nr. 20
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 24 november 2003
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het derde lid komt te luiden:
3. De leden van de referendumcommissie worden door de Tweede Kamer der
Staten-Generaal benoemd. De benoeming van de voorzitter vindt plaats op voordracht
van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de overige leden worden
benoemd op voordracht van onderscheidenlijk de Kiesraad, de Adviesraad internationale
vraagstukken, de Raad voor het openbaar bestuur en de Sociaal-Economische
Raad.
b. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien deze wet voor 22 april 2004 in werking treedt, worden de leden
voor deze datum benoemd.
2. Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid vervalt.
2. Het vijfde lid wordt vernummerd tot vierde lid.
3. In het vierde lid wordt «Onze Minister» vervangen door:
de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
3. In artikel 30 wordt «artikel 26, vijfde lid» vervangen
door: artikel 26, vierde lid.
Toelichting
De indieners menen dat gelet op het karakter van het referendum, waarvan
zij de uitslag beschouwen als een advies aan de Kamer, het wenselijk is dat
de leden van de referendumcommissie door de Tweede Kamer der Staten-Generaal
worden benoemd. De benoeming van de leden vindt plaats op enkelvoudige voordracht
van genoemde instanties met het oog op de wenselijke kwaliteiten die in de
commissie benodigd zijn. Het is van groot belang dat de referendumcommissie
zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel met haar taken
kan beginnen. Dat geldt meer in het bijzonder voor het vaststellen of de situatie, bedoeld in artikel 2, derde lid, zich voordoet. Indien deze
wet voor 22 april 2004 in werking treedt, moet dit op 22 april 2004 worden
vastgesteld. Met het oog hierop wordt expliciet bepaald dat de benoeming voor
die datum plaatsvindt, indien deze wet voor die datum in werking treedt (artikel
24, vierde lid). Dit betekent dat al ruim voor de inwerkingtreding duidelijk
moet zijn wie zal worden benoemd tot lid van de referendumcommissie.
Ook de overige noodzakelijke voorbereidingen voor de instelling van de
referendumcommissie zullen al tijdens de verdere behandeling van dit wetsvoorstel
in gang moeten worden gezet. Wordt hiermee gewacht tot na de inwerkingtreding
van dit wetsvoorstel, dan is het te kort dag om de taken adequaat te kunnen
uitvoeren.
Karimi
Dubbelboer
Van der Ham