28 960
Invoering van de Wet werk en bijstand (Invoeringswet Wet werk en bijstand)

nr. 13
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 1 september 2003

Artikel 25 van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel A komt te luiden:

A

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt de zinsnede «bedoeld in Hoofdstuk IV, afdeling 3, § 1 en 2 van de Algemene bijstandswet» vervangen door: bedoeld in paragraaf 3.4 van de Wet werk en bijstand.

2. In onderdeel b wordt de zinsnede «bedoeld in Hoofdstuk IV, afdeling 3, § 1 en 3 van de Algemene bijstandswet» vervangen door: bedoeld in paragraaf 3.4 van de Wet werk en bijstand.

b. Onderdeel F komt te luiden:

F

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. De uitkering van de kunstenaar, bedoeld in artikel 4a, wordt verleend in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek of verpanding tot een bedrag gelijk aan het bedrag van het vermogen, bedoeld in artikel 4a.

2. In het derde lid wordt na «onder verband van hypotheek» telkens de volgende zinsnede ingevoegd: of verpanding.

3. In het vierde lid wordt na «onder verband van hypotheek» telkens de volgende zinsnede ingevoegd: of verpanding.

4. In het vijfde lid wordt na «onder verband van hypotheek» de volgende zinsnede ingevoegd: of verpanding.

5. Het zesde lid komt te luiden:

6. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de vaststelling van de waarde van de woning en de voorwaarden waaronder de uitkering in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek of verpanding wordt verleend.

Toelichting

De in deze nota van wijziging opgenomen wijziging van artikel 25 (WIK) is van puur technisch aard. Bij het doorlopen van de tekst van de wet is gebleken dat abusievelijk met de eerste nota van wijziging in de WIK een lid is weggevallen en een verwijzing onjuist is. Deze worden met deze nota van wijziging hersteld.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Naar boven