28 870
Vaststelling van een wet inzake ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten (Wet werk en bijstand)

nr. 113
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2004

Bijgaand tref u het advies1 aan van de Raad voor de Financiële Verhoudingen (RFV) over de voorstellen voor de verdeelsystematiek voor de budgetten die op grond van artikel 69 Wet werk en bijstand (WWB) aan gemeenten ter beschikking worden gesteld. Mijn voorstellen en de onderzoeken waarop deze gebaseerd zijn heb ik bij schrijven van 14 mei 2004 aan uw Kamer toegestuurd.

De Raad beveelt aan om per 2005 over te gaan tot volledige invoering van het model dat ik op basis van het APE-rapport «Verbetering van het Objectieve verdeelmodel voor de Wet Werk en Bijstand» heb voorgesteld. De Raad beveelt verder aan het model jaarlijks bij te stellen op basis van de meest actuele bijstandsgegevens en te onderzoeken of onder de werking van de WWB een nieuwe «granieten voorraad» met afwijkende verdeling ontstaat die een verklaring kan bieden voor het uitgavenniveau van de gemeenten op dat moment. Deze nuttige suggesties zal ik betrekken bij het jaarlijkse onderhoudstraject voor het verdeelmodel.

De Raad merkt op dat «een groot deel van de bijstandspopulatie nauwelijks te beïnvloeden valt en niet samenhangt met andere objectieve factoren» (p. 5). De Raad pleit daarom voor het opnemen van het aantal bijstandsontvangers (zoals via de «granieten voorraad») in het model. Uit het rapport «Objectief verdeelmodel WWB: Plausibiliteit van de verdelende werking» blijkt echter dat er duidelijke aanwijzingen zijn voor een plausibel verband tussen de beleids- en uitvoeringspraktijk en de herverdeeleffecten van het objectief verdeelmodel. Daaruit volgt dat gemeenten wel degelijk de omvang van hun uitgaven kunnen beïnvloeden.

Bovendien zullen de objectieve factoren in de komende jaren naar verwachting in steeds grotere mate de omvang van de bijstandsuitgaven voorspellen en verdwijnt daarmee langzamerhand de noodzaak om in het model een maatstaf als de «granieten voorraad» op te nemen. De wijze waarop het aandeel van deze maatstaf wordt afgebouwd zal, conform mijn brief van 14 mei aan uw Kamer, in het onderhoudstraject aan de orde komen. Ik zal de Raad betrekken bij dit onderhoudstraject.

Om misverstanden te voorkomen merk ik op dat mijn voornemens ten aanzien van de groeigemeenten – waarover de Raad ook schrijft in zijn advies – nog niet in het verdeelmodel 2005 kunnen worden betrokken, omdat de huidige systematiek van de WWB niet toelaat dat de budgetten per gemeente tussentijds aan actuelere gegevens worden aangepast.

De Raad heeft geen advies uitgebracht over het verdeelmodel voor het werkdeel maar wil dat graag doen op het moment dat er een voorstel komt dat meer definitievere vormen aanneemt.

Voor het overige verwijs ik u naar het advies van de Raad.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven