28 972 (R 1738)
Goedkeuring van het op 16 april 2003 te Athene totstandgekomen Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, met Toetredingsakte, Bijlagen en Protocollen (Trb. 2003, 74)

nr. 10
MOTIE VAN HET LID VAN BAALEN C.S.

Voorgesteld 19 november 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het welslagen van de uitbreiding van de Europese Unie per 1 mei 2004 in hoge mate afhangt van de garantie dat de interne markt en de rechtsgemeenschap ongestoord kunnen functioneren en de volksgezondheid gewaarborgd blijft;

van mening, dat het daartoe noodzakelijk is dat vrijwaringsmaatregelen worden genomen op die terreinen, waarop de nieuwe lidstaten per 1 mei 2004 nog niet in staat zijn het acquis communautaire adequaat toe te passen, waarmee het ongestoord functioneren van de Europese Unie niet kan worden gegarandeerd;

van mening, dat tot het opleggen van vrijwaringsmaatregelen door de Europese Commissie op objectieve gronden dient te worden besloten en dat dit geen onderdeel mag zijn van een politiek onderhandelingsproces;

verzoekt de regering al het mogelijke te doen om politisering van de besluitvorming door de Europese Commissie over aard, omvang en controle op naleving van vrijwaringsmaatregelen te voorkomen en de Kamer periodiek over de staat van het vrijwaringsproces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Baalen

Van der Laan

Timmermans

Van der Staaij

Van Dijk

Rouvoet

Van den Brink

Naar boven