28 916
Nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening (Wet ruimtelijke ordening)

nr. 35
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN DUYVENDAK EN VERDAAS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 25

Ontvangen 16 februari 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 2.3 wordt na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

2a. Met het vaststellen van een structuurvisie als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt niet eerder een aanvang gemaakt, dan vier weken nadat Onze Minister of Onze Minister wie het aangaat, in overeenstemming met Onze Minister, een beschrijving van de inrichting van de voorgenomen structuurvisie aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft overgelegd en de Tweede Kamer der Staten-Generaal deze beschrijving openbaar behandeld heeft. Indien de Tweede Kamer der Staten-Generaal niet binnen vier weken besluit tot openbare behandeling van de beschrijving van de inrichting van de voorgenomen structuurvisie, dan kan met het vaststellen van de structuurvisie aangevangen worden. Onze Minister of Onze Minister wie het aangaat, in overstemming met Onze Minister, stelt de Tweede Kamer der Staten-Generaal schriftelijk op de hoogte van de gevolgtrekkingen die hij aan de behandeling verbindt.

Toelichting

Dit amendement strekt er toe de rol van het parlement op het gebied van de vaststelling van de rijksstructuurvisie te vergroten. De rijksstructuurvisie is een belangrijk document, dat richtinggevend is voor het handelen van het rijk.

Met dit amendement wordt wettelijk vastgelegd dat de Tweede Kamer de gelegenheid krijgt zich uit te spreken over een beschrijving van de inrichting van een voorgenomen rijksstructuurvisie, voordat de regering met de daadwerkelijke opstelling van de structuurvisie begint. De Tweede Kamer kan zodoende reeds aan het begin van het traject wensen naar voren brengen over de inhoud van de structuurvisie, afhankelijk van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. Te denken valt bijvoorbeeld aan de eis dat de structuurvisie tenminste een analyse van nut en noodzaak van de voorgenomen ontwikkeling bevat, de ruimtelijke en andere uitgangspunten voor die ontwikkeling beschrijft, de te onderzoeken alternatieven beschrijft, inzicht geeft in kosten en baten en in effecten voor de omgeving en het programma van eisen beschrijft voor de uitvoering van die ontwikkeling alsmede de hiervoor in te zetten instrumenten.

Dit amendement is in lijn met één van de belangrijkste aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie Infrastructurele projecten (TCI), om de Tweede Kamer in een zo vroegtijdig mogelijk stadium te betrekken bij structuurvisies voor projecten van nationaal belang.

Duyvendak

Verdaas

Naar boven