28 870
Vaststelling van een wet inzake ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten (Wet werk en bijstand)

nr. 46
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 augustus 2003

Tijdens het wetgevingsoverleg over de Wet werk en bijstand op 25 augustus jongstleden heb ik toegezegd een aantal vragen schriftelijk te beantwoorden. Onderstaand treft u deze antwoorden aan.

De heer Bruls heeft aangegeven het eens te zijn met een meeneemregeling voor reïntegratiemiddelen ter hoogte van maximaal 25%, maar wenst de tijdsdimensie op te rekken van één naar drie jaar.

Achterliggende reden van de heer Bruls is dat een gemeente op deze manier rekening kan houden met de pieken en dalen in de gemeentelijke behoefte aan reïntegratiemiddelen. Door de heer Bruls is gevraagd naar de budgettaire consequenties van dit voorstel.

Het voorstel van de heer Bruls betekent dat na verloop van drie jaar een gemeente in enig jaar, naast het voor dat budgetjaar ontvangen budget, maximaal 3 x 25%= 75% aan extra middelen kan inzetten ter financiering van reïntegratieactiviteiten.

Ik acht een dergelijke ruimhartige meeneemregeling niet nodig, want het voorstel van het kabinet voor een meeneemregeling van 25% biedt gemeenten reeds de nodige flexibiliteit bij het inzetten van reïntegratiemiddelen. Omdat de regeling de mogelijkheid biedt om zowel 25% van middelen mee te nemen, als naar voren te halen, krijgen gemeenten de mogelijkheid hun middelen over de jaren heen flexibel in te zetten. Zo kan een gemeente desgewenst in enig jaar beschikken over een reïntegratiebudget van 150% door 25% van de middelen in het voorafgaande jaar mee te nemen en 25% van de middelen van het daaropvolgende jaar naar voren te halen. Voorts brengt het voorstel extra uitvoeringstechnische bezwaren en administratieve lasten met zich mee, omdat jaarlijks bijgehouden dient te worden welke middelen uit welk jaar zijn meegenomen en tot besteding zijn gekomen.

Voor de het werkdeel WWB over de jaren 2004 en verder zijn nog geen terugontvangsten ingeboekt. Het voorstel van de heer Bruls heeft daarmee geen directe budgettaire gevolgen voor de SZW-begroting op dit moment. Het is wel zo dat als gevolg van het voorstel de kans op terugontvangsten wordt gemarginaliseerd.

De heer Bruls heeft ook gevraagd hoe de meeneemregeling van het scholings- en activeringsbudget 2003 eruit ziet en wat de budgettaire consequenties zijn indien die regeling wordt aangepast.

In 2002 geldt voor het scholings- en activeringsbudget een meeneemregeling van 10%. Over de meeneemregeling voor het scholings- en activeringsbudget 2003 heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Ook zijn er nog geen terugontvangsten ingeboekt. Het wijzigen van het meeneempercentage van 10% tot bijvoorbeeld 25% heeft daarom geen directe gevolgen voor de begroting. Ook hier geldt dat in de mate waarin zich daadwerkelijk terugontvangsten gaan voordoen, de omvang hiervan bij een meeneemregeling van 25% kleiner zal zijn.

Mevrouw Noorman-Den Uyl heeft gevraagd om een simulatie uitgaande van het aftoppen van de ex ante herverdeeleffecten voor de kleine gemeenten (< 40 000 inwoners) op 10% van het budget of een bedrag per inwoner van € 12, voor de middelgrote gemeenten (40 000–60 000 inwoners) op 10% van het budget of een bedrag van € 19 per inwoner en voor de grote gemeenten (> 60 000 inwoners) op 10% van het budget of € 26 per inwoner.

In reactie op dit verzoek het volgende. Het is niet mogelijk voor de kleine gemeenten ex ante de herverdeeleffecten af te toppen. Aftoppen van herverdeeleffecten wordt toegepast om de effecten van de toepassing van het objectief verdeelmodel te mitigeren. Bij de kleine gemeenten is dit niet aan de orde omdat deze gemeenten middelen krijgen op basis hun historisch aandeel en niet op basis van het objectief verdeelmodel.

Voor de andere twee categorieën gemeenten kan de voorgestelde aftopping wel worden toegepast. Het aftoppen op basis van een bedrag per inwoner is evenwel rekentechnisch een dermate complexe aangelegenheid dat het niet haalbaar is om de gevraagde simulatie nog ten tijde van de plenaire behandeling van de WWB gereed te hebben.

Het is wel mogelijk een simulatie uit te voeren waarbij de herverdeeleffecten van het objectief verdeelmodel (40% in 2004) ex ante worden afgetopt op 10%, in plaats van de 15% die het kabinet voorstaat, bij de huidige ex post drempel voor het eigen risico van 10% van het totale budget. Deze simulatie treft u bijgaand aan. Bij deze simulatie passen dezelfde kanttekeningen die gemaakt zijn in de brief aan de Kamer van 22 augustus jongstleden. Zo kan bij een dergelijke simulatie geen rekening worden gehouden met gedragseffecten.

Mevrouw van Gent heeft gevraagd om een overzicht van de middelen die gemeenten in 2002, 2003 en 2004 (hebben) ontvangen voor bijstand en reïntegratie. Onderstaand wordt het gevraagde overzicht gegeven.

Bedragen in miljoenen euro's

 200220032004
1. Algemene bijstand < 65-jarigen1   
a. budgetdeel1 0051 1244 803
b. declaratiedeel2 8863 216-
c. totaal a+b3 8714 3404 803
    
Volume (x 1000)322,7352,3399,9
    
Ingeboekte ombuigingen2:   
a. Besparing 100% budgettering  – 150
b. Fraude  – 37
c. Sollicitatieplicht 57,5 jarigen  – 1
d. Herziening kinderallimentie  – 50
    
Ingeboekte weglekeffecten2:   
a. Afschaffen vervolguitkering WW  9
b. Afschaffen WAZ3   
c. Herkeuringen WAO3   
    
Ingeboekte intensivering2:   
a. Langdurigheidstoeslag  54
    
2. Reïntegratiemiddelen (W-deel FWI)4)   
Totaal1 95851 87051 628
Ombuiging (verwerkt in totaal) 47965046
3. Fictief budget bijzondere bijstand in gemeentefonds485510290
    
Ingeboekte ombuigingen:  – 70
a. afschaffen categoriaal    
b. beperking gemeentelijk minimabeleid  – 150
    
Ingeboekte intensivering   
a. Langdurigheidstoeslag 200320  

1) Exclusief IOAW, IOAZ en BBZ 2) Verwerkt in totaal Abw-uitgaven 3) Weglek na 2004 4) Betreft middelen voor scholings- en activeringsbudget, WIW-dienstbetrekkingen, werkervaringsplaatsen, ID-banen en de stimuleringsregeling ID. 5) Huidige stand 6) Ten opzichte begroting 2002

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

1. Simulatie ex-post risico's op basis van het objectief verdeelmodel voor de WWB uit het APE-rapport van augustus 2003, met ex-ante afkappen herverdeeleffecten objectief verdeelmodel op 10%.

Input scenario2004200520062007
Aandeel objectieve lasten grote gemeenten40%60%80%100%
Aandeel objectieve lasten kleine gemeenten0%0%0%0%
Risicodrempel WWB in % budget10%10%10%10%
     
Resultaten totaal2004200520062007
1. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel WWB122(26%)122(26%)121(26%)123(26%)
2. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel Gemeentefonds48(10%)49(10%)52(11%)5 2(11%)
3. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel Gf na verstrekking aanvullende uitkering WWB14(3%)15(3%)17(4%)17(4%)
4. Uitkeringstekort WWB boven risicodrempel WWB€ 21 mln(1%)€ 21 mln(1%)€ 22 mln(1%)€ 24 mln(1%)
5. Uitkeringstekort WWB beneden risicodrempel WWB (altijd ten laste van individuele gemeenten)€ 127 mln(3%)€ 120 mln(3%)€ 117 mln(3%)€ 115 mln(3%)
     
Resultaat gemeenten > 60 000 inwoners2004200520062007
1. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel WWB5(9%)5(9%)5(9%)6(10%)
2. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel Gemeentefonds6(10%)6(10%)9(16%)9(16%)
3. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel Gf na verstrekking aanvullende uitkering WWB4(7%)4(7%)6(10%)6(10%)
4. Uitkeringstekort WWB boven risicodrempel WWB€ 4 mln(0%)€ 4 mln(0%)€ 5 mln(0%)€ 7 mln(0%)
5. Uitkeringstekort WWB beneden risicodrempel WWB (altijd ten laste van individuele gemeenten)€ 83 mln(3%)€ 76 mln(3%)€ 72 mln(3%)€ 71 mln(3%)
     
Resultaat gemeenten 40 000–60 000 inwoners2004200520062007
1. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel WWB9(23%)9(23%)8(20%)9(23%)
2. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel Gemeentefonds8(20%)9(23%)9(23%)9(23%)
3. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel Gf na verstrekking aanvullende uitkering WWB6(15%)7(18%)7(18%)7(18%)
4. Uitkeringstekort WWB boven risicodrempel WWB€ 4 mln(1%)€ 4 mln(1%)€ 4 mln(1%)€ 4 mln(1%)
5. Uitkeringstekort WWB beneden risicodrempel WWB (altijd ten laste van individuele gemeenten)€ 17 mln(6%)€ 17 mln(6%)€ 17 mln(6%)€ 17 mln(6%)
     
Resultaat gemeenten < 40 000 inwoners2004200520062007
1. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel WWB108(29%)108(29%)108(29%)108(29%)
2. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel Gemeentefonds34(9%)34(9%)34(9%)34(9%)
3. Aantal gemeenten met budgettekort boven risicodrempel Gf na verstrekking aanvullende uitkering WWB4(1%)4(1%)4(1%)4(1%)
4. Uitkeringstekort WWB boven risicodrempel WWB€ 13 mln(2%)€ 13 mln(2%)€ 13 mln(2%)€ 13 mln(2%)
5. Uitkeringstekort WWB beneden risicodrempel WWB (altijd ten laste van individuele gemeenten)€ 28 mln(4%)€ 28 mln(4%)€ 28 mln(4%)€ 28 mln(4%)
Naar boven