28 960
Invoering van de Wet werk en bijstand (Invoeringswet Wet werk en bijstand)

nr. 10
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 26 augustus 2003

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 22 wordt «is verantwoordelijk voor het toezicht op» vervangen door: houdt toezicht op.

B

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel I wordt artikel 34 als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, vervalt «en het tweede lid,».

2. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het tweede tot en met het vierde lid, waarbij kan worden bepaald dat een deel van de werkzaamheden, bedoeld in het derde lid, niet door derden hoeft te worden verricht.

b. In onderdeel K wordt in artikel 36, eerste lid, «en de naar het oordeel» vervangen door: en op de naar het oordeel.

c. Onderdeel S komt te luiden:

S

In artikel 45, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

n. derden die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de arbeidsinschakeling van personen bevorderen.

d. Onderdeel U wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 52, eerste lid, wordt «is verantwoordelijk voor het toezicht op» vervangen door: houdt toezicht op.

2. In artikel 54, derde lid, komt de tweede volzin te luiden: Deze regels kunnen voor categorieën van gemeenten verschillen, waarbij kan worden bepaald dat de verplichting het verslag te voorzien van een verklaring niet van toepassing is.

3. In artikel 55, tweede lid, wordt na «verstrekken» een zinsnede ingevoegd, luidende: , waarbij kan worden bepaald dat categorieën van gemeenten bepaalde inlichtingen niet hoeven te verzamelen en te verstrekken.

e. In onderdeel V vervalt in artikel 58, tweede lid, tweede volzin, «en vaststellen».

C

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel I wordt artikel 34 als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, vervalt «en het tweede lid, ».

2. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het tweede tot en met het vierde lid, waarbij kan worden bepaald dat een deel van de werkzaamheden, bedoeld in het derde lid, niet door derden hoeft te worden verricht.

b. In onderdeel K wordt in artikel 36, eerste lid, «en de naar het oordeel» vervangen door: en op de naar het oordeel.

c. Onderdeel S komt te luiden:

S

In artikel 45, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

n. derden die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de arbeidsinschakeling van personen bevorderen.

d. Onderdeel U wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 52, eerste lid, wordt «is verantwoordelijk voor het toezicht op» vervangen door: houdt toezicht op.

2. In artikel 54, derde lid, komt de tweede volzin te luiden: Deze regels kunnen voor categorieën van gemeenten verschillen, waarbij kan worden bepaald dat de verplichting het verslag te voorzien van een verklaring niet van toepassing is.

3. In artikel 55, tweede lid, wordt na «verstrekken» een zinsnede ingevoegd, luidende: , waarbij kan worden bepaald dat categorieën van gemeenten bepaalde inlichtingen niet hoeven te verzamelen en te verstrekken.

e. In onderdeel V vervalt in artikel 58, tweede lid, tweede volzin, «en vaststellen».

D

In artikel 25, onderdeel M, wordt in artikel 19a «belanghebbende» telkens vervangen door: kunstenaar.

Toelichting

Na indiening van de nota van wijziging zijn nog enkele kleine onvolkomenheden geconstateerd met betrekking tot bepalingen in het wetsvoorstel. Deze onvolkomenheden worden met de onderhavige nota van wijziging hersteld.

Met de wijzigingen wordt met betrekking tot de Invoeringswet Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) de terminologie in overeenstemming gebracht met die van de Wet werk en bijstand (WWB).

In artikel 54 van zowel de IOAW als de IOAZ wordt evenals in de WWB bepaald dat bij ministeriële regeling uitzonderingen kunnen worden gemaakt voor bepaalde categorieën van gemeenten. Deze bepaling zal zo worden ingevuld dat voor kleine gemeenten bepaalde eisen uit artikel 54 niet gelden. Hierbij wordt dan een afweging gemaakt tussen enerzijds het financiële en bestuurlijke risico van de uitvoering door deze kleine gemeenten en anderzijds de wens om tot administratieve lastenverlichting te komen. Een precieze invulling van deze bepaling wordt bij ministeriële regeling gegeven. In het verlengde hiervan is ook artikel 55 van zowel de IOAW als de IOAZ aangepast.

Voorts wordt, zoals dat in de WWB is gebeurd, het overbodige gebruik van het begrip «vaststellen» hersteld in zowel de IOAW als de IOAZ.

Wat betreft de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (onderdeel D) wordt met de wijziging in artikel 19a aangesloten bij de terminologie uit deze wet. Dit betekent dat in plaats van de term belanghebbende gebruik wordt gemaakt van de term kunstenaar.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Naar boven