28 870
Vaststelling van een wet inzake ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten (Wet werk en bijstand)

nr. 123
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2004

Hierbij bied ik u aan het rapport «Samenvatting rapportages verscherpt toezicht 2001–20031. De uitvoering van de Algemene bijstandswet in Almelo, Amsterdam, Den Helder, Haarlem en Rotterdam» van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI). Het rapport vormt het sluitstuk van een periode van verscherpt toezicht in het kader van de Algemene bijstandswet (Abw) bij een vijftal gemeenten. Zoals ik u per brief van 16 december 2003 (28 870, nr. 100) heb aangekondigd, heeft IWI het bij de gemeenten Almelo, Amsterdam, Den Helder, Haarlem en Rotterdam ingestelde verscherpte toezicht met ingang van 1 januari 2004 beëindigd. Gezien het vervallen van de Abw en de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) per 1 januari 2004 ziet IWI geen legitimatie meer om individuele gemeenten nog op de voet te blijven volgen.

IWI concludeert in het onderhavige rapport dat de uitvoering op onderdelen van de Abw waarop het verscherpt toezicht zich heeft gericht, bij deze gemeenten is verbeterd, zij het dat het niveau van die uitvoering bij een aantal gemeenten in 2003 niet voldeed aan de toen geldende normen. De inspectie tekent daarbij aan dat de tekortkomingen in de uitvoering die de reden vormde voor het instellen van het verscherpt toezicht in belangrijke mate betrekking hebben op voorschriften die met invoering van de WWB zijn vervallen of van een verplichting zijn omgezet in een bevoegdheid van gemeenten.

Het rapport van IWI vormde voor mij de basis om een oordeel te geven over de voorwaarde van adequate uitvoering die is verbonden aan de bestuurlijke afspraken Agenda voor de Toekomst met de gemeenten Amsterdam, Almelo, Haarlem en Rotterdam.

Vanwege de vooruitgang die IWI heeft gesignaleerd kan ik de bestuurlijke afspraken in het kader van de Agenda voor de Toekomt met bovengenoemde gemeenten en de subsidiëring daarvan voor de resterende looptijd uitvoeren.

Bovengenoemde gemeenten zullen evenals alle andere gemeenten in het kader van de Agenda voor de Toekomst worden afgerekend op basis van de gerealiseerde prestaties (trajecten en uitstroom uit trajecten naar werk).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven