als gevolg een aanzienlijk lagere marge.

Door deze achterblijvende melkproductie zijn veel melkveehouders het huidige melkquotumjaar gestart met een ruime veebezetting. Dit gecombineerd met goede weersomstandigheden en een aanzienlijk betere melkprijs heeft in 2013 geleid tot een toename van de melkproductie met ruim 6% over de periode april tot en met oktober 2013 ten opzichte van dezelfde periode in het voorafgaande jaar. Alhoewel het melkquotum dit jaar met 1% is verruimd, zal Nederland naar verwachting het melkquotumjaar 2013/2014 afsluiten met een overschrijding. De mate waarin hangt af van de melkproductie-ontwikkeling in het nog resterende deel van het quotumjaar. Uit de gegevens van de meitelling (zie bijgevoegde tabel) blijkt dat er in 2013 in Nederland 4,6% meer melkkoeien worden gehouden dan in 2012, een piek in de stabiele lijn van de voorgaande jaren. De provincie Friesland blijft met een toename van 3,8% onder de gemiddelde stijging.

Bij quotumoverschrijding moet een heffing worden betaald van € 0,2783 per kg melk. Deze heffing komt niet onverwachts, omdat iedere melkveehouder maandelijks bij zijn melkgeldafrekening een actueel voortschrijdend productieoverzicht ontvangt. Ik verwacht dat het huidige hoge niveau van dieraantallen en Nederlandse melkproductie van incidentele aard is. Het komende, tevens laatste melkquotumjaar kunnen de weersomstandigheden en de melkprijs immers wezenlijk veranderen en zijn de melkveehouders geconfronteerd met de financiële gevolgen van de te betalen superheffing over 2013/2014.

De afgelopen jaren is gebleken dat de Nederlandse melkveehouderij al anticipeert op de beëindiging van de melkquotering door nu reeds een nieuwe stal te bouwen of de bestaande stal te vergroten, mede omdat veel stallen aan vervanging toe zijn. Met name in de financieel gunstigere jaren 2010 en 2011 hebben veel melkveehouders investeringsbeslissingen genomen. De zuivelsector houdt, mede op basis van informatie van hun leden en leveranciers, dan ook rekening met een uitbreiding van de melkproductie met 10 à 20% richting 2020. Ook de zuivelindustrie anticipeert hier op met uitbreidings- en nieuwbouwinvesteringen. Volgens cijfers van de zuivelindustrie gaat het daarbij om een investeringbedrag van circa € 700 mln.

Of het groeipotentieel in de melkvee- en zuivelsector ook daadwerkelijk benut kan worden, hangt voor een groot deel af van de vraag of dit kan binnen de milieurandvoorwaarden. Een belangrijke vraag die daarbij aan de orde is, is wat de consequenties zijn van de benutting van het groeipotentieel voor het overschot op de Nederlandse mestmarkt. Uw Kamer heeft recent ingestemd met een voorstel waarmee individuele ondernemers de verplichting krijgen opgelegd om een deel van het fosfaatoverschot op bedrijfsniveau te verwerken en buiten de Nederlandse landbouw te brengen. Het Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen-UR voeren een ex ante beleidsevaluatie uit. Daarin beoordelen zij de verwachte ontwikkeling van de verwerkingscapaciteit in relatie tot de verwachte verwerkingsopgave. Het kabinet zal op basis van die ex ante evaluatie een besluit nemen over de wenselijkheid van introductie van dierrechten voor melkveehouderij na het vervallen van de melkquotering.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Tabel: aantal melk- en kalfkoeien (> 2 jaar)
 

2010

2011

2012

20131

2013/2012

Nederland

1.478.635

1.469.720

1.483.991

1.552.919

+ 4,6%

           

Groningen

89.814

89.716

92.764

98.165

+ 5,8%

Friesland

265.819

263.049

267.838

278.105

+ 3,8%

Drenthe

93.165

93.090

97.460

103.011

+ 5,7%

Overijssel

241.398

240.397

239.639

250.477

+ 4,5%

Flevoland

29.957

29.417

31.133

32.736

+ 5,1%

Gelderland

226.384

222.935

223.340

234.215

+ 4,9%

Utrecht

82.935

81.513

80.596

83.892

+ 4,0%

Noord-Holland

77.340

76.858

78.603

80.551

+ 2,5%

Zuid-Holland

95.675

95.542

94.313

97.839

+ 3,7%

Zeeland

17.175

17.667

18.510

20.033

+ 8,2%

Noord-Brabant

210.753

211.152

212.115

223.743

+ 5,5%

Limburg

48.220

48.384

47.680

50.152

+ 5,2%

Bron: CBS.

X Noot
1

Voorlopig.

Naar boven