28 870
Vaststelling van een wet inzake ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten (Wet werk en bijstand)

nr. 108
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2004

Op 15 april jl. heb ik met uw Kamer in een Algemeen Overleg gesproken over de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) en het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid. Op een drietal onderwerpen dat tijdens dit overleg aan de orde is geweest, ga ik in deze brief nader in.

1. Fictief budget bijzondere bijstand in algemene uitkering gemeentefonds

In het overleg is gevraagd naar de uitbetaling van de extra middelen voor bijzondere bijstand, die voor 2004 worden toegevoegd aan het gemeentefonds (in totaal € 111 miljoen1 ).

De beheerders van het gemeentefonds hebben in hun circulaire aan de gemeentebesturen van 16 maart 2004, kenmerk FO2004/57623, uitgebreid aandacht besteed aan de diverse onderdelen van de toevoeging van in totaal € 111 miljoen. De minister van BZK heeft deze circulaire bij brief van 15 maart 2004, ter kennisneming aan de Tweede Kamer gezonden. In de circulaire is uiteengezet welke verdeelmaatstaven bij de verdeling van de € 111 miljoen worden gehanteerd. Iedere gemeente kan zich door deze informatie een goed beeld vormen van het bedrag dat zij uit de € 111 miljoen ontvangt.

Eerder hadden de gemeenten ook reeds van mijn kant informatie ontvangen over het feit dat voor 2004 extra middelen beschikbaar worden gesteld voor de bijzondere bijstand, te beginnen met de Verzamelbrief van 18 december 20032. De gemeenten kunnen dus bekend zijn met deze maatregelen en hun beleid daarop afstemmen.

In de circulaire van 16 maart hebben de fondsbeheerders gemeld dat het vaststaat dat de € 111 miljoen beschikbaar is en dat deze middelen in de bevoorschotting 2004 van de algemene uitkering van het gemeentefonds worden opgenomen na het uitbrengen van de zogenoemde meicirculaire gemeentefonds. Dan wordt de bevoorschotting 2004 ook aangepast aan andere ontwikkelingen en beleidsbeslissingen die effect hebben op de algemene uitkering. In concreto betekent dit dat verwacht mag worden dat de gemeenten vanaf juli 2004 het bedrag in de bevoorschotting ontvangen. Het is al vele jaren staand beleid de bevoorschotting op gezette tijden (na de meicirculaire, na de septembercirculaire) aan te passen en dat niet tussentijds ook nog op andere momenten te doen. Dat ontslaat de gemeenten niet van de taak tijdig – los van het opnemen van geld in de bevoorschotting – taken op te pakken.

In het overleg heb ik toegezegd dat de fictieve budgetten bijzondere bijstand per gemeente openbaar zullen worden gemaakt. Er is contact gelegd met de beheerders van het gemeentefonds. Dat heeft ertoe geleid dat deze informatie op korte termijn wordt opgenomen op de website van het ministerie van BZK, www.bzk.nl (onderdeel gemeentefonds, vraag- en antwoordrubriek). Er zal een link worden gelegd met de Gemeenteloket-website van SZW, zodat ook via die website een gemakkelijke toegang tot de informatie verzekerd wordt.

2. Structureel maken intensivering bijzondere bijstand

Tijdens het Overleg is aan de orde gesteld de intensivering van de bijzondere bijstand met € 80 miljoen in 2004 en de wens van uw Kamer deze middelen ook structureel in te zetten conform de motie Weekers aangenomen bij de begrotingsbehandeling van SZW1. Hierover bericht ik u het volgende.

Het kabinet wil zich in augustus in samenhang met het totale inkomensbeleid voor 2005 beraden op het eventueel structureel maken van deze middelen en de eventuele wijze waarop dit zou moeten geschieden. In de begroting van SZW zal hierover uitsluitsel worden gegeven. Dit betekent dat in de Voorjaarsnota van de minister van Financiën, die binnenkort uw Kamer zal bereiken, hierover nog geen mededelingen zullen worden gedaan.

3. Kinderalimentatiestelsel

Een ander punt betreft de wet herziening kinderalimentatiestelsel die op 23 maart 2004 is ingediend bij uw Kamer2. In het Algemene Overleg van 15 april 2004 is aan de orde gesteld dat invoering per 1 juli 2004 niet zal worden gehaald. Het (latere) invoeringsmoment is afhankelijk van de verdere afhandeling van dit wetsontwerp. Hierover zal later in het jaar meer duidelijkheid komen. In de medio mei 2004 aan uw Kamer te zenden Voorjaarsnota is in financiële zin rekening gehouden met invoering in de loop van 2004. Het definitieve macro-budget voor het I-deel van de WWB 2004 zal zonodig worden aangepast aan de hand van het feitelijke verloop van het wetsvoorstel.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte


XNoot
1

Dit bedrag is als volgt opgebouwd: 80 miljoen beschikbaar gekomen bij de Kamerbehandeling van de SZW-begroting voor intensivering bijzondere bijstand in 2004, 20 miljoen intensivering bijzondere bijstand in 2004 in het kader van de werkgeversbijdrage najaarsoverleg en € 11 miljoen voor 2004 uit hoofde van het vervallen verrekenmogelijkheid bijzondere bijstand met buitengewone uitgavenaftrek.

XNoot
2

SOZA030906.

XNoot
1

Kamerstukken II 2003–2004, 29 200 XV, nr. 53.

XNoot
2

Kamerstukken II 2003–2004, 29 480.

Naar boven