28 870
Vaststelling van een wet inzake ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten (Wet werk en bijstand)

nr. 124
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2004

De toenmalige Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 17 oktober 2001 de vaste kamercommissie voor Sociale Zaken toegezegd (kamerstuk 25 271, nr. 15), de mogelijkheid van een (steekproef)onderzoek te zullen bezien waarin individuele ex-bijstandscliënten na werkaanvaarding voor langere tijd zullen worden gevolgd, daarbij lettend op de inkomenspositie en terugvalkans.

Binnen het ministerie van SZW is nagegaan in hoeverre bovenstaande onderzoeksaspecten onderdeel zouden kunnen vormen van lopende onderzoeken. Daarnaast is geïnventariseerd in welke mate bestaande onderzoeksrapporten aandacht besteden aan deze aspecten. Vast is komen te staan dat een afzonderlijk steekproefonderzoek nodig was om inzicht te verkrijgen in bovenstaande aspecten.

Bijgaand onderzoek1 heeft nadrukkelijk het karakter van een verkennende analyse op basis van beschikbare gegevens over de periode 1998 tot 2000. Uit het rapport blijkt dat de steekproef van ex-bijstandscliënten over het algemeen het beeld laat zien dat het inkomen na werkaanvaarding stijgt en dat die stijging gemiddeld 31 procent bedraagt over een periode van twee jaar.

Verder is de duurzaamheid van uitstroom uit de bijstand naar werk in kaart gebracht. De kans op herinstroom in de bijstand na het aangaan van een dienstverband is blijkens het rapport in het eerste half jaar 5,9 procenten en na een jaar is de kans 11,4 procent.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven